24. Freya

5 0 0
                                    

Het huis blijkt na een tijd van opzicht en wachten een tijdrovende actie geweest te zijn. Waarom dacht ik ook dat ze terug naar hier zou komen. Waarom zou ze zelfs? Ze had waarschijnlijk al geweten wat ik van plan was zodra ik erachter zou komen dat ze een andere toevlucht heeft moeten zoeken. "We moeten voort, Freya," moedigde Goderick me aan met zijn zachte snuit gedrukt tegen mijn oor. De tijd van een jaar dat we samen zijn, maakt onze band steeds hechter tot het moment dat ik hem zelfs heb gesmeekt me te merken als hij. Om Novak me zijn mate, zijn zielsverwant zou maken. Goderick blijft dit afwenden en ons dit ontnemen wat me frustreert, maar ook respect voor hem geeft op een andere manier. 

Ik begrijp zijn standpunt. Ik blijf een onafhankelijke wolf die een stuk van Topaz is, maar ook niet. Het is vele ingewikkelder dan we allemaal kunnen begrijpen. In plaats dat ik lijd naar een verder pad op onze zoektocht, lijdt Goderick ons voort alsof hij gedreven wordt door iets of iets hem roept. Het is vrij betoverend als ook verontrustend. Hem volgend ben ik benieuwd in wat we nu verzeild gaan raken. Als we bijna komen aan de grens van de Lycans voel ik de onrust in me overnemen.

"Wat doe je, we zijn verbannen?" Vraag ik hem met een grom van onrust. Goderick luisterde niet als hij verder gaat tot net op het land van Jorn de Opperkoning. "Het is nu het moment om Nefel haar laatste hulp te aanvaarden", zegt Goderick zelfzeker met de Alpha toon diep in hem. Die me wel moet laten luisteren, naar wat hij van me vraagt. "Storm!" Roep ik zoals Nefel had gezegd dat ik zou doen, ook al is het meer een wolvengehuil dat ik uit. Mijn link is niet verbonden met deze wolf, toch hoor ik niet veel later iets naderen. Als een grote zwarte wolf opeens voor me staat, valt alles ineens. Dit is niet zomaar een wolf. 

Dit is de opperkoning hemzelf, de sterke Lycan koning die hij is met zijn donkere ogen en zijn zwarte vacht als het donkere bos dat me 's Nachts blind maakt van zicht. Hij komt voor ons staan, waardoor onze twee wolven buigen op hun voorpoten om ons respect naar de opperkoning, onze meerdere te tonen.

"Majesteit we zoeken naar een heks genaamd Angelica. Ze was een partner van Clay die u koninkrijk heeft aangevallen. Nu vragen we vriendelijk aan u of u meer weet over deze vrouw?" Vraag ik hem nederig, met mijn hoofd nog steeds gebogen tot hem. Dicht genoeg zodat de link hem kan vertellen wat ik zeg. Jorn de opperkoning is nog steeds als zijn Lycan als hij met ons terug communiceert, sterker en machtiger dat we wel moeten blijven buigen. "De heks was met hem toen hij ons koninkrijk aanviel. Ze dachten in de meerderheid te zijn doordat hij dacht dat zijn Luna alles zou doen om haar leven te redden. Wat hij niet verwacht was dat we hem door hadden en gevangen hebben genomen. 

Ze was iets moeilijker om te overtuigen, maar wanneer we haar wouden vangen is ze opgegaan in stof. We zijn al maanden aan het zoeken tot plots gisteren Nefel een visioen kreeg," zegt de opperkoning ons in spanning houden, waar ze nu kan zijn. Beide wachten we af tot de opperkoning voort gaat met zijn verhaal. "Door dat jullie verbannen zijn uit mijn koninkrijk en we jullie hulp kunnen gebruiken, volgens mijn mate toch. Breng ik jullie naar een plek, waar we morgen gaan vertrekken om haar te vinden." Voor we iets erop in kunnen brengen is de opperkoning al weg zonder meer informatie te geven of ons naar die befaamde plek te brengen. Goderick gromt geïrriteerd naast me als we nog een wolf zien aankomen met een bruine vacht die er vuil uitziet of hij al maanden hier rond dwaalt. Hij komt dichter waardoor we beiden onze tanden uitsteken naar deze vreemdeling, klaar voor de aanval. Voor we, maar iets kunnen doen, buigt deze wolf en vraagt ons om te linken met hem. "Ik zag jullie praten met de opperkoning", zegt de vreemde wolf die ons hem laat bespeuren met onze neus met wat voor wolf we te maken hebben. Geschokt herken ik zijn geur. De geur die me bekend voorkomt aan voor de tijd dat ik vast zat aan Topaz. Meteen stop ik met rondwandelen rond deze wolf voor ik me op hem storm en hem lik in zijn nek. Niet veel later toont de wolf zijn affectie tot me toe met me te likken op mijn snuit. Goderick staat nog perplex met ogen die op onweer staan door deze wolf die Novak duidelijk niet vertrouwt. "Callem, ben jij dat?" Vraag ik hem nu terug naast Goderick. Onze link is verbonden, waardoor mijn antwoord al direct duidelijk is. "Ja, zus. Ik zoek je al jaren," zegt Callem die mijn broer is van mijn vorige roedel, de middernacht roedel. 

Beide blijven we staan starren van ongeloof dat hij me gevonden heeft. Al blijft een knagende gevoel diep in me zitten met allemaal vragen. Vooral de vraag, hoe hij heeft kunnen overleven al deze jaren. De vraag die duidelijk Goderick ook naar me linkt. Zelf leef ik zolang door Topaz die het eeuwige leven bezit, maar hoe Callem mijn broer aan deze kracht komt, maakt me angstig en bezorgd. "Callem, hoe heb je overleefd al deze jaren?" Vraag ik hem rechtuit zoals Goderick me beveelt, heeft door de link die we hebben. Callem loopt voor ons naar een plek iets verder, waar ook de rode wolf staat die ik herken als Nefel.

Nog meer vragen gaan er door mijn hoofd. Hoe kent Callem, Nefel? We zijn niet van dezelfde roedel als Nefel, onze roedel die hier een paar dagen vandaan leeft, hoe? Het is of Nefel voelt dat we ons vertrouwen in hem betwisten, wat maakt dat ze voor hem stapt met haar grote wolf nog steeds intact. "Volg me", zegt Nefel bevelend als ze haar eerste stampen zet kijkend of we haar achtervolgen. Goderick blijft staan zoals ikzelf ook probeer te doen. "Als jullie willen leven, volg," zegt ze nu iets strenger dat me doet geloven dat dit een zeer ernstige situatie is. Ik volg haar, achter Callem aan. Als we al een drie meter verder zijn, merk ik dat Goderick is blijven staan, met zijn klauwen uit in de grond. Angstig dat hij wel is, zou kunnen aanvallen op hun twee, plaats ik me tussen hun in. 

Goderick is duidelijk boos op me als hij me zit te dwingen via de link om opzij te gaan. Voordat hij iets kan doen zoals op mij stormen voel ik een kracht naar ons toegaan vanuit Nefel haar wolf dat het ons schrikt, aanjaagt. Hoe kan ze Goderick een grotere sterkere wolf zo snel bedwingen. Tot wel volgen van haar naar een plek een paar uur hier vandaan. Moe en uitgeput van het dagen reizen val ik neer naast Goderick die Nefel eindelijk heeft gelost uit haar greep. "Sorry lieve Freya. Ik had geen keus dan hem te dwingen mee te gaan. Het zou jullie dood zijn geweest," zegt ze als ze zich verandert terug in een mens en haar hand op mijn wolven hoofd legt. Met een huil van onrust laat ik haar weten dat deze situatie kan uitlopen als ze Goderick blijft onderdrukken. Als Novak los komt, weet ik niet wat er zou kunnen gebeuren.

De Luna van het eeuwige leven ✔️Where stories live. Discover now