Deel 17♡

358 12 9
                                    

Pov Emma
De hele avond heb ik met vragen gezeten. Kort gezegd heeft Enzo me ontvoerd om wraak te nemen omdat ik hém heb vermoord. Maar hij is niet dood. Wat voor fucked up beredenering is dat?

Oké, ik geef toe dat ik fouten heb gemaakt, maar dit gaat wel erg ver. Dít heb ik niet verdiend.

Hoe laat zou het zijn, drie uur? Vier uur? Met een zucht kijk ik opzij. Enzo slaapt al. Kan ik hem niet gewoon wurgen? Of een kussen in zijn gezicht duwen? Helaas gaat dit lastig als één hand vast zit aan het bedframe.

Ik trek de deken meer over me heen. Terwijl mijn hand al bijna verlamd is door deze akelige positie, sluit ik mijn ogen. Nog twintig jaar, denk ik bij mezelf, en dan ben ik vrij.

~~

"Babe." Hoor ik vaag. Zachtjes word ik door elkaar geschud. Ik negeer het en draai me om. Bijna gelijk word ik weer terug gedraaid. "Word wakker, we zijn er."

In een miliseconde schiet ik omhoog. "We zijn er? Op het land?"

Enzo lacht. "Ja, we gaan zo aanmeren, zorg dat je klaar bent."

Nu pas zie ik dat de kamer helemaal opgeruimd en netjes is. Heeft hij dit allemaal gedaan terwijl ik aan het slapen was?

"Zorg dat je klaar bent." Zegt Enzo nogmaals voor hij de deur uit loopt.

Ik spring uit het bed, blij dat de handboei weg is. Oh gosh, we zijn bijna op het land. Ik ren naar de badkamer. Daar kleed in me om en poets mijn tanden.

Blij dat ik snel weer land onder mijn voeten zal voelen, loop ik naar buiten. Mijn mond valt een stukje open. We zijn heel dichtbij het land. En het is prachtig. We zijn zelfs zo dichtbij dat als je nu zou vallen, je naar de kant kunt zwemmen.

Wacht.

Kan ik niet gewoon springen en naar de kant zwemmen? Dat zullen ze toch niet merken. Eerst wil ik wel weten of de kust veilig is. Letterlijk de kust, ik wil niet bovenop een rots springen. Ik kijk over de rand, er lijken geen stenen of rotsen te liggen. Voor ik spring moet de kust hier aan dek ook veilig zijn.

Ik draai me om en schrik me bijna een hartaanval. Een geschrokken gil ontsnapt mijn mond. Recht voor me staat Enzo.

"Zoek je iets?"

"Nee." Antwoord ik snel. "Ik was de zee aan het bewonderen."

Enzo pakt mijn arm stevig vast. "Haal je niks in je hoofd. Het water is nog steeds heel erg koud." Hij trekt me hard mee richting de keuken.

"Goedemorgen." Zegt Kevin vrolijk. "Eindelijk van deze tering boot af."

Zonder dat ik erom vroeg, zet Enzo een kop koffie voor me neer. "Dank je..?" Zeg ik verbaasd.

"Graag gedaan." Hij draait zich om. "Soort van." Hoor ik hem zacht mompelen.

"Jep, dat zijn de nadelen van het ontvoeren van iemand."

Met een ruk draait Enzo zich om. Zijn ogen staan op onweer.

"Grapje." Zeg ik gelijk.

"Ik vermoord je met alle liefde hoor, heb je dat liever?"

Snel schud ik mijn hoofd. "Nee."

"Nou, zit dan niet zo te zeuren. Ik heb je nog geeneens pijn gedaan."

Ik trek mijn mond open om er tegenin te gaan maar sluit deze al gelijk. Hier heeft hij een punt. Hoewel hij me bijna heeft laten verdrinken, heeft hij me nog niet echt pijn gedaan. Nu ik erover na denk vraag ik me af of hij me eigenlijk óóit pijn heeft gedaan. Ja, ik heb soms een enkele klap gehad, maar hij heeft me nooit écht heel veel pijn gedaan?

Ontkoppeld!!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu