2 - Drie jaar later en nog steeds geen beterschap

62 17 63
                                    

Drie jaar later en nog steeds geen beterschap

Ze hadden me gezegd dat het eerste jaar het ergste zou zijn, het jaar dat vol zou zitten met de beroemde "eerste keren".

Het eerste jaar was inderdaad zwaar, maar het tweede jaar was dat ook en het was niet echt een verassing voor me toen ook het derde jaar leek tegen te vallen.

Ik staarde naar het plafond van mijn kamer. Toen ik vijf was, hadden mijn vader en ik er glow in the dark sterren opgeplakt. Ik kon me de avonden nog herinneren dat we samen op de grond lagen en we samen alle sterren telden. Hij wees ernaar en zei toen steeds: 'Op een dag ben jij ook een ster.'

Ik voelde hoe een glimlach zich over mijn gezicht verspreidde bij die herinnering, tot die weer werd overschaduwd door pijn, verdriet en verlies, want we zouden nooit meer samen de sterren tellen en ik was niet de ster geworden die hij wilde dat ik was.

Alles in ons huis deed me aan hem denken. Overal kleefde wel een stukje van mijn vader aan. Een paar weken geleden betrapte mijn moeder me erop dat ik al een uur naar onze achtertuin stond te staren, alsof ik op zoek was naar de zeven verschillen tussen mijn herinnering en het plaatje dat ik nu voor me had.

Ik had mijn leven sinds het ongeval in twee delen opgesplitst: voor het ongeval en na het ongeval. Ik wilde zo graag terug naar het leven van voor het ongeval, dan zou ik nu mijn oude vrienden nog hebben, dan zou ik nu de piano durven aanraken en dan zou ik nu niet in behandeling zijn bij een psycholoog. 

De reden dat ik de tijd had om in het midden van de dag melancholisch naar mijn slaapkamerplafond te staren was, vond ik persoonlijk, te zielig voor woorden. De reden was vader-beroepen-dag. De vader van elke leerling kwam dan over zijn beroep vertellen, maar ik vermoedde dat de naam dat al weggaf. Volgens mijn psycholoog, dokter Falcon, bleef ik beter thuis aangezien het slecht was voor mijn "helingsproces". 

Helingsproces? 

Ik haatte het woord met elke vezel van mijn lichaam. Rare vergelijking, maar voor mij is het net als de vaas. Toen ik die liet vallen, brak die in misschien wel duizend stukjes. Je kan de stukjes weer verzamelen en weer aan elkaar lijmen, maar je zult de breuklijnen, de littekens in mijn geval, altijd blijven zien. Is die vaas dan echt gerepareerd? Kan ik eigenlijk nog wel helen?

Ik herinnerde me nog de dag dat ik thuiskwam van het ziekenhuis. De dag dat ik in duizend stukjes brak, net als de vaas. Mijn reactie had alle kanten op kunnen gaan, maar volgens dokter Falcon was mijn reactie en ik citeer: "normaal, gezien de situatie waar ik me in bevond". 

Ik was ons huis letterlijk binnengestormd, de auto stond amper een paar seconden stil of ik was al bij onze voordeur. Mijn blik was door de gang geschoten. Alles was er nog. Hij was er nog. Alles aan ons huis, elk klein detail wees nog op zijn aanwezigheid. Ik stormde de trap op naar de muziekkamer. De plek waar hij zeker zou zijn, en stootte daarbij een vaas om die mijn moeder nog van haar moeder had gekregen. Ik hoorde hoe hij tegen de grond ging toen ik de deur van de muziekkamer openrukte.

Leeg. Hij was er niet. Ik had diep van binnen geweten dat hij er niet zou zijn, maar dat kon niet voorkomen dat de klap opnieuw aankwam. Ik liep als verdoofd terug de gang in en toen ik de vaas zag liggen, brak ik. Ik voelde alles en niets tegelijk. Ik weet niet waarom, maar die gebroken vaas zag er ineens zo triest uit dat ik begon te huilen. Die vaas was opeens mijn grootste zorg.

'Het is oké, liefje,' fluisterde mijn moeder terwijl ze haar armen om me heen sloeg.

'Komt het nog goed?' Ik kreeg de woorden amper uit mijn mond. Ze smaakten zuur. Mijn moeder zweeg een tijdje. Tot ze plots één van de scherven opraapte en er bedachtzaam naar keek, alsof het stukje alle antwoorden bevatte.

Het Levenslied van CelesteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu