Hoofdstuk eenentwintig: De onterving

778 48 5
                                    

Hoofdstuk eenentwintig: De onterving

Ik haatte het bal. Hier zijn de redenen:

1. Je moet dansen

2. Iedereen moet van die vreselijke negentiende-eeuwse jurken dragen (behalve de mannen natuurlijk) waar ik er echt belachelijk in uit zie.

3. Ik wordt altijd door Oom Alphard gevraagd om te dansen. Oom Aphard heeft een stinkende adem…

4. Kom op, het is mijn familie.

Oftewel, het was vreselijk. Ik had mijn afschuwelijke jurk aangedaan en keek nu toe hoe Minako haar zwarte haar naar achteren streek. ‘Mooi.’ Zei ze en ik zuchtte. Oh dit ging zo’n gezellige avond worden…

We liepen naar beneden waar de helft van de familie al in hun belachelijke kleding zat. Bellatrix had als enige een zwarte jurk aangetrokken en ze grijnsde gestoord naar iedereen. Andromeda droeg een lichtgroene jurk en ze zwierde dromerig over de dansvloer, dansend met een ontzichtbare partner. Narcissa zat samen met haar vriendje, die enge Lucius, te niksen op de bank.

Nog voordat ik naar Remus toe kon lopen stond Regulus al voor me. ‘Wil je met me dansen?’

Het liefst had ik keihard in zijn gezicht ‘nee!’ geroepen, vooral na wat hij had gezegd tegen Remus, maar als ik dat deed zou ik zeker geen betere kans bij de familie hebben. Het voelde vreselijk om ‘ja’ te zeggen en ik vocht met mijn schuldgevoel. Uiteindelijk zuchtte ik en hij glimlachte. ‘Ik neem aan dat dat een “ja” is.’ Hij pakte mijn handen vast en trok me de dansvloer op.

Gelukkig had ik al veertien jaar (de keer in mijn eerste jaar niet meegeteld) Black danservaring en kende ik alle stomme dansjes uit mijn hoofd. Gedachteloos liet ik me meevoeren door Regulus. 

‘Aurora,’ zei hij en ik rolde met mijn ogen.

‘Ja…’

‘Je weet dat Oom Cygnus en Tante Druella, jouw ouders, het niet leuk zouden vinden als ze wisten dat…’

‘Houd je bek Regulus,’ siste ik en hij lachte. Waarom kreeg ik toch zo’n Avery/Snape/Mulciber gevoel bij Regulus? Hm… Ze zaten alle vier in Slytherin… misschien dat dat de reden was...

‘Kijk, ik ben heel teleurgesteld in je,’ zei hij op sluwe toon.

‘Het maakt mij echt helemaal niets uit wat jij denkt,’ kaatste ik terug.

‘Nee, maar wel wat ik zeg…’

‘Je houd je bek Regulus, anders verander ik je in een slak,’

‘Oh, maar dan is het al te laat…’ mompelde hij grijnzend. Ik wou mijn mond opendoen om op mijn luidste volume te schreeuwen dat hij iets heel erg slijmerigs was maar ik bedacht me. Wat als Regulus het tegen mijn ouders zou zeggen? Dan zou ik zeker onterft worden. En Sirius waarschijnlijk ook.

Er twinkelde iets in Regulus’ ogen wat me liet huiveren. Er lagen een wrede trek rond zijn mondhoeken en opeens voelden de handen die me vasthielden ijskoud aan. Hij had me volledig in zijn greep, en hij wist het. Ontzet wrong ik me los uit Regulus zogenaamde omhelzing en ik glipte door de menigte door.

Eén ding wist ik zeker: Ik zou niet weer verdrietig en zielig gaan lopen doen. Ik was kwaad, echt woedend. Het liefst had ik Regulus ter plekke vervloekt, ware het niet dat ik geen spreuk kon vinden die erg genoeg was. Ik rende de kamer uit richting de salon waardoor ik in de serre kwam. Daar gooide ik de deur open en ik rende naar buiten, de duistere tuin in.

Woedend pakte ik een steentje en mikte ik het in de kleine vijver. Plotseling hoorde ik voetstappen en ik draaide me om, om te zien dat Sirius geamuseerd naar me keek. ‘Ben je er eindelijk achter hoe afgrijselijk The Noble and Most Ancient House of Black is?’

Ik gaf geen antwoord maar keek alleen maar kwaad naar zijn gezicht, dat voor de helft belicht werd door de maan. Hij liep naar me toen en legde een kalmerende hand op mijn schouder. ‘Ga zitten,’ fluisterde hij.

Ik zakte door mijn knieën en hij kwam naast me zitten. Samen keken we even zwijgend naar de vijver.

‘Ik haat ze…’ fluisterde Sirius.

‘Wie?’

Hij zuchtte, alsof ik een klein kind was dat iets niet begreep. ‘De familie natuurlijk,’

‘Oh,’ zei ik. ‘Ik haat Regulus. En Snape, maar dat is geen familie. Raar eigenlijk,’

‘Wat?’

‘Nou, dat ik ze eens allemaal aardig vond. Voorheen kon ik het altijd veel beter vinden met Reg dan met jou. Ik vond je een arrogant vervelend joch. Nu vind ik dat van Regulus. En Snape, toen in de trein, weet je nog? Toen hoopte ik dat we goede vrienden zouden worden. Maar nu…’

‘Het komt omdat je een Gryffindor bent,’ zei Sirius.

‘Wat is dat nou weer voor opmerking?’ vroeg ik. ‘Wat maakt het uit of je een Gryffindor, Huffelpuf, Ravenclaw of Slytherin bent? Dat is nou het allerergste aan die afdelingen, je denkt dat je anders bent terwijl je gewoon allemaal hetzelfde bent. Waarom zou een Gryffindor niet vrienden kunnen zijn met een Slyhterin?’

Sirius zweeg even en toen zei hij, ‘Nou, omdat Godric Gryffindor en Salazar Slytherin al vijanden waren vanaf het begin,’

‘En daarom moeten wij de Slytherins maar haten?’

‘Dat is traditie,’ antwoorde hij.

‘Het is ook traditie dat wij in Slytherin horen te zitten!’ Zei ik woedend en ik stond op. ‘Het is traditie dat wij Muggles en Mudbloods haten! Het is traditie dat we verliefd worden op volbloed tovenaars en heksen! Het is traditie dat…’ Opeens doodop zakte ik weer op de grond. Met mijn handen trok ik krampachtig het gras uit de aarde en ik keek wanhopig naar Sirius.

‘Loop met me weg,’

‘Wat?’ vroeg ik ongelovig.

‘Loop met me weg, nu, vandaag. Zeg tegen ze dat het je helemaal niets kan schelen. Schreeuw tegen ze zoals je net tegen mij hebt geschreeuwd!’

‘Dan wordt ik onterft!’ Riep ik uit.

‘Ja dus?! Dan worden we samen onterft. We weten wel wat te vinden! James zei dat ik best bij hem mocht komen wonen!’

‘Jij misschien, maar ik niet!’

‘Dat vinden zijn ouders vast niet erg. Ze zijn super rijk!’

‘Nee!’ Zei ik en ik stond alweer op. ‘Ik kan het niet Sirius! Begrijp dat dan!’

‘Nee, dat doe ik niet!’ ook hij stond op en we keken elkaar recht in de ogen. Toen fluisterde hij. ‘Je bent gewoon laf. Laf. Ik begrijp niet waarom ze je in Gryffindor hebben geplaatst want als jij dapper bent, dan is heel Slytherin loyaal, nobel en moedig!’

En met die woorden draaide hij zich om en liep hij naar binnen. Even later hoorde ik luid geschreeuw vanuit de woonkamer. Ik herkende de stem van Sirius en zijn vader. Zijn moeder die krijste dat ze het altijd al had geweten. Regulus die honend lachte. En daarna de ijzige stilte van onterving. 

How to be a BlackWhere stories live. Discover now