27. Goderick

6 0 0
                                    

Nefel zou iets achter de hand hebben. Waarom geloof ik dat niet? Ze blijft en is een heks die haar eigen kinderen heeft vervloekt met een lang leven. Dat zoals in Topaz haar geval kwam met veel pijn en leed. Hoe ik hier precies achter ben gekomen, door Freya. Freya en ik hadden veel tijd om te praten. In onze tijd in de roedel, waardoor de dingen die Nefel zegt nogal onbetrouwbaar op me overkomen. Wie doet nu zoiets tot haar eigen kinderen. Ze zou meerdere keren gemerkt zijn geweest, meerdere keren gebruikt alleen maar om haar kracht. Ze heeft een lang leven achter de rug van misbruik en pijn. En haar moeder komt hier even doodleuk aankondigen dat ze liefde wou en zowat oplegt dat ze dit ook verdient! Gewoon absurt dat ze het zelfs durft zeggen.

"Wat is je befaamde plan?" Vraag ik haar als ik dichter naar haar toe ga. "Daar gaan we morgen aan werken. Nu moeten we rusten zodat we klaar zijn voor deze missie." Is ze serieus? Klaar voor zijn, voor haar missie die ze als krachtige heks niet zelf heeft kunnen oplossen. Op dit moment kan ik haar wel bijten en kijken hoe ze doodbloedt door al de pijn die ze Topaz al niet heeft aangedaan. Boos betrap ik me erop dat ik meer en meer begin te geven om Topaz als persoon. Ik wil de kracht die ze me kan geven, wat me direct slecht laat voelen door deze gedachten die ik wel niet heb. Hoe durf ik zo te denken, hoe kan ik net zo zijn zoals al die andere die haar gebruikt hebben alleen maar om wat zij hun kon geven.

In de nacht blijf ik piekeren over mijn gedachten storm die door mijn hoofd heen raast. Wat maakt dat ik bij de ingang ga liggen om Callum af te lossen die heel snel uit zijn positie gaat en naar de rest achter gaat liggen. Met een kleine grom van ergernis leg ik me neer om deze slaaploze nacht voor te zetten tot de eerste zonnestralen door het bos heen schijnen. Ik stap naar achter met mijn poten die koud voelen door de koude grond die zich heeft gevestigd in de grot deze nacht. Blijkbaar moet ik toch even ingedommeld zijn dat ik zo geschrokken ben van de kou die ineens over ons heen is gevallen.

Als ik naar achter ben gestapt nog steeds met de slaap niet weggevaagd voor mijn ogen hoor ik Nefel een discussie aangaan met de wolf Callum van haar zoon. "Dit is waanzin," gromt hij. Duidelijk geërgerd dat hij zich niet genoeg had afgeschermd voor mij en Freya als we beide onze blikken op hun vestigen.

Niet veel later sluipen we allemaal in onze wolvenvorm dicht bij het kasteel, waar Nefel ineens verdwijnt tussen twee struiken. Waar er een berg boven iets verder bevind. Verwonderd wandelen Freya en ik hetzelfde pad af naar een tunnel die tot een oude zwarte poort stopt. Nefel klopt aan en hoort een klop terug als de deur voor ons opent. Nu gaat Nefel voort in haar menselijke vorm, na ze de kleren van de man die ik herken aan het litteken op zijn wang. Dit moet haar knechtje zijn dat me ook mee heeft genomen de eerste keer. "Vanaf nu moeten jullie voort zonder mij. 

Ik waarschuw alleen dat ik wolven vorm je hier minder gaat opvallen door al onze wolven en Lycans die hier ook rondlopen. Na een uitbraak van een paar weken terug is de opperkoning genoodzaakt iedere mankracht die hij heeft als wolf of Lycan te laten wacht houden," waarschuwt de man met het litteken ons. Ik hoor Freya hardop denken door de link dat Nefel iets met die situatie heeft te maken gehad, waardoor Nefel een grijns opzet met het duidelijke antwoord. "Dankje Don voor al je hulp", zegt Nefel als we ons pad verder door zetten. De kerkers viel mee om rond te lopen in onze wolven vorm. Nu komt er een moeilijker moment als de trap ons lijdt naar de gelijkvloers verdieping. 

Wat we niet hadden verwacht was dat de wacht was vermeerderd door een advies dat moet komen van die heks, waar ze het over hadden. "Wat nu?" Gromt Callum door de link, duidelijk overstuur door de slechte planning. Hij was vanochtend al in eek vergeten discussie met Nefel en deze situatie heeft er duidelijk niet goed aan gedaan. "We gaan voort. Als er iemand van ons wordt gezien zetten we het allemaal op lopen. De wolven gaan het van dit punt moeilijker hebben, daarom is het slimmer terug naar de kerkers te lopen en een andere richting uit te slaan." Tuurlijk wij zijn hier het prooi zoals ze zeggen. We vallen echt wel op met onze grote wolven vormen. Wat ons wel verbaasde, vooral mij is hoeveel plek er zich bevindt in de gangen. Die duidelijk op grote Lycans zijn voorzien, dus er moet sowieso een tijd zijn geweest dat de meeste Lycans hier liepen in hun gedaante.

We wandelen naar buiten, waar we bijna direct worden gezien en gesplits worden door de impact van hoe snel de krijgers reageren. Door de drukte verlies ik Freya uit het zicht, waardoor ik doe wat Freya had gezegd. Ik loop richting de kerkers, waar ik spring over de trappen tot de donker me omvangt en me het voordeel geeft. Lycans zijn groot en zien waarschijnlijk even goed in de donker, alleen hun lichaam heeft meer tijd nodig om te veranderen. Wat nu ideaal uitkomt als ik blijf lopen tot het als een doolhof uiteen loopt.

De grote verrassing kwam toen ik een andere trap naar boven opging, wat niet ideaal is met grote poten zoals een wolf, maar door de paar keer dat ik het nu heb moeten doen. Ging het sneller dan verwacht. Als ik me dan tegen een deur stil op duw om hem te kunnen openen kom ik tot de verrassing dat er twee wachters aan de deur stonden. Gevangen genomen bijna direct word ik aan een ijzeren touw naar de bekende plek gebracht. De plek die eerder mijn lot al had besloten, maar waar ik uit ben gekomen door Topaz, alleen nu is er niemand om me te redden. Het enige wat ik blijf afvragen is. Hoe die wachters me als wolf zo snel hebben kunnen overmeesteren. 

Het valt pas later tot me op dat de handen van de Lycans zijn bedekt met wat wij wolven zien als wolven kruid. Het kruid dat ons verzwakt en niet de andere soort, de Lycans. Als de troonzaal open vliegt met al de Lycans en wolven al aanwezig. Bekijk ik naar het troon, waar de opperkoning zit naast een prachtige vrouw met het kenmerk als Bonnie de rode lippen en prachtig zwart lang haar dat over haar schouders valt. Die koning is duidelijk betoverd door haar, merk ik als ze iets in zijn oor fluistert als ik naar voor word gebracht. De aanwezige zijn allemaal bijna in hun gedaante verandering. 

Wat me een benepen gevoel geeft of dit zo duidelijk is gepland. Het enige voordeel is dat ik een afleiding ben voor de andere. Specifiek gezien alleen voor Freya, want ze is de enige waar ik om geef. "Wel, wel als het niet Alpha Goderick is of beter gezegd zijn wolf. Hoe lief van je om ons te vergezellen deze ochtend in onze ochtend vergadering al zal die voor jou minder leuk aflopen als voor ons, ben ik bang," zegt de opperkoning. Als de heks die naast hem zat plots van zijn zijden afwendt en de troonzaal uitloopt. Al zou ik nu bang moeten zijn voor eigen leven, toch maak ik me meer zorgen om Freya of beter gezegd Topaz. Ik hoor Novak al grommen om mijn gedachten storm over dat Topaz moet blijven leven voor mijn einddoel, de eeuwigheid bezitten. Met een grom laat ik weten aan de opperkoning dat ik me niet gewonnen geef. Wat hij niet liever heeft als ik hem een bevel hoor schreeuwen, "dood hem!"

Een groep wolven springt op me. Met hun klauwen proberen ze mijn vel open te halen onder de dikke vacht die ik heb ontwikkeld, door het koude weer. Dat hun helemaal Niet verwacht hadden. Ik leefde nu al zo goed als een jaar als deze vorm. Met Novak en ik hechter dan ooit heb ik de wolven zo van me afgeslagen. Boos op de opperkoning grom ik uit boosheid. Hoe durft hij alleen de wolven die ook dan nog is zwakker zijn dan gedacht op me af te sturen.  De opperkoning is totaal niet aangeslagen bij het voorval en laat het volgende bevel los op me, "Lycans verscheur deze wolf. Diegene die zijn hoofd kan aanbieden aan me, krijgt een ware beloning!"

De Luna van het eeuwige leven ✔️Where stories live. Discover now