Hoofdstuk 19

9.2K 186 6
                                    

Yara

Ik word wakker in het ziekenhuis. Mijn moeder zit naast me en heeft mijn hand vast. "Och meis," zegt ze huilend. Ze slaat haar armen om me heen. "Wat is er allemaal gebeurd?" Ze drukt een kus op mijn haren. "Een overdosis? Waarom?" Ze stelt in alle paniek en hysterie vragen.

Ik kijk gedesoriënteerd naar mijn vader. Hij kijkt me kil aan. Tranen staan in zijn ogen. Ik kijk de kamer rond. Max is er niet, maar ik kan ook niet vragen waar hij is, want dan moet ik teveel uitleggen aan mijn ouders.

"Waarom een overdosis Yara?" Mijn moeder blijft de vraag herhalen. Ik kijk naar mijn vader.

"Hoe voel je je?" vraag hij. Ik haal mijn schouders op. Mijn moeder laat me los uit de omhelzing en pakt mijn gezicht tussen haar handen.

"Waarom, Yara? Wat hebben we fout gedaan?"

"Nadine, ik denk niet dat je dit nu moet doen," zegt mijn vader.

"Ik wil weten of het komt door ons. Hebben we niet goed voor je gezorgd?"

"Nadine!" mijn vader verheft zijn stem. "Niet nu." Het blijft even stil. Ik kijk naar het infuus in mijn hand.

"Wat hebben ze gedaan?"

"Je maag is leeggepompt," zegt mijn vader.

"Mag ik naar huis?"

"Nee. Ze moeten je voor toezicht hier houden. Misschien mag je morgenochtend naar huis." Ik knik en kijk naar mijn buik. Dit is misschien niet het juiste moment om het te vertellen, maar er komt ook geen beter moment denk ik.

"Je docent heeft je gevonden, Yara. Je mag hem wel een bloemetje sturen," zegt mijn moeder. "Die man is zich doodgeschrokken." Max. Ik ben zo blij dat hij mij heeft gevonden. Vanaf het moment dat ik begon met kokhalzen, besefte ik dat ik niet dood wilde. Ik was bang. Als Max er niet was geweest was ik waarschijnlijk dood. En het kindje in me ook.

"Waar is hij nu?"

"Hij is naar huis gegaan toen wij hier kwamen."

"Kan je hem bellen?"

"Ik denk dat je beter even kan rusten." zegt mijn vader. Ik kijk op het kastje naast me en zie mijn telefoon liggen.

"Ik wil hem alleen vertellen dat alles goed met me gaat," zeg ik.

"Dat hoeft toch niet nu," zegt mijn moeder. Jawel dat moet wel nu. Ik moet hem spreken.

"Mam," zeg ik. "Mag ik hem even bellen?" Mijn moeder kijkt mijn vader aan en staat op.

"Wij zijn ook geschrokken, Yaar. We snappen dat je hem wilt laten weten dat het goed gaat, maar we zijn je ouders en bijna hadden we geen dochter meer."

"Het spijt me," zeg ik.

"Spijt? Yara, je had dood kunnen zijn. Wij hadden ons kind bijna moeten begraven. Je mag hem bellen omdat hij degene is die dat heeft voorkomen, maar we zijn nog niet klaar over dit onderwerp." Mijn ouders kijken me kort aan en lopen dan weg. Ik pak mijn mobiel van het kastje en bel Max.

"Yaar?" vraagt hij.

"Hey," zeg ik.

"Goddank," zegt hij. "Ik kon niet in het ziekenhuis blijven vanwege je ouders, maar je bent oké nu?" vraagt hij.

"Ik denk het," zeg ik. "Sorry."

"Ik snap gewoon niet waarom."

"Ik was bang, Max. Ik weet niet wat ik moet doen."

"Zelfmoord is niet de juiste optie, Yara. Als ik je niet gevonden had was je nu dood he. Je snapt dat wel toch?"

"Sorry."

Zwanger van mijn docentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu