Hoofdstuk twaalf: De Ziekenzaal

857 54 13
                                    

Hoooi! Dit hoofdstuk heeft niet echt veel inhoud... Maar ja, het moest erin :D  O ja! ALSJEBLIEFT IK HEB EEN MARAUDERSNAME VOOR AURORA NODIG MAAR IK WEET HET NIET MEER!!! Als je een suggestie hebt, laat het me alsjeblieft weten want ik heb echt een naam nodig. Degene die de beste naam verzint wordt natuurlijk gededicate en zo. xxxx 

Hoofdstuk twaalf: de Ziekenzaal

Zodra we de Ziekenzaal binnen kwamen gestrompeld kregen we een enorme uitbrander van Madam Pomfrey*. Nadat ze klaar was wees ze ons op een bed helemaal aan het einde van de zaal en ze zei dat we daar moesten gaan wachten.

We liepen naar het bed en Sirius ging erop zitten terwijl James plaats nam in de stoel en ik mijn knieën optrok en tegen het bed aan leunde. Madam Pomfrey kwam naar ons toe en bracht ons allemaal een kop warme chocolademelk. Toch keek ze nog vreselijk kwaad.

Nadat ik mijn tong had verbrand aan de chocolademelk vroeg ik, ‘Hoe wisten jullie dat ik daar was?’

Even wisselden James en Sirius een blik met elkaar uit maar ik vroeg verder. ‘En waar is Pettigrew?’

James en Sirius keken nog steeds met een veelbetekenende blik naar elkaar maar toen zei Sirius, ‘Peter eh… Heeft het niet zo op conflicten met drie Slytherins.’

‘En hoe wist hij dat er drie Slytherins waren?’

‘Ehm…’ Sirius keek weer naar James en die frummelde aan iets in zijn gewaad. ‘Moeten we het haar vertellen?’ Vroeg Sirius. James knikte. ‘Tsja, nu moet ze het weten ook.’

‘Oké,’ zei Sirius en James haalde iets uit een van de zakken van zijn gewaad. Met kloppend hart nam ik het aan.

‘Wat? Het is gewoon een stuk perkament!’

‘Neehee…’ Zei Sirius en hij pakte het van me af. Hij opende het opgevouwen perkament en tikte er even met zijn toverstaf op terwijl hij mompelde: ‘I solemnly swear that I’m up to no good.’**

Langzaam maar zeker verscheen er tekst op het perkament. Nee, het was geen tekst, het was een kaart. Een kaart van Hogwarts. En de kaart bewoog! Er liepen overal voetjes met namen erbij.

‘We zagen je op de kaart,’ vertelde James. ‘En toen zagen we die twee misbaksels van een Mulciber en Avery. Het is nogal een lang verhaal…’

‘Ik luister,’

‘Het begon allemaal zo…’ Sirius staarde naar de kaart. ‘James, Peter en ik zaten een beetje te niksen op onze slaapkamers. Remus was zoals gewoonlijk zogenaamd bij zijn moeder die heel erg ziek is, waar we nu zo onze twijfels aan hebben. Volgens mij is ze kerngezond. Maar ja, waar waren we gebleven? James vroeg zich af waarom die irritante Avery jou toch de hele tijd volgde. Hij zag dat hij en Mulciber zich opsplitsten toen ze jou richting de stenen zagen komen. Avery verschuilde zich achter de stenen en Mulciber in een bosje.

Maar het werd al helemaal vreemd toen die lafaard van een Snivelly, ik bedoel Severus, ook richting de Oude Runen ging, nou ja, eigenlijk ging hij achter Remus aan. Snivelly was al een poosje Remus aan het achtervolgen en we zagen dat ze allebei naar de Whomping Willow gingen. Wij gingen toen onder James onzichtbaarheidsmantel Oh, oeps…’

James keek Sirius kwaad aan. Die haalde verontschuldigend zijn schouders op. ‘Nou ja, we gingen toen onder James onzichtbaarheidsmantel achter Snivelly aan maar toen zagen we dat Snivelly jou zag en toen zijn we hem gevolgd. En nou ja, daar hield het eigenlijk op.’

‘Wisten jullie dat Remus…’ Vroeg ik behoedzaam en Sirius en James schudden beiden hun hoofd.

Er gingen allemaal gedachtes door mijn hoofd. Eén ding wist ik zeker, ik was Severus en de Marauders heel wat verschuldigd. Ze hadden me gered van Avery en dan was ik ook nog vergeten wat Moonfreckles voor me gedaan had. Waar was Moonfreckles eigenlijk?

Net op het moment dat ik me dat afvroeg ging de deur van de Ziekenzaal open en een verfomfaaide Professor McGonagall kwam binnengelopen gevolgd door Professor Dumbledore die een vuile maar zeer tevreden Moonfreckles in zijn armen droeg. Professor Dumbledore en McGonagall waren niet zo tevreden.

‘Wat dachten jullie wel niet?!’ Vroeg McGonagall overstuur.

‘Rustig Minnie,’ Zei Dumbledore en hij legde een kalmerende hand op haar schouder. ‘We willen nu alleen eerst even uitleg,’

‘En wel een zeer goede!’ Zei McGonagall erachteraan. Ik keek naar Sirius, die keek naar James en James keek weer naar mij.

‘Wat deed jij bij de Oude Runen Black?’ Sirius en ik draaiden beiden ons hoofd om toen ze dat zei en ze zuchtte. ‘Jij, juffrouw Black,’

Ik vertelde haar heel het verhaal, behalve dan dat James en Sirius hun zogenaamde “kaart” hadden gebruikt en ik zweeg ook over de onzichtbaarheidsmantel. Professor Dumbledore keek ons ernstig aan en ik staarde naar mijn voeten.

‘Professor McGonagall, aan u om een gepaste straf te bedenken.’

McGonagall’s lippen waren nog dunner dan normaal en ze zag er uit als een wilde kat want haar haar zat helemaal in de war en op haar rechterwang zat een schram.

’10 punten aftrek vanwege vechten met medeleerlingen. Per persoon,’

We kreunden alle drie want dat was bij elkaar dertig punten aftrek.

‘5 punten aftrek omdat jullie weggeslopen zijn uit het kasteel. Ook per persoon.’

Nog meer gekreun.

’10 punten voor het opkomen voor vrienden voor Potter, Black, ja jij’ ze wees op Sirius ‘en Lupin.’

Meteen verscheen er een brede grijns op onze gezichten.

’10 punten voor Juffrouw Black vanwege haar moedige optreden en nog 5 vanwege het goed uitvoeren van een Petrificus.’

Nu mist ik ook glimlachen want als je de punten optelde bij elkaar hadden we eigenlijk helemaal niets verloren.

‘En heel veel vis voor Moonfreckles,’ De kat miauwde dankbaar en sprong op McGonagall’s schoot.

‘Maar natuurlijk moeten jullie eerst goed uitrusten en daarom een nacht in de Ziekenzaal doorbrengen,’ Professor Dumbledore stond op en samen met McGonagall liep hij de Ziekenzaal uit. James liet zich op een bed neerploffen en staarde naar het plafond.

Sirius grijnsde nog na en gaf me een high-five. Misschien waren de Marauders toch niet zo vreselijk…

* Madam Plijster

** Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb

How to be a BlackWhere stories live. Discover now