[H18: Technische Ontwikkelingen]

9 0 0
                                    

Na mijn gesprek met Leroy besloot hij mij tijdelijk van de zaak af te halen en na wat zinloos protest zag ik mezelf weer veiligheidscursussen geven aan officiers. Pieterszoon gaat zich er tegenaan bemoeien en na nog meer zinloos protest zag ik hem de ondervragingen overnemen. En ik ben niet de enige; Pieter is wel ontslagen uit het ziekenhuis, maar als slachtoffer te betrokken bij de zaak. (Het eerste wat hij tegen me zei was: 'Ik wist wel dat jij het niet was, jij schiet beter', waarop ik de nijging moest weerstaan het verband van zijn slagaderlijke bloeding te rukken.) Lilian heeft het te druk met andere zaken dan de aanslag en Tom heeft alles forensisch onderzocht wat er te onderzoeken valt en hoeft alleen nog wat rapporten te schrijven. Dus ieder van ons neemt deel aan mijn les over calamiteitenplannen, hoe ironisch dat ook is.

Timmermans zit ergens halverwege ons klaslokaal in de zuidelijke toren en steekt zijn hand op. 'Maar, we hebben toch al een prima calamiteitenplan, Noorman?'

Ik knik. 'Dat klopt, Kolonel. Daar heb ik toen zelf aan meegeschreven. Het probleem is alleen dat hij niet erg rekening houdt met de bommenwerpers die de laatste jaren op de markt zijn gekomen. Die hoor je niet en die zie je niet. Buiten het inzetten van meer patrouilles in de lucht moet men ook zeker voorbereid zijn op de grond. Het is te vergelijken met de abruptheid van een terroristische aanslag, waarvoor het calamiteitenplan ook verbeterd moest worden na de blamage van laatst.'

Timmermans zwijgt met een ernstig pruilmondje, maar knikt dan.

'Goed' ga ik verder. 'Ik hoop overigens dat het inmiddels bekend is wie welke taak heeft in het geval van een terroristische aanslag.' Er knikken er een aantal, maar ik ben niet overtuigd. 'Kijk nog eens naar het stappenplan in het informatieboekje dat jullie hebben gekregen.'

Nog een vraag, van Gerritsen dit keer. 'Overste, het systeem berust op je eerstegraads meerderen. Het is mij niet helemaal duidelijk wat te doen als zij omkomen. Of een lid van het koningshuis omkomt.' 

Tactloos of nieuwsgierig. Tactloos én nieuwsgierig. Knappe koppen.

'Simpel, Gerritsen, je wendt je tot je tweedegraads, zoals altijd. Anders neemt de Generaal-Majoor het commando zo lang over. Zijn er nog meer vragen?'

Graaf kijkt naar Gerritsen. De Wit staart uit het raam, wat mijn irritatie verder ontvlamt. 'Tot zover de meest dramatische scenario's. Laten we nu naar de algemene scenario's gaan...'

Na mijn uitleg breng ik een bezoekje aan het voertuigendepot. Ik heb de Wit strafwerk gegeven omdat hij maar niet op wilde letten. Hij zal een sectie aan zijn verslag toevoegen over wat er gebeurt als hij de enige is die zich niet aan het calamiteitenplan houdt. Zijn ogen waren poelen hete koffie die elk moment over de rand van de kommen konden klotsen. Niet mijn probleem, hij moet het opruimen.

Wagenmaker, Gerritsen en Wagenmakers bewaker staan samen naar een Leopard te kijken. Ze kletsen als gelijken (desalniettemin als enthousiaste kinderen), wijzend naar de rupsbanden van het gevaarte. Gerritsen lacht ergens om en ik vang de woorden "eindaandrijving", "geweldig" en "torsiestaven" op van Wagenmaker.

'Zin in een ritje, Lilian? Dit zijn de jongens waarmee we de oorlog gaan winnen' zegt hij dan. Ze zucht toegevend, maar schudt haar hoofd.

'Kom op, Lil, je doet niets liever op dit moment' lacht hij.

'Later, Fred' glimlacht ze. 'Timmermans verwacht me over een kwartier. Ik zou wel gek zijn om zijn orders te negeren.'

'Bel maar als je een oefening wil doen' zegt hij toch.

Ze salueert als antwoord.

'Noorman, luitenant' merkt Wagenmaker ons dan op.

'Wagenmaker.' Ik knik mijn gelijke toe en richt me tot zijn ondergeschikte Gerritsen, waarna de man de hint begrijpt, zich verontschuldigt en fluitend zijn weg vervolgt met zijn babysitter achter zich aan. Wagenmakers uiterst lichtblonde haar maakt hem net een spook als hij zijn donkerblauwe uniform aanheeft.

'Overste Noorman. Heeft u onze nieuwe Leopard al gezien?' zegt Lilian tevreden met haar handen in haar zij, alsof het haar zoontje is die goede cijfers haalt op school. Ik kijk van dichtbij naar het geschut dat erop prijkt: het gladloopskanon, de machinegeweren en de maar liefst twaalf rookbus-lanceerinrichtingen. Niet slecht. Luitenant Smidt is vandaag mijn bewaker en ook hij kijkt nieuwsgierig naar het huidige hoogtepunt van voertuiginnovatie.

'Ziet er goed uit. Is dat bakbeest nou ook een beetje snel of niet?' vraag ik.

De ingenieur klopt erop. 'Voor een tank: jazeker. Vergeleken met die Bushmaster: nee, niet echt. Ze haalt met een beetje geluk de 70.'

Ik kijk verderop naar de Bushmaster, een pantserwielvoertuig dat een slagje kleiner en een stuk minder indrukwekkend is, met slechts een zielig machinegeweertje op het dak voor in nood.

'Trouwens, Gerritsen' begin ik dan. 'Heb jij Graaf gezien? Hij zou hier geweest zijn vanochtend.'

Mijn woorden halen haar uit haar door gevechtsvoertuigen geïnduceerde walhalla.

'Nee, Overste. Maar hij had het tijdens jouw les over een gesprek met de koningin. Volgens mij is hij nog steeds ergens op het paleis.'

Ik zucht diep. 'Waarom moet ik dit nu weer van jou horen?'

Ze haalt haar schouders op, kijkt met een scheef gehangen hoofd naar mij. 'Of er is iets fout gegaan, of hij wilde je er niet bij. Misschien wilde hij gewoon even met haar praten na alles wat er gebeurd is.'

'Dan hoort hij het nog steeds te melden. Zeker in deze tijd.' Een weemoedige zucht volgt, omdat ik toch even medelijden voel voor de eigenwijze communicatiespecialist die alweer levend schild heeft moeten spelen voor de Koninklijke Familie. Dan blaas ik de lucht uit mijn neusgaten. 'Ik hoor de roddels alweer over de toonbank gaan, trouwens: "Van redder naar minnaar?"'

Smidt verstart vanuit mijn ooghoek om mijn vrije woorden. Gerritsen begint te lachen, schudt haar hoofd. 'Wie weet, wie weet.'

Ik zie de humor er onvoldoende van in en voel dat mijn frons voor de rest van de dag in mijn voorhoofd gebeiteld zit. Ik zet mijn handen in mijn zij. 'Dan gaan we daar maar eens heen. Sorry Smidt, het wordt een nog lange dag zo.'

De luit kan daarop zijn mondhoek niet in bedwang kan houden. 'Geen probleem, overste. Ik ben wel wat gewend.'

Lilians wenkbrauw rijst. 'Zou je dat wel doen, je bij hen voegen? Straks vertel ik het aan de kranten en dat komen er nog meer intriges bij.'

Ik zucht met mijn hand over mijn voorhoofd. 'Prima. Blaas het maar weer op, Lil. Daar ben je goed in.'

Ik hoor Gerritsen nog harder lachen en kan niets doen dan ook licht glimlachen op mijn geïmproviseerde grap. Als ik wil weglopen tussen al het met camouflagekleuren bespoten metaal, bedenk ik me opeens iets. 'Je werkt hard, Gerritsen. Ik zal in de wandelgangen vragen of ze je een assistent kunnen geven.' Die ook als uitstekende bewaker kan dienen, voeg ik er in stilte aan toe.

'Dank u wel, overste' zegt ze zacht. Er glinstert iets geamuseerds maar berustends in haar ogen.

Ik werp nog een blik op de Leopard, klop er ook maar een paar keer op en vertrek met Smidt op mijn hielen naar het paleis.

-

De Mythe van de SchemeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu