18.2 - Nacht van rampen

14 6 6
                                    

Nacht van rampen

'Blijf met je poten van haar af,' snauwde een bekende stem.

Met een knal viel ik op de grond. Een beetje gedesoriënteerd door het feit dat ik was gevallen en mijn ogen had dichtgeknepen, kroop ik weg.

Ik zag hoe een jongen in een rood kostuum bovenop James was gesprongen. James worstelde en probeerde hem te slaan, maar vertraagd door de alcohol faalde elke poging. Het is dan pas dat ik merkte dat de jongen in het rode kostuum eigenlijk geen vreemde voor me was. Hij had hetzelfde as bruine haar als Kriss.

Nathan.

Hij kwam zijn belofte na. Ik zal alles doen om ervoor te zorgen dat je je beter voelt, belooft. En dat deed hij. Een paar minuten geleden was ik nog doodsbang geweest en door zijn aanwezigheid alleen al voelde ik me ietsje minder bang, veiliger, geborgen.

'Wat is hier in vredesnaam aan de hand?' Enkele leerkrachten kwamen aangestormd om Nathan en James uit elkaar te halen. De andere leerkrachten hielden de mogelijke pottenkijkers uit de coulissen, alleen een verwarde Kriss raakte erdoor.

Ze knielde naast me neer. 'Wat is hier gebeurd?'

Ik wreef met een pijnlijke grimas over mijn achterhoofd, toen ik de situatie schetste: 'James probeerde me te kussen. Nathan ramde James omver, met mij erbij.'

Kriss gezicht was een zee van emoties. Eerst keek ze alleen maar geschokt, dan verscheen er verdriet in haar ogen en ten slotte zag ik alleen maar woede. Ze had gelijk, James had niet moeten drinken en mij al zeker niet moeten kussen, maar om er zo kwaad om te worden leek me wat overdreven.

'Zo egoïstisch,' mompelde ze.

'Sorry?' vroeg ik verbaasd. Had ik haar nu verkeerd verstaan of had ze echt egoïstisch gezegd?

'Je hebt me wel gehoord. Je bent zo egoïstisch, Celeste. Ik heb altijd alles voor je gedaan. Ik heb zelfs een hond geadopteerd!'

Ik voelde hoe de blikken in de ruimte naar ons werden gedraaid. Twee tieners met hier en daar een blauwe plek was al erg, maar de bom die op het punt stond te ontploffen tussen Kriss en mij, die zou voor veel meer schade zorgen dan een paar gebarsten lippen en blauwe ogen.

'Kriss,' sprak Nathan streng, 'doe dit niet.'

Mijn blik schoot heen en weer tussen broer en zus, maar mijn blik bleef hangen op Kriss. Ze was zo anders dan ik gewend was. Deze persoon leek niet op Kriss, misschien hoopte ik er zelfs op dat de persoon die nu op Kriss leek, haar masker zou afzetten alsof het één grote grap was.

'Nee. Ik heb het helemaal gehad,' krijste ze.

'Kriss? Wat is er aan de hand?' vroeg ik. 'Misschien kan ik je helpen?'

'Jij mij helpen!' hikte ze. 'Laat me niet lachen. Je kan niet eens iets voor jezelf doen.'

Ik hapte naar adem. Een eerste slag was uitgedeeld.

'Kriss, zo is het genoeg!' schreeuwde Nathan. Hij duwde de hand van de leerkracht die zijn gespleten lip inspecteerde weg.

'Nee, Nathan, het is niet genoeg. Het is teveel en ik pik dit niet langer.' Kriss draaide zich naar mij. Haar ogen boorden zich in de mijne en ze hadden er nog nooit zo koud uitgezien.

'Ik was er altijd voor jou, altijd. Ik heb bepaalde dingen verzwegen zodat jij je beter zou voelen en besef je eigenlijk wel dat ik weinig vrienden heb omdat ik bevriend ben met jou? Je bent als een blok aan mijn been, ik had aan elke hand misschien wel tien beste vrienden kunnen hebben, maar nee ik zat opgescheept met een zielig hoopje ellende.' Kriss onderbrak haar tirade om naar adem te happen. Ze stond te trillen van wat overduidelijk woede was of misschien was ik het wel die trilde. Misschien trilde ik zo hard dat mijn beeld mee schudde.

Het Levenslied van CelesteWhere stories live. Discover now