Hoofdstuk zesentwintig: het wisseldrankje

740 51 8
                                    

Hoofdstuk zesentwintig: het wisseldrankje

‘Het is je gelukt!’ Zei Remus toen ik de kamer binnen kwam struikelen. Meteen ving Sirius me op en ik sloot even mijn ogen om tot rust te komen. Ik voelde hoe mijn hart klopte in mijn borst en mijn ademhaling ging onregelmatig.

‘Goed gedaan!’ James pakte het medaillon en deed het open. ‘Ik zal het goed bewaren. Als jullie het drankje afhebben dan kunnen we het innemen.’

‘Wie veranderd er in Regulus en wie in Severus?’ vroeg ik.

‘IK WIL NIET IN REGULUS VERANDEREN!’ Riep Sirius uit.

‘En ik niet in Snape!’ Voegde James er aan toe.

‘En ik ook niet in Snivelly!’ zei Sirius terwijl hij met afschuw naar de haren keek die James vast hield.

‘Kom dan gaan we naar buiten!’ Ik keek door het raam. Buiten was het heerlijk weer en de zon scheen op het meer. De Marauders hadden er niets op tegen en samen stormden we naar beneden, richting het meer.

Zoals gewoonlijk was het er prachtig. De reflectie van Hogwarts op het meer was een van de dingen die je gewoon de adem benamen. In de verte lagen de bergen met hun enorme toppen die naar de hemel rijkten. We liepen naar de boom die naast het meer stond en die we gedoopt hadden tot “onze boom”.

Sirius liet zich languit op het gras vallen en Peter rende een rondje terwijl James met een Bruisbonbon aan het prutsen was. Remus leunde tegen de boom aan terwijl hij een boek las. Ik ging naast hem zitten en keek over zijn schouder mee wat hij las. Veel te saai allemaal.

‘Oh hoera…’ zei Sirius terwijl hij in de verte keek.

‘Wat?’ vroeg ik en ik volgde Sirius blik. Uit het kasteel kwam een groepje leerlingen gelopen.

‘Nee hè…’ zuchtte ik. Het waren de aardsvijanden van de Marauders; Severus Snape, Avery, Mulciber, een stelletje Ravenclaws die dachten dat ze cool waren, een Hufflepuf waarvan ik de naam niet kende en Regulus Black.

‘Hé losers!’ Riep een van de Ravenclaws. Hij had blond haar, droeg een idiote roze zonnebril en had zijn stropdas expres slordig gehangen.

‘Ook hallo Lockhart!*,’ riep Sirius terug. Gilderoy Lockhart, zo heette hij, negeerde Sirius en liep naar een boom een paar meter van ons vandaan. Daar gingen ze in dezelfde houding als ons zitten. Ik stond op en wou naast Sirius gaan liggen maar ik zag dat de Hufflepuf precies hetzelfde deed.

‘Ze apen ons na!’ Zei ik en Peter sprong op.

‘Oh ik heb zo’n zin om die enorme neus van Snivelly te breken…’ mompelde James toen hij zag dat Lily naar het groepje ging. Lily liep recht op Severus af. Blijkbaar zei een van de irritante na-apers iets tegen haar want ze rolde met haar ogen. Toen ze vlak voor Severus stond keek ze hem even glimlachend aan. Toen sloeg Lily hem keihard in zijn gezicht.

James juichte en de Marauders volgden zijn voorbeeld.

‘Goed zo Evans!’ Riep Sirius en James mikte zijn Bruisbonbon naar het achterhoofd van Gilderoy Lockhart. Die draaide zich kwaad om en Peter stak zijn tong naar hem uit.

‘Jullie…!’ Gilderoy sprong kwaad op. ‘Wie wil hier het meer in gegooid worden!?’

‘Oeps, ik denk dat ze in de meerderheid zijn…’ Mompelde Remus.

‘Ehm…’ James wreef over zijn hoofd waardoor zijn zwarte haar nog slordiger zat dan voorheen. ‘Ik denk dat we nu nog maar één ding kunnen doen: RENNEN!’

‘Zou Regulus lekkerder zijn als knakworst of als shoarma?’ vroeg Sirius aan James. Die haalde zijn schouders op en keek naar Remus.

‘Hé Remus, wat vind je lekkerder, knakworst of shoarma?’

‘Ik ben vegetariër,’ antwoorde die droog. We zaten weer met zijn allen in lokaal 145, de eerste de beste plek die we tegen kwamen toen we voor Xeno en zijn vrienden waren gevlucht. 

Ik gooide wat spullen in het wisseldrankje waar we mee bezig waren. We waren al een heel stuk verder maar omdat geen van de Marauders goed was in Toverdranken moest ik alles in mijn eentje doen. ‘Wie gaat eigenlijk in wie veranderen?’ vroeg ik.

‘Ik wel geen Regulus of Snivellus zijn,’ zei Sirius.

‘En ik wil niets met vet haar en lange neuzen zijn,’ James keek vies naar het drankje.

‘Bij weerwolven werken wisseldrankjes niet,’ Remus haalde verontschuldigend zijn schouders op.

‘Geweldig…’ zei ik. ‘Dan komt het er dus op neer dat ik en Peter het drankje moeten nemen.’

‘Ik wil niet…’ piepte Peter en ik rolde met mijn ogen.

‘Potter, jij veranderd in Regulus, dan doe ik wel Severus.’

‘Waarom ik?’

‘Omdat ik dan tegen Lily zal zeggen dat je heel aardig bent.’

Meteen lichtten James ogen op en hij knikte gretig. ‘Oké dan!

‘Zijn we er klaar voor?’ vroeg Remus terwijl hij de twee haren boven de twee bekers gevuld met het afgrijselijke goedje hield. Het bubbelde en borrelde en het deed me herinneren aan Peter’s maag als hij honger had.

‘Jullie hebben maar één uur.’ Remus pakte de kaart en keek er naar, zoekend naar Regulus en Severus. ‘Regulus gaat richting de jongenswc en Severus loopt samen met Gilderoy richting de Grote Hal. Zijn jullie echt helemaal klaar?’

James en ik knikten instemmend en Remus liet de haren in de drankjes vallen. Meteen begon het nog harder te prutellen dan eerst en ik vroeg me af of we geen fout hadden gemaakt. Remus pakte beide bekers en overhandigde ze aan mij en James.

Met lichte weerzin pakten we de bekers aan. Ik keek er even naar en slikte toen. ‘Heb je de Slytherin stropdassen?’ vroeg ik aan Sirius.

Dij haalde grijnzend twee groene stropdassen tevoorschijn. ‘Arme eerstejaars. Nu moeten ze aan Slughorn uit gaan leggen hoe het komt dat ze geen stropdas meer hebben.’ Hij gaf ons de stropdassen en ik deed hem om.

Daarna haalde ik diep adem en staarde ik even naar het drankje. Even aarzelde ik maar toen goot ik het in één keer achterover. 

How to be a BlackWhere stories live. Discover now