21. Goderick

6 0 0
                                    

In de ochtend word ik wakker nog steeds als Novak naast de warme prachtige wolven, Freya. Nog steeds zit ik met vragen, zoals waarom ben ik nog steeds wolf en waarom is Topaz nog niet terug. Waar is Topaz zelfs, gaat er door me heen. Toen ze in haar wolf veranderde, gebeurde het in een flits. Niet als hoe ik verander door elk been in mijn lichaam te breken. Ik had haar gisteren gevraagd hoe, waar Freya me geen antwoord op wou geven.

Opeens hoor ik een geritsel in het bos niet ver van waar we zijn. Freya staat direct alert op naast me grommend. Samen grommen we naar de geur die we niet herkennen. Tot er een oranje, rode wolf naar ons gestapt komt. Ze buigt zich voor ons en laat zich inspecteren door ons beide voor ze haar stem gebruikt. "Freya, ik kom om jullie te zeggen dat de opperkoning, Clay gevangen heeft genomen en zal straffen als de maan boven de sterren verschijnt."  Opeens valt het me wie ze is. Dit is de vrouw van de opperkoning die ons heeft helpen ontsnappen en nu helpt door ons te vertellen dat Clay eindelijk zijn verdiende straf krijgt na dat hij de helft van mijn roedel heeft uitgemoord.

"Danku, Nefel voor ons te helpen," zegt Freya als de iets kleinere wolf ons terug aankijkt, voor ze weg gaat terug naar haar eigen roedel. "Dit is het laatste dat ik voor jullie kan doen. Als je in de problemen komt roep dan, Storm," zegt ze ons alleen achterlatend met een naam van een persoon die we niet kennen, maar ons wel zou kunnen helpen.  Beide zitten we nog een tijd aan het meer. Beide nog steeds aan het proberen om terug te veranderen naar onze menselijke huid. Als dit na pogingen van hulpeloos proberen nog niet lukt, komen we terug bij de roedel aan, waar Leonora mijn zus ons terug laat gaan om de grenzen te bewaken. Met ergernis doe ik wat ze zegt, ook al ben ik de Alpha en bevel gever van deze roedel, maar zoals ze zegt, we kunnen hier niet veel doen.

Aan het meer bij de scheiding van de roedel blijven we beide zijden alert wachtend om iets te doen. Ik bekijk de prachtige wolf door Novaks ogen en voel een aantrekkingskracht zo groot dat ik die niet kan toegeven tot mezelf. Ik mag me niet laten afleiden door haar prachtige witte vacht en haar ogen die als amethist naar me staren. Beide vast in het moment, springt Freya ineens op me wat me een speelse grom ontlokt. We rollen zo naar beneden naar het territorium van een andere roedel, waar ik al jaren mee in vrede ben. Op dat moment als ik op haar spring voel ik me voor het eerst echt gelukkig. Ik voel Novak gewoon smeken om haar te likken en mijn beet in haar nek te zette om haar te claimen voor mezelf.

Plots voel ik haar de leiding terug nemen, me onder haar geduwd laat ik nog een speelse grom los. Met haar tong begint ze mijn gezicht af te likken, wat een teken is van liefde of zoals wolven denken, genegenheid. Ze onderwerpt zich tot me dat ik haar ook kan likken op haar hoofd en in haar nek. Dat is wanneer de drang sterker wordt in me, waardoor mijn tanden scherper worden in mijn mond. Voor ik haar kan bijten horen we iets bewegen in de blaadjes niet ver van ons. Als ik ruik, weet ik dat het een konijn is. Freya loopt achter het dier aan als het probeerde te vluchten. Wat natuurlijk hopeloos is met zo een snelle sterke wolf achter je. Ze neemt het konijn terug mee naar het meer, waar ze zich bukt en het voor me legt als teken van respect. Ik knik naar haar als teken dat ze mag eten. Samen eten we tot het laatste bot en laten ons op het zachte gras vallen om de rust in het bos in ons op te nemen.

Als dagen verstrijken en we nog steeds vast zitten in onze wolf vorm, begint de onrust toch toe te nemen. Niet alleen bij ons, maar ook in de hele roedel. Leonora had de maand ervoor een idee om dit op te kunnen lossen. Al wouden we toen er niets van horen. Na nog die vier weken gepasseerd te hebben, ben ik vrij hopeloos geworden om hier een einde aan te maken. Ik hou van mijn wolf en mijn wolf houdt van Freya, maar diep vanbinnen mis ik Topaz. Ook voel ik de tijd tikken als een tijdbom. Ik wil eindelijk hebben, waar ik jaren naar gezocht heb. Het is zo dichtbij, maar ook zo ver weg in hetzelfde moment.

Leonora komt terug naar onze plek, waar we ons nu al maanden schuilhouden, aan de rivier. "Je kunt niet langer wachten. We moeten naar Bonnie," zegt Leonora als ze het over de duivel heeft. Ze is geen duivel misschien, maar wel de vriendin heks van mijn zus die ik dan ook gebruikt heb voor mijn noden, voor al dit gebeurde. En heksen staan nogal bekend voor hun wrok gevoel. "Je weet dat ze me haat", zeg ik haar als ze weer voort blijft gaan over Bonnie. "Het is jaren geleden, Goderick. En ze is samen met een andere wolf in het pack," zegt Leonora als ze probeerde sterkte te halen bij Freya erna. "Komaan Freya, geef toe dit is toch het beste." Freya, kijkt van haar naar me en laat haar blik gaan naar het gras aan haar potten. "Ik had je niet als een lafaard aangezien." Gaat Leonora voort met een gedurfde toon. "Hoe durft ze, mijn wolf, mijn zielsverwant zo aan te spreken," hoor ik Novak grommen in mijn hoofd.

Natuurlijk uit ik dit niet ook, al dwingt Novak me er bijna toe. "We gaan", grom ik kwaad naar Leonora. Niet echt meer andere opties in mijn hoofd dat we kunnen doen.

De Luna van het eeuwige leven ✔️Where stories live. Discover now