Hoofdstuk 17 ~ Gewapend

623 34 8
                                    

Ik pak het tasje weer op. Mijn handen trillen. Ik kijk er nog een keer in. Hier moet ik mee naar de politie. Maar straks gaan ze denken dat het van mij is… Misschien kan ik het wel gebruiken, ik bedoel er zit toch een moordenaar in de kliniek… Ik durf niet eens meer in het tasje te kijken. Straks word ik nog betrapt en kom ik in de gevangenis. Ik kijk even op mijn mobiel naar de tijd. Shit, de bus komt over een paar minuten al. Ik ren snel richting de bushalte en ga dan weer naar de kliniek. Als ik in de kliniek ben ga ik naar mijn kamer. Ugh, ik ben dom geweest. Ik had een kluisje ofzo moeten kopen in de stad, maar nee hoor, ik moest weer stressen en zo snel mogelijk terug willen. Ik kijk in mijn kast op zoek naar een goede verstopplek. Uiteindelijk pak ik het tasje en kijk er nog een keer in. Waar de fuck moet ik een pistool gaan verstoppen? Ik kijk nog een keer in mijn kast en kom er uiteindelijk achter dat er een plank een beetje los zit. Ik leg snel het tasje weer neer en begin als een gek aan de plank te trekken. Uiteindelijk laat de plank los. Ik stop snel het tasje achter de plank en duw hem dan weer terug. Dan doe ik mijn kast snel dicht.

‘Yara, wat doe je?’ hoor ik iemand vragen. Ik draai me geschrokken om. Daar staat Sabine. Zou ze het gezien hebben?

‘Ik was even aan het opruimen’, zeg ik en voel dat ik rood word. O ja, want dan kom ik lekker eerlijk over.

‘O oké’, zegt Sabine vrolijk. Ze gelooft me gelukkig meteen. Anders had ik echt een groot probleem nu.

‘Waarom kwam je eigenlijk?’ vraag ik onzeker aan Sabine. Ze haalt haar schouders op.

‘Daar had ik gewoon zin in’, zegt ze grijnzend. Dan komt James opeens binnen. Hij kijkt naar Sabine en kijkt even verbaasd. Dan loopt hij weer weg. Bang kijk ik hem na. Zou hij… Ja, het kan bijna niet anders.

‘Sabine, kan je me even alleen laten?’ vraag ik bijna fluisterend. Ze knikt en loopt weg. Dan open ik mijn kast weer en haal het tasje er weer uit. Ik pak een ander tasje. Eentje die minder opvallend is en stop het andere tasje daarin. Ik moet toch iets hebben om mezelf te kunnen verdedigen, als ik weer in de buurt van jongens ben? Dan loop ik mijn kamer uit, richting James.

Ik kijk hem onzeker aan. Hij gedraagt zich niet opvallend, gewoon zoals hij zich normaal gedraagt. Maar dat kan toch niet als je iemand in een opbergkast hebt opgesloten? Dan kan je toch niet zó kijken? Zo normaal… Alsof er niets gebeurd is. Ik bijt weer op mijn lip. Ik raak echt in de war hierdoor…

‘Wat ben je toch zenuwachtig, waarom Yara?’ vraagt James aan me. Ik haal mijn schouders op. Straks gaat hij nog denken dat ik hem leuk vind ofzo. Dan komt Mick aanlopen. Shit, nu word ik nog zenuwachtiger. Ik bijt opnieuw op mijn lip.

‘Hey Yara’, zegt Mick. Hij knipoogt naar me. Ik voel dat ik begin te blozen. Als hij echt Pepijn is, moet ik hem niet meer leuk vinden. Ik geef hem een boze blik en loop dan weg, naar mijn kamer. Mick kijkt me vragend aan en kijkt dan teleurgesteld. Hoe kunnen ze allemaal zo normaal doen? Misschien kan ik Honya even bellen… Ik pak mijn mobiel en zoek Honya’s nummer op. Ik ga weer op mijn bed zitten. Hij gaat een paar keer over, maar Honya neemt niet op. Ik probeer het nog een keer. Vlak voordat ik op weer hangen hoor ik Honya’s stem. Er komt een glimlach op mijn gezicht.

‘Yara…’ zegt ze schor. Aan haar stem kan ik horen dat ze net gehuild heeft.

‘Hey Honya, hoe gaat het?’ vraag ik. Ik mis haar wel heel erg, nu al. En dat terwijl ik haar niet eens lang of goed kende.

‘Niet echt goed. Ik haat het hier. Ik word gedwongen om te eten en ik moet over mijn problemen praten. Gewoon alles waar ik geen zin in heb’, zegt ze en zucht.

‘Ik kom zo snel mogelijk nog eens langs’, zeg ik. ‘En ik begrijp dat je het daar haat. Ik zou het ook haten. Ik kan er niet tegen om gedwongen te worden.’

No Love AllowedWhere stories live. Discover now