[H10: Ontspanning]

12 1 0
                                    

-

Notitie door auteur: Hallo, Sky_of_Umbra meldt zich. We zijn alweer aangekomen bij hoofdstuk 10! Misschien is het wat laat, maar: het kan dat er sommige dingen technisch niet helemaal kloppen/niet zo logisch zijn om de simpele reden dat ik geen militair ben. Ik hoop dat ik er redelijk goed mee wegkom aangezien de hele setting fictief is...

Voor nu: lees ze!

-

In de derde bar hang ik mijn jas op en bied ik de majoors aan om drank te halen. Aan de toonbank gaat mijn blik langs het wijnassortiment dat hier toch net iets anders is dan in de vorige bar. Ik bestel vier bier. Je moet er wat voor over hebben om niet op te vallen.

Dan hoor ik achter me een opgewekte stem.

'Majoor Noorman! Hallo!'

'Hallo Aron, jij ook hier?' vraag ik de jongeling achter me, wiens wangen iets te veel alcohol gezien hebben. 'Ik dacht dat jullie altijd twee bars verderop zaten.'

De sergeant knikt en leunt naast me op de bar, net naast twee uitdruipende biertjes. Tenminste, dat was de bedoeling, want hij glijdt weg en gaat bijna onderuit. Ik grijp zijn oksel beet in een reflex en kijk naar de wankelende maar overeind blijvende glazen. Mijn nek ontspant weer.

'D-Dank u.' Hij probeert zijn houding terug te vinden met een blik op de drank naast hem. 'Meestal zitten we inderdaad in de Mede-Molrat, maar daar was de sfeer zo grimmig. We wilden juist de situatie aan het front even vergeten, maar toen kwamen we die sombere luiten onder Timmermans tegen en...' Zijn blik keert terug naar mij, toch licht triomfantelijk. 'Toen zijn we maar hierheen gekomen.'

Ik glimlach en houd in mijn ooghoek in de gaten of er iemand geïnteresseerd is in ons gesprek. Niet echt, zo lijkt het. 'Goed je te zien' zeg ik dan en ik spreek de barman aan. 'Nog een alsjeblieft.' Ik playback het woord 'verdund' erachteraan, waarop hij knikt.

'Oh, dank u, dat had niet gehoeven' zegt Aron zachter. Achter hem komen ondertussen twee mannen en een vrouw tussen de tafels door gelopen.

'Hé, Aron, we gaan naar de volgende bar' zegt een van de jongens. Het meisje -ze zijn allemaal onder de twintig- zegt fronsend: 'Zal ik je naar huis brengen, Aron?'

Hij wuift het weg, laat de rooksliert van de man achter hem uiteenstuiven in lichte mist.

'Ik breng hem wel naar huis, jongelui' bied ik aan.

Aron pruilt meteen. Ik krijg een ongefilterd geïrriteerde blik waar ik bijna om in de lach schiet.

De drie collega's van de Wit doen precies dat. 'Dank u, Majoor' zegt een van de jongens. 'Doet u wel een beetje voorzichtig met hem?'

De glans in zijn ogen gooit een vertraging in mijn antwoord. Een insinuatie? Ik trek een wenkbrauw op. Het meisje houdt haar hand voor haar mond. De andere jongen slaat de brutale aap met een flinke klets in zijn nek. 'Ivo, doe normaal. Sorry, Majoor. Hij is nogal dronken, toch, Ivo?' 

De ontvanger heeft het fatsoen om ook een excuus eruit te persen.

'Wie is jullie CO?' vraag ik met een lage stem.

Ze worden alle drie meteen bleek. 'Tweede Luitenant Lohman, Majoor' antwoordt de meid.

'Dat zal ik onthouden.' Mijn blik gaat langs ieder van hen. 'Fijne avond, dame, heren. Kom, Aron.'

'Fijne avond, Majoor' zeggen ze in koor, vertwijfeld. Ze bewegen zich fluisterend langs een tafel kapiteins die hen geamuseerd gadeslaan. Ook ik moet mijn lach inhouden als ik me weer op de nog steeds pruilende Aron richt. 'Leuke vrienden heb je.'

De Mythe van de SchemeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu