Hoofdstuk 30

294 13 1
                                    

{Emily}

Lydia en Liam komen de wachtruimte in gelopen en Lydia omhelst me meteen terwijl erbij mij nog steeds tranen over mijn wangen lopen. "Rsutig maar. Het komt wel goed. Alles komt goed." troost ze me. Nadat ze me los liet, kwam mijn moeder onze kant op lopen. "Is alles goed met hem. Komt alles wel goed met hem?" vraag ik meteen. "Alles is goed me hem. Hij had nog een zwaar hoofdletsel die ze niet hadden opgemerkt. We waren er op tijd bij anders had hij het waarschijnlijk niet overleefd." Nadat die woorden haar mond verlieten kreeg ik het toch effe moeilijk. Wat als ik nog in de cafetaria was. Dan was hij er waarschijnlijk niet meer. Mijn moeder ziet dat ik het moeilijk had en begon snel terug met praten. "Maar ik heb ook goed nieuws. Hij word ergens vandaag waarschijnlijk wakker of anders morgen. We weten niet hoe het komt. Het is bijna onmogelijk om na zoiets wakker te worden zo snel. Maar ik denk dat er iets moet gebeurd zijn dat niet jullie heeft te maken. Maar ik heb al zo mijn vermoedens." Dat laatste zegt ze knipogend naar me en loopt dan weg. Lydia en Scott wisselen blikken uit die ik niet begrijp. Ik volg hun maar stil naar de kamer waar Stiles ligt. Ik ga weer op de stoel naast het bed zitten en pak weer zijn hand vast waarna ik zachtjes in knijp. Ondertussen waren Scott, Liam en Lydia al de kamer uitgelopen naar de cafetaria. Ik zit al een tijdje in mijn eigen gedachten maar ik word er met een ruk uit gehaald door iets dat zachtjes in mijn hand knijpt. De hand die de Stiles zijn hand vast heeft. Ik draai mijn hoofd meteen naar hem toe en ik zie dat hij zijn ogen probeert open te doen. "Stiles?" vraag ik. Zijn ogen gaan langzaam ogen en kijken me recht in de ogen aan waarna zijn ogen terug dicht vallen. OMG hij was wakker ik moet naar Scott. Ik ren de kamer uit maar bots al snel tegen de persoon aan die ik zocht. Scott. Hij kijkt me verward aan. "Het is Stiles. Hij was net heel kort wakker." Zijn ogen worden groot en hij rent meteen de kamer in met Lydia en Liam achter hem aan. Maar ik, ik niet ik ren het ziekenhuis uit. Ik kan het niet. Ik kan hem nu niet onder ogen komen. Zeker niet omdat ik de reden was dat hij daar een week lag.

Ik loop nu al een uurtje rond in het bos en besluit dan toch, na een grote ruzie tussen mijn hart en mijn hoofd, om terug te gaan naar het ziekenhuis. Naar Stiles. Ik zet een sprintje op en loop richting het ziekenhuis. Na ongeveer een kleine 10 minuten ben ik er. Toch handig zo extra snelheid. Ik loop rustig naar binnen en twijfel als ik voor de deur van de kamer sta een beetje maar toch doe ik het toch. Ik doe de klink naar beneden en stap traag de kamer binnen. Zijn ogen ontmoeten meteen de mijne waardoor de rest me ook aankijkt. We staren elkaar een tijdje aan en ik zie een sprankel opluchting ik zijn ogen. De rest staan op en lopen naar de deur waar ik nog steeds bij sta. Lydia en Liam zijn de kamer al uit en Scott staat nu voor me. "Het komt goed. Volg gewoon je hart." zegt hij en loopt daarna de kamer uit en sluit de deur achter zich.

{Stiles}

Ik voel iemand zacht in mijn hand knijpen en ik krijg meteen al een goed gevoel door me heen. Ik doe mijn best om terug te knijpen en na een tijdje lukt het. Ik knijp zacht terug. Ik probeer met moeite mijn ogen te open. "Stiles?" hoor ik een stem zeggen. Ik heb mijn ogen geopend en kijk de richting uit vanwaar de stem kwam. Ik kijk recht in de ogen van Emily. Ik wil iets zeggen maar ik voel me ogen al terug dicht vallen.

Wanneer ik mijn ogen terug open zie ik Scott, Lydia en Liam naast me staan. Als ze zien dat ik mijn ogen heb geopend, zuchten ze opgelucht. "Hey, hoe voel je je?" vraagt Scott. "Emily...... waar is Emily?" vraag ik meteen. "Sorry, ze is er niet." zegt Lydia. "Ik, ik zag haar. Ze zat naast me daarnet. Maar het was maar een verbeelding. Ze is er niet. En komt waarschijnlijk niet. Waarom zou ze. Ik heb haar gekwetst." "Stiles. Ze heeft hier elke dag gezeten. Ze is niet weg gegaan. Ze weigerde om weg te gaan. Ze heeft elke seconde van de hier op deze stoel gezeten. Of op het voeteneind van je bed. Ze heeft elke dag tegen je gepraat. Ze heeft zelfs bijna een verpleegster aangevallen omdat ze haar wou weg halen." Dat laatste zegt Liam lachend. Nadat hij dat heeft gezegd gaat de deur open en komt Emily traag de kamer binnen gewandeld. We staren elkaar een tijdje aan waarna de rest de kamer uitgaan. We staren elkaar nog een tijdje langer aan. Dan rent ze naar me toe en vliegt me om de hals. Ik hoor haar snikken en ik pak haar stevig vast en druk haar tegen me aan wanneer ze harder begint te huilen.

Na een tijdje laat ze me los en gaat normaal staan. Ze veegt haar tranen weg en kijkt me aan. "Het spijt me." zegt ze terwijl haar stem trilt. "Waarvoor?" vraag ik. "Alles, dat ik naar je luisterde. Dat je hier ligt komt door mij. Dat je bijna dood was, komt door mij." "Dat is niet waar. Heb jij me aangereden. Nee. Heb jij ervoor gezorgd dat iemand me aanreed. Nee. Dus het is niet jouw schuld." zeg ik. Ik haat het wanneer ze zo denkt. "Het spijt me Stiles. Maar ik kan het niet." "Wat bedoel je?" "Dit. Bij jou zijn. Ik kan geen relatie hebben met je. Ik kan het gewoon niet. Telkens als ik je aankijk moet ik hier aan denken. Dat je hier een hele week lag door mij. Spijt me. Zo erg." zegt ze met tranen in haar ogen. Ik schud zachtjes met mijn hoofd. "Nee, zeg dit alsjeblieft niet." Fluister ik. Ze drukt voor de laatste keer nog zacht haar lippen op de mijne en verlaat dan de kamer. En dan realiseer ik het me. Ik ben haar kwijt. En nu voor echt. Mijn hart breekt en de tranen stromen over mijn wangen.

In love with my brother's best friend  [1]  (Teen Wolf Fanfiction)Where stories live. Discover now