33. Het einde van onzekerheid

4.6K 330 175
                                    

© Mari_em

___________________________________________________________

                                                               Anne

Voor een moment dacht ik dat ik alle angst uit de wereld al gevoeld had, maar niks is vergelijkbaar met wat ik op het moment voel. Mijn hart klopt pijnlijk in mijn borstkast en ik voel mij letterlijk de adem ontgaan. De tanden komen centimeter voor centimeter dichterbij, terwijl een grote zwarte neus onze geur opneemt – mijn angstzweet vooral.

Twee handen grijpen mij vast en word ik in een stevige stoot naar voren geduwd. ‘Hier neem haar maar! Ik ben te jong en te knap om te sterven!’ gilt Melissa over mijn schouder heen.

‘Wat? Ik…’ piep ik en begin naar achteren te stribbelen terwijl ik steeds verder geduwd word. Mijn voeten slippen op de grond en met mijn handen probeer ik mij aan de takken, van de bosjes waarin we verschuilde, vast te houden. Oh god, ik wil niet opgegeten worden!

‘LAIKA!’ word er ineens hard geroepen en ik schrik er zo van dat ik mij met een kleine gil omdraai en aan Melissa vastklamp.

‘Laat mij los!’ gilt ze op haar beurt. ‘Hij wil jou, niet mij! Laat me los.’

‘Laika?’ klinkt de stem al een stuk dichterbij, gevolgd door iets in het Frans wat ik niet versta. Voor we nog iets kunnen doen, horen we geritsel in de bosjes en word er een licht in ons gezicht geschenen. We gillen het allebei uit. ‘EUGENE! Zjuh les e troeve!!!’ Wordt er hard geroepen of iets wat er op lijkt. Waarom versta ik geen Frans!!!

De volgende gebeurtenissen volgen zich in een rap tempo op. Alsof alles haast geluidloos verder gaat. De bosjes die weer uit elkaar getrokken worden. Twee mannen die ons aan kijken en ons er uit helpen. Hun Franse dialect die in het Engels verandert en vraagt of het goed gaat met ons. Gesprekken via de telefoon, over en weer gepraat in het Frans, geblaf van het tandenmonster van net – die dus “Laika” de herdershond blijkt te zijn. De mannen die ons optillen en naar een open veld brengen. Een helikopter die ons op komt halen en van die onderkoelingdekens waar we in worden gewikkeld. Nog meer gegil en geroep in het Frans. Flapperende propellers, meer gegil en handen die ons naar binnen tillen. Alles klinkt dof op de achtergrond en verward knipper ik met mijn ogen. Er word tegen mij gesproken, maar ik kan niks anders doen dan schaapachtig knikken.

Wanneer we weer landen en geholpen worden met uitstappen, lijkt het wel alsof we helemaal niet in een helikopter hebben gezeten. Het is de eerste keer dat ik zoiets gedaan heb en het is mij allemaal voorbij gegaan. Melissa wordt op een brancard gezet en ze vragen of ik er ook op één wil, maar ik gebaar hen dat het niet nodig is. Een stevige vrouw met een vriendelijke glimlach pakt mij bij mijn schouders vast en zo beginnen we samen met zijn allen te lopen. Er word weer tegen mij gesproken, maar ik ben denk ik in shock want ik kan nog steeds niks antwoorden.

Het is inmiddels al aardig donker en alles word verlicht door grote bouwlampen. Ik zie politiewagens en ambulances en voor het eerst sinds we gevonden zijn, vraag ik mij af of iedereen zo’n geluk heeft gehad. Wat als er wel iets gebeurd is? Zou er iemand gewond zijn of erger? Tranen beginnen te prikken in mijn ogen en ik wil het aan iemand vragen, maar als ik de woorden probeer uit te spreken komt er alleen maar gegasp uit mijn mond.

De helikopter stijgt blijkbaar weer op en mijn haar zwiept door de kracht van de roterende wieken heen en weer. Ik val half naar voren maar de vrouw trekt mij weer omhoog en ondersteunt mij nog iets meer. Met mijn vrije hand probeer ik het haar wat aan mij gezicht geplakt zit weg te vegen. Er klinkt nog een hoop commotie en door de herrie die de helikopter maakt is het lastig om te begrijpen wat er allemaal gebeurd.

Ik kan je best uitstaan... [Deel 2]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu