Hoofdstuk 19 ~ Killer

610 26 6
                                    

Zodra ik wakker word probeer ik rechtop te gaan zitten. Alles begint te draaien. Ik ga weer liggen en wacht tot ik me wat minder duizelig voel. Ik probeer opnieuw om rechtop te gaan zitten. Mijn hoofd bonkt, maar de duizeligheid is wat minder. Ik kijk om me heen. Waar ben ik?

‘Ze is wakker!’ hoor ik iemand roepen. Dan komt James eraan lopen.

‘Dacht je nou echt dat ik dit allemaal alleen had bedacht? Ik heb mensen die voor me werken, zoals dat ettertje van daarnet. Voor drugs doen ze alles. Stijn ook. Waarom denk je dat hij ging dealen? Hij had het geld nodig omdat hij anders geen drugs meer kon kopen. Eerst kocht hij nog van mij, hij was een van mijn beste klanten. Maarja, toen ging hij zelf dealen en was ik hem zat. Hij had ook nog een schuld bij mij die hij nooit afbetaald heeft’, zegt James. ‘Ik weet dat het hem geen pijn doet dat ik hem vermoord heb. Maar, als de hemel bestaat en Stijn vanaf boven naar ons kijkt, wil ik dat hij wéét dat hij fouten heeft gemaakt. En daar heb ik jou voor nodig. Je hebt nog maar een paar uur te leven.’ Ik zoek om me heen naar het pistool, maar natuurlijk heeft hij die allang afgepakt.

‘Hoelang nog?’ vraag ik bang.

‘Ligt eraan’, zegt James geheimzinnig.

‘Waaraan?’ vraag ik, nu nog banger. Ik zoek om me heen naar een uitweg, maar James kan me sowieso weer pakken als ik het zou proberen.

‘Nou, als Stijn laat merken dat hij daarboven is, een teken zeg maar, dan laat ik je sowieso in leven. Nouja… In ieder geval vandaag nog. Doet hij dat niet dan ligt het eraan of je irritant bent. Hoe irritanter je doet, hoe sneller het voorbij is.’ Ik weet wel dat ik nu sowieso doodga. Ik weet zijn grootste geheim, ik zou hem zo kunnen verraden. En dat wil hij natuurlijk niet hebben.

‘En wat nou als ik voor jou ga dealen. Dan kan jij niet in de problemen komen.’ Ik heb het al gezegd zonder er over nagedacht te hebben. Gelukkig schudt James zijn hoofd.

‘Ik heb genoeg mensen die dat voor me doen’, zegt hij. Dan draait hij zich om en loopt weg. Ik kijk bang om me heen. Er staan allemaal ‘hulpjes’ van James om me heen. Eentje loopt naar me toe.

‘Laat me even alleen met haar’, zegt hij tegen de anderen, die dan weggaan. ‘Ik wil je helpen. Maar, ik wil er wel iets voor terug.’

‘Oke, ik doe alles als je me hier weg krijgt. Waar zijn we eigenlijk?’

‘Ver weg van de kliniek. Minimaal twee uur rijden’, zegt hij. ‘Maar dat is nu niet belangrijk. Ik geef je je tas terug en probeer James af te leiden zodat jij weg kan. In geval van nood kan je hem dan altijd nog neerknallen.’

‘Maar wat wil je ervoor terug?’ vraag ik onzeker. Hij kijkt me met een enge grijns aan. Ik schud meteen mijn hoofd.

‘Dat bedoel ik niet eens’, zegt hij geïrriteerd. ‘Ik heb geld nodig, heel veel geld. Jij gaat me daarbij helpen.’

‘Wat is veel geld?’ piep ik bang. Zijn grijns wordt breder als hij merkt dat ik het misschien wel ga doen.

‘Anderhalf miljoen euro’, zegt hij alsof het niets is. Mijn ogen worden groot. Hoe ga ik in vredesnaam aan anderhalf miljoen euro komen?

‘Ik laat je er wel even over nadenken’, zegt hij. Hij staat op en de anderen komen weer terug.

Ik word nu al een halfuur aangestaard door de vijf ‘hulpjes’ van James. Ik zucht en kijk zoekend om me heen. Ik laat me op de grond zakken. Dan komt James weer aanlopen.

‘Haha, wat had je verwacht. Dat Stijn als geest opeens naar aarde zou komen om daarna een vaas van een tafel te gooien of iets in die richting? Je gaat toch wel dood Yara’, zegt hij lachend. Ik bijt hard op mijn lip om niet te gaan schelden. Het liefst zou ik hem namelijk helemaal verrot schelden.

‘Dus… Misschien als je het geld terug kan betalen, wat een bedrag van tienduizend euro is, laat ik je leven. Maarja, je kan hier niet weg’, zegt hij. Tienduizend is een heel stuk minder dan die anderhalf miljoen.

‘Maar als ik hier niet weg mag, hoe ga ik dan aan die tienduizend euro komen?’ vraag ik. Hij haalt zijn schouders op.

‘Dat is jouw probleem’, zegt hij met een enge grijns. Dan loopt hij weg. Ik zie de blik van een van James’ hulpjes. Die ene waarmee ik net gepraat had. Bart volgens mij. Ik kijk onzeker terug. Als ik hier weg kom, moet ik aan anderhalf miljoen euro komen. Als Bart me helpt dan… Maar anders kom ik hier never weg. Dus, of ik moet hier in deze hel aan tienduizend euro komen, of ergens anders aan anderhalf miljoen. Het klinkt allebei onmogelijk… Ik zucht even zacht. Meteen voel ik de blikken van alle ‘hulpjes’ op me gericht. Ik heb nog nooit nagedacht over dood gaan… Altijd leek het leven voor altijd. Zelfs toen Stijn doodging. Ik had er nooit aan gedacht dat ik daardoor ook dood zou gaan… Ik ga niet hopen op een kans om hier weg te komen. De kans is zo klein.

‘Bart’, fluister ik heel zacht. Hij komt meteen naar me toe lopen.

‘Hoe groot is de kans dat ik hier aan tienduizend euro ga komen?’

‘Klein, heel klein’, fluistert hij terug. ‘Ga nou maar gewoon in op mijn verzoek. Dan krijg je je tas terug en zorg ik dat je hier wegkomt.’ Ik knik.

‘Oké, ik doe het’, zeg ik zacht. Zonder er echt bij na te denken. Het is de enige kans om hier weg te komen.

‘Hier’, sist Bart terwijl hij mijn tas in mijn handen duwt. ‘Je hebt geluk dat ik zo “close” ben met James. Anders had je dit niet overleefd.’ Ik rol met mijn ogen. Hij vindt zichzelf wel heel wat he…

‘Ja, klopt’, zeg ik geïrriteerd. ‘Maar hoe ga ik hier nou wegkomen?’

‘Eerst dit’, onderbreekt hij me. ‘Geef me je mobiel eens.’ Ik haal mijn mobiel uit mijn tas en geef hem aan hem. Hij zet zijn nummer erin en geeft hem terug.

‘Anders kan je me nooit vertellen dat je de anderhalf miljoen euro hebt.’ Ik knik begrijpend.

‘Maar nu, een ander puntje, hoe ga ik hier wegkomen?’

‘Tja, ik regel wel wat’, zegt hij en grijnst naar me. Ik schud lachend mijn hoofd. Hij is best wel heel erg knap… Oké, Yara, focus. Dan loopt hij weg. Na een kwartier komt James naar me toe lopen. Hij haalt een mes achter zijn rug vandaan. Mijn ogen worden groot. Nee! Bart zou me helpen…

‘Dus, jij denkt dat ik niets doorhad? Er hangen hier overal camera’s. Met Bart handel ik later nog wel af. Eerst van jou af’, zegt hij. Bang kijk ik hem aan.

‘Dus, geen tienduizend euro voor mij, geen pistool voor jou.’ Hij pakt mijn tas af. Hij weet niet dat het pistool achter me op de grond ligt. Ik voel over de grond en voel dan het koude metaal. Er komt een kleine glimlach op mijn gezicht.

‘Wat lach je nou?’ zegt hij geïrriteerd en hij duwt het mes tegen mijn keel aan. Mijn glimlach verdwijnt en ik kijk hem weer bang aan.

‘Nee’, piep ik terwijl ik het pistool achter me vandaan haal. Hij ziet het niet. Ik duw het pistool tegen zijn hoofd aan. Hij duwt het mes harder tegen mijn keel en ik voel bloed naar beneden stromen. Er komen zwarte vlekken voor mijn ogen en dan schiet ik. Ik weet niet of ik hem geraakt heb, maar ik word duizelig door het bloedverlies en verlies het bewustzijn.

Ik kijk in Barts ogen als ik weer bijkom. Hij trekt me langzaam omhoog en geeft me een glas water.

‘Waar is iedereen?’ vraag ik. Mijn hoofd bonkt. De tweede keer deze dag dat ik bewusteloos ben geweest. Ik voel dat ik honger heb, dat gevoel heb ik ook al een lange tijd niet gehad.

‘Hij is dood’, zegt Bart.

‘Huh, wie?’ vraag ik in de war. Dan doet Bart een stap opzij. Mijn ogen worden groot. James ligt op de grond en het pistool ernaast. Er zit opgedroogd bloed op zijn gezicht.

‘Wacht, hoe?’ vraag ik. Hij kijkt me aan.

‘Jij…’ zegt hij zacht. Ik zie zijn ogen schitteren. Oh wat mis ik Stijn op zo’n moment…

‘Eindelijk ben ik van hem verlost’, zegt hij. Ik fake een glimlach als het tot me doordringt wat er gebeurd is. Het maakt niet uit wat James allemaal gedaan heeft… Ik. Heb. Iemand. Vermoord.

***

Tell me what you think! :) Hiernaast Bart >

No Love AllowedWhere stories live. Discover now