4. Goderick

23 2 1
                                    

"Dit ook nog!" Roep ik, slaand met mijn vuisten op de tafel. "Dan weet je het slechte nieuws nog niet", mompelt Nick mijn bèta onder zijn adem. "Wat!" Beveel ik. "Hij is niet alleen. Hij heeft de mysterieuze koningin bij zich." Ik bekijk Nick ongeloofwaardig. Iedereen praat over deze koningin al jaren, maar niemand heeft haar ooit gezien. Het zou iets zijn met dat ze te kostbaar is voor hem. Of hij, maar enig gevoel heeft in dat koude lichaam van hem. Hij is niet alleen een sterke weerwolf maar ook een magiër.

Na het eten verplaats ik me terug naar mijn kantoor, waar ik alle papieren doorneem die nog niet zijn afgerond. Tot op een gegeven moment ik een klop hoor op mijn deur. "Kom binnen", zeg ik als ik mijn zus zie pieken door de spleet van de deur. Alsof ze bang is in wat voor stemming ik nu ben. "Alpha, ze zijn aangekomen en zouden graag intrek nemen in het roedel huis." 

Nu snap ik haar angstige manier van doen. Ik voelde mijn bloed al koken bij het idee dat die man hier moet blijven. Hij kan niet snel genoeg weg zijn, maar als Alpha moet ik mijn gasten begroeten. Dus dat is wat ik doe als ik mijn eerste stap zet op de grote trap naar beneden toe, verbaasd om een rode gestalte te zien staan. 

De kleur komt me zo bekend voor, al kan ik niets anders doen dan staren als ik de trap verder neem naar beneden. Nu ik bijna voor hun sta, zie ik de fluwelen cape rond haar lichaam en een klein beetje witte haren, al heeft ze haar gezicht bedekt voor me. Wat voor truc is dit zelfs. Waarom moet ze zich verbergen? "Gegroet, koning," zeg ik in een gemompel als mijn zus Leonora het overneemt en hun beide naar hun kamers brengt.

 Ik ruik haar parfum als ze voorbij loopt met een vleugje van iets wat me zo laat denken aan iets, waar ik gewoon nu niet op kan komen. Ik blijf naar haar staren tot ze in de gang verdwijnen. "Heb je haar gezien?" Vraagt Nick mijn bèta naast me. "Nee, maar ik zou er alles aan doen om haar te kunnen zien. Ik weet niet waarom, maar haar geur maakt mijn wolf helemaal tot doordraaien." Nick kijkt geschokt naar me met een paniek in zijn ogen. 

"Is ze je zielverwant? En wat nu?" Nick Vraagt me al had ik me dit zelfs nog niet gerealiseerd. Dit kan ons alleen maar tot problemen brengen. 

Wat als ik mijn wolf niet meer tegen kan houden? Wat als ik haar wil markeren? Een band tussen twee zielsverwanten is nu eenmaal moeilijk te negeren. Het kan zelfs je wolf helemaal gek maken tot hij zelf het voortouw neemt en het toch doet. "Laten we hopen van niet. Het zou de dingen er alleen maar moeilijker door maken." Nick knikte als we samen gaan wandelen rond het land van onze roedel. Wanneer we een paar tegen komen, die zich ook afvroegen over deze vrouw, al kon ik zelf niet veel vertellen over haar. 

Doordat ik zelf niet meer weet. Terug in het pakhuis, laat ik mijn wolf neus volgen tot ik bij mijn bib uitkom. In mijn grote kamer met al de boeken die ik al verzameld heb in mijn leven zie ik haar nog steeds in die rode cape van haar staan, met haar hand op een boek gelegd. Ik kom dichter als ik net hetzelfde voel als ik deze middag had gevoeld. Mijn wolf is nu in me kei hard aan het schreeuwen 'mate.' Ze draait zich om met het boek in haar handen, nog steeds jaar hoofd naar de grond gericht. "Heb je gevonden wat je zocht", zeg ik met een schorre stem. Ze blijft nog steeds mijn blik vermijden als ik haar zie knikken.

 Wat is dit mag ze haar gezicht en haar stem niet laten horen, zien. Wat voor een man is die Clay wel niet? Ik heb veel slecht over hem gehoord, zelfs in onze jeugd samen opgegroeid, maar nooit was hij zo een controlefreak als nu.

 Voor ik nog maar een woord kan zeggen tegen haar, hoor ik de deur terug open gaan en zie ik Clay met zijn gestalte binnen komen. "Hier ben je, kop." Beveelt hij haar als ze naar hem toe stapt in een trage stap. Hij geraakt er blijkbaar geïrriteerd van als ik hem hoor zuchten achter me. "Nu Topaz!" Roept hij als ze voorbij me loopt en even bleef staan om zoals mij onze geuren van elkaar op te vangen. 

De geuren van nat gras na de droogte en een lentewind zo fris. Ik moet me tegen houden om haar dan niet in mijn armen te nemen en haar te claimen als mijn eigendom. Wanneer ze uit de kamer zijn kan ik eindelijk terug met een helder hoofd nadenken. Waar ben ik mee bezig? Bekomt me in mijn gedachten. Ik ben niet op zoek naar een Luna of een zielsverwant. Ik ben op zoek naar de Luna van het eeuwige leven. En dat zou mijn enige taak ook moeten zijn. In een slecht gemoed wandel ik terug naar mijn bureau waar mijn zus al over me zit. 

Tuurlijk Nick zal het haar ook wel gezegd hebben. "Ja ze is mijn mate en nee ik ga er niets mee doen", zeg ik haar al direct geërgerd, helemaal geen zin in dit gesprek. "Nee Alpha dat is niet mijn vraag voor je. Ik weet natuurlijk al van je zielsverwant, door Nick. Al denk ik dat je er moet voor gaan en haar proberen te stelen van de koning." Is ze gek geworden. Mijn kleine zus die normaal niet buiten de doos kijkt, wil ineens dat ik een vrouw steel van een ander. "Dat kan ik niet doen, Leonora. 

Dan zullen we tot oorlog moeten over gaan en je weet dat we daar niet klaar voor zijn," zeg ik haar als ik doorga met lezen in het papierwerk dat voor me ligt. "Broer, luister nu eens voor één keer, dit is je kans om gelukkig te zijn voor het leven dat je nog hebt." Inderdaad voor het leven dat ik nog heb en niet kwijt wil aan een Luna die me de dood gaat beteken. "Nee, ik wil geen liefde, ik wil macht."

De Luna van het eeuwige leven ✔️Where stories live. Discover now