5. Topaz

38 2 4
                                    

Met zijn geur nog steeds in mijn neus gebrand loop ik achter mijn man Clay aan. Mijn zoveelste fout, besef ik me eens zo meer als ik de geur van de Alpha van deze roedel opsnuif. 'Zielsverwant' hoorde ik de wolf in me direct reageren op zijn geur. Ik kon het amper geloven na al deze eeuwen hier was hij dan mijn mate. Hij is een prachtige man met een dikke dos, donker haar en een gezicht dat kracht en sterkte uitstraalt met zijn strakke kaaklijn.

 Al weet ik dat ik mijn man of zeg maar beter 'meester' moet volgen. Na dat hij me uit mijn gedachten haalde in de bibliotheek begon hij gelijk me te bevelen om de Alpha die hij Goderick noemde moest ontwijken. Wat als hij wist dat hij mijn mate was wel geweest de moeilijkste taak zou kunnen zijn die ik ooit gehad heb. Wat is het eeuwige leven als je altijd alleen bent of als bezit wordt beschouwd door je powers. Deze man zou me graag zien om wie ik ben en niet wat ik kan. Met Clay nog steeds voor me ruik ik door de ruimtes nog steeds zijn geur van vers gebakken brood met een vleugje kamille thee die ik zo graag drink. 

"Hou je bij onze missie, Topaz," beveelt Clay me streng. Ja de missie die hij wil doen is verraden van Goderick en hun afspraak die al jaren op papier staat. 

Hoe deze man me ooit heeft kunnen strikken weet ik niet, maar als ik had geweten hoe hij was had ik nooit me laten vangen door hem. Ook al weet ik uit ervaring dat dit gevoel van macht en onverwinnelijkheid hun het einde wordt. Altijd doen ze roekeloze dingen niet beseffend dat ze worden opgezogen door de kracht die ik geef. Mijn kracht komt niet zonder een prijs, een prijs die de machtbeluste vaak beknopt. Wat altijd het geval is. 

Nog in al die eeuwen heb ik een man tegen gekomen die niet achter macht uit zijn. Je zou denken dat deze man door mijn uiterlijk zijn aangetrokken, maar nee alleen wat ik hun kan geven en Clay begint de eerste symptomen al te vertonen. Hij wil meer dan hij al heeft bereikt, meer land, meer vrouwen, meer alles. Ja, vrouwen, hij houdt het niet alleen op mij. Hij heeft er een hele groep minnaressen op na. Wat walg ik van hem, al weet ik dat dit kon gebeuren. 50 jaar geleden met Hector had ik hetzelfde voor. Hector had zichzelf iets te onoverwinnelijk gevonden tot hij dacht dat hij me niet meer nodig had en stierf in een gevecht naar meer kracht door de Lycans aan te vallen en hun koning te worden. 

Clay had zich al tot koning gemaakt van de weerwolven en ik had al een vermoeden dat hij hetzelfde plan als Hector zou hebben, maar hij verbaasde me door dit plan op te brengen. Een plan niet uit macht, maar uit wraak en jaloezie. Waardoor hij het pak van Goderick wil bemachtigen om het daarna na een slachtpartij te laten verrotten. "Luister je naar me?" Vraagt Clay bevelen als hij stopt voor me en ik bijna tegen hem aan loop. "Ja, mijn heer." Antwoord ik hem in de titel waar hij wil op aangesproken worden alsof hij diegene is die deze kracht heeft en niet ik. Alsof hij me niet nodig heeft, waarop ik nu al een tijdje begin te hopen. "Goed, ga terug naar je vertrek en blijf daar," zegt hij streng als hij zelf zijn kamer inloopt, waar ik al twee vrouwen hoor giechelen. 

Met een laag gehouden gezicht verlaat ik zijn gang van zijn vertrek en loop ik mijn eigen vertrek binnen. Met mijn handen in mijn gezicht en mijn lichaam plat gelegd op bed laat ik al de tranen los die ik voelde opkomen. Niet omdat ik van Clay hou, nee. Omdat de man waar ik naar verlangde de man was die Clay zou vermoorden. Ik moest er iets op verzinnen, ook al wist ik niet nu wat. Ik kon mijn man wel verraden, maar dat zou me hoog kunnen bekopen als Goderick dan toch sterft en ik onder Clay moet blijven. Ik heb dan wel de kracht van het eeuwige leven en ik ben niet makkelijk te doden, maar er zijn mogelijkheden. 

Sterven was geen angst van me ervoor, tot nu. Tot nu ik eindelijk ware liefde zou kunnen hebben. Nu ik eindelijk mijn doel waar ik jaren op zoek was heb bereikt. Het doen dat deze kracht die ik als vloek zag, zou zijn opgeheven. Deze kracht die mijn moeder me gaf, zonder te beseffen dat dit me het ellendige leven zou geven wat ze juist wou vermijden. Tuurlijk had ze toen niet geweten dat mijn kracht kon gedeeld worden op één manier. Een manier die mannen maar al te graag deden misbruiken, trouwen. Ja, als je weet dat ik al meer dan 600 jaar leef dan kun je wel geloven dat in al die jaren ik al meer dan 100 keer ben getrouwd. 

Je zou kunnen denken, waarom trouw je dan als je deze mannen niet graag ziet. Het is een soort van overleven. Een regel waar alweer mijn moeder me niet voor gewaarschuwd had. Ik had alleen maar een kans op het leven dat ik wilde lijden, de droom die ik al jaren had door mee te gaan met deze mannen door hen die kracht te geven en mezelf het leven te kunnen geven. Als ik niet binnen het jaar zou trouwen zou ik herboren worden, herboren als een pup in een pak zonder enige krachten, gewoon doodgewone Topaz. Hoe precies ik terug zou komen of waar wist mijn moeder ook niet. Ze was net een naïeveling als me door te denken dat we het beste deden voor onszelf of voor onze geliefde. 

Mijn moeder, die nu ook al jaren overleden was, heeft nooit de liefde of haar droom kunnen verwezenlijken. Ook al maakte deze vloek ons nooit alleen, toch zou het ons onze droom moeten bekomen. Soms kon ik haar wel zelf uit het graf halen en haar bevelen terug de tijd in te gaan om alles ongedaan te maken, maar dat ik onmogelijk. Tijd reizen was niet zo maar een kracht die we bezaten en op dit moment zou ik niet terug willen. Ik moest nu alleen nog voorkomen dat Clay mijn droom zou verwoesten. Had ik maar geweten dat het niet Clay zou zijn die alles onmogelijk zou maken.














De Luna van het eeuwige leven ✔️Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon