Deel 14♡

343 14 23
                                    

Pov Emma
Mijn blik valt op twee politie agenten. Ik staar ze lang aan in de hoop dat ze het voelen en zich omdraaien. Alsjeblieft, draai je om! Roep ik in mijn hoofd naar ze. Maar ze kijken niet mijn kant op. Wie wel kijkt, is Enzo. Hij volgt mijn blik en ziet de agenten.

"Houd je gedeisd." Dreigt hij.

Ik knik en kijk naar beneden. Wacht, wat ben ik aan het doen? Misschien is dit wel mijn enige kans om hieruit te komen.

"Help!" Roep ik.

In een miliseconde duwt Enzo me tegen de muur aan en drukt zijn hand voor mijn mond. Ik voel iets tegen mijn buik aan.

"Als je ook maar íets doet waardoor zij iets verdenken, schiet ik iedereen hier neer." Sist hij.

Het was dus een pistool..

"Que se passe-t-il ici? Lâchez cette fille!" Roept een agent.

"Ze zeggen dat je me los moet laten." Zeg ik zacht tegen Enzo.

Enzo zet een stapje achteruit maar houdt nogsteeds het pistool, ongezien, tegen mijn rug gedrukt.

"Que se passe-t-il ici?" Herhaalt de agent.

Wat er aan de hand is? Deze idioot heeft me ontvoerd! Hoe ga ik dit in het Frans zeggen zonder dat Enzo erachter komt?

"Ne fais rien. Il a une arme à feu, mais j'ai été amené d'Amérique. Nous allons sur une île en Italie." Ik kijk ze wanhopig aan. "Alors s'il vous plait va."

De agenten kijken elkaar aan. Ze lijken te twijfelen maar geven me dan een bemoedigend knikje. Een van de twee agenten draait zich tot Enzo. "Have a nice trip." Glimlacht hij.

"Thanks." De agenten draaien om en lopen weg.

"Wat zei je over Italië?" Vraagt Enzo zodra ze uit ons zicht zijn verdwenen.

"Uhm.. Ik heb gezegd dat we uit Italië komen en op huwelijksreis zijn." Glimlach ik lief. Gewoon zijn ego strelen en alles komt goed.

Maar dat is natuurlijk niet wat ik heb gezegd. Ik zei namelijk dat ze me uit amerika hebben meegenomen en we naar een Italiaans eiland gaan. En dat ze nu niks moesten doen omdat hij een pistool heeft. Ik wil het níet op mijn geweten hebben, als Enzo ze vermoord.

Enzo duwt me een straat in zodat we niet meer in het zicht van de agenten zijn. "Waar heb je zo goed Frans leren spreken?"

"Op school." Antwoord ik zacht. "Het enige waar ik goed in was waren talen."

"Was dat het enige waar je goed in was of het enige waar je je best voor deed?"

Verbaasd door zijn opmerking kijk ik op. "Beide. Je hebt niks aan wiskunde. Talen zijn nog een beetje nuttig."

Enzo grijnst. "Dat zou ik niet tegen een wiskundige zeggen."

Plots duwt hij me weer een kant op. We komen in een klein straatje terecht. Het ziet er schattig uit. De huisjes hebben verschillende kleuren luiken. Van geel tot baby blauw. Onbewust dringt er een glimlach door op mijn gezicht. Alles ziet er hier zo rustgevend en vrolijk uit. Maar de realiteit is pijnlijk en beangstigend.

We komen op een plein aan met vele kleine straatjes. Het lijkt hier wel een doolhof. Ik kijk opzij naar Enzo, hij lijkt de weg ook niet te weten. Als ik nu weg ren, kan hij me nooit meer vinden.

Ik draai me om naar Enzo. Voor hij het door heeft, trek ik mijn been omhoog, recht in zijn kruis.

Enzo kreunt en zacht door zijn knieën. "Trut." Sist hij door zijn tanden heen.

Ik bedenk me geen moment en sprint weg. Ik ren de smalle straatjes door, wat lastiger gaat dan verwacht op deze hakken.

Na een aantal straten bots ik tegen iets op.

"Ho, sorry." Hoor ik een mannenstem zeggen. Ik kijk op, recht in het gezicht van Wesley. Serieus?! Zonder na te denken ren ik van hem weg.

"Houd haar tegen!" Hoor ik Enzo in de verte roepen.

Shit, shit, shit. Ik ren regelrecht een soort bos gebied in. Mijn benen doen pijn van het rennen op de oneffen grond, maar ik ren door. In de verte zie ik de bomen verdwijnen. Yes, een open veld. Snel ren ik door. Wanneer ik zie dat het geen veld is maar een kliff schrik ik. Ik probeer af te remmen maar mijn snelheid is zo groot dat het bijna niet lukt. Net voor de kliff kom ik tot stilstand. Ik kijk naar beneden. Water klotst tegen de rotsen aan. Het is erg hoog. Ik vraag me af of je zo'n sprong overleeft.

"Emma." Hoor ik iemand hijgend zeggen. Wesley steunt met zijn handen op zijn knieën. "Jezus, dat kind is snel op hakken."

Nu komt ook Enzo aangerend. "Babe. Kom hier."

Voor een tweede keer kijk ik over de rand heen. "Waag het." Sist Enzo. Hij kijkt me boos aan. "Kom hier."

Langzaam loop ik naar hem toe. Áls ik zo'n grote sprong ga maken, wil ik wel een aanloop hebben. Vlak voor ik in zijn handbereik ben, draai ik me om. Ik sprint naar de kliff en spring. "Nee!" Hoor ik nog net.

Het voelt alsof ik zweef, tot ik met een klap in het water terecht kom. Ik hap naar adem van de kou, wat een flinke steek in mijn ribben geeft. Ik bijt door de pijn heen en begin te zwemmen.

Hoestend beland ik op het strand. Ik spuug al het water uit mijn longen. Oh fuck, dit was vermoeiender dan ik dacht.

"Lekker gezwommen?"

De stem laat me met een ruk omhoog kijken. "Oh fuck."

"Dacht je serieus dat jij zwemmend sneller was dan wij, die alleen even naar beneden hoefde te lopen?" Ja.. Ik kijk in de richting van de kliff. Er is letterlijk een trap naar beneden. Meen je dit? Enzo pakt mijn arm vast. Hij trekt me omhoog.

"Oh my gash," er komen twee meiden aangelopen. "Are you okay? We saw you jump."

"She's fine." Antwoordt Enzo voor me.

De meiden kijken hem nu verbaasd aan. "We didn't ask you, we asked her." Ze draaien zich weer tot mij. "Are you okay?"

Enzo kijkt me waarschuwend aan. Hij heeft zijn hand op mijn rug gelegd. "Ik heb nogsteeds het pistool. Als je ook maar íets probeert gaan deze twee grieten eraan."

Zijn woorden bezorgen me kippenvel. Ik slik en probeer de tranen binnen te houden. "I'm fine, thanks." Zeg ik.

Enzo glimlacht. Nog voor de twee meiden iets kunnen zeggen, trekt hij me al terug. Ik strompel verslagen achter hem aan wetend dat het geen zin heeft om tegen te stribbelen.

Het zicht van de boot in de verte laat me stoppen met lopen. Enzo geeft geërgerd een ruk aan mijn arm. "Meelopen." Sist hij.

Paniekerig schud ik mijn hoofd. Ik wil niet terug. Met een zucht laat Enzo mijn arm los. Voor ik ook maar de kans krijg om weg te rennen, pakken zijn twee sterke armen me vast. Hij gooit me over zijn schouder en loopt met stevige stappen de boot op. Aan het einde van de gang zet hij me weer neer. We staan nu voor de grote ijzeren deur.

"Ik zei toch dat je er wel achter zou komen wat er achter deze deur zit." Enzo duwt me naar binnen en sluit de deur weer, mij verbaasd achter latend.

Het is gewoon een kamer. Oké, dus hij sluit me op. "Wow, dit is nieuw." Roep ik sarcastisch door de deur heen.

Ergens klinkt een sissend geluid. Gelijk draai ik me om. Via meerdere buisjes stroomt water naar binnen. Angst verspreidt zich in mijn lichaam wanneer het ijskoude water mijn voeten bereikt. "Oké. Dit is wél nieuw."

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu