5

81 7 0
                                    

POV. LIZE

Nadat de laatste bewaker is weggelopen, blijven we geschat nog zo'n vijf minuten liggen.
"Is het veilig?", fluistert Mila.
"Ik denk het wel", fluister ik.
Ik probeer mijn stem onder controle te houden.
Het liefst wil ik per direct terug naar huis, een film kijken.
Met een warme beker thee en een dekentje op de bank.
Langzaam komen we met zijn allen omhoog.
"Waar is Julia?", vraagt Dana geschrokken.
Ik kijk om me heen. Geen Julia. "Julia?"
"Wat een rotgrap!"
Dana's stem klinkt nijdig.
Ik raak in lichte paniek.
"Stel dat er nou iets is gebeurd."
Cara legt geruststellend een hand op mijn schouder.
"Alles komt wel goed, geen paniek."
Toch klinkt haar stem niet overtuigd.

Mila rommelt wat in haar tas. "
Wat doe je?", vraagt Dana argwanend. Uit haar tas haalt ze een klein rechthoekig voorwerp.
Haar telefoon.
"Ik ga Julia bellen."
Ik zie haar telefoonscherm in het donker oplichten.
Het is doodstil. Het enige wat te horen is is het getik van Mila's lange nagels op het telefoonscherm.
Mila zet de mobiel op luidspreker zodat we meekunnen luisteren.
De telefoon lijkt wel eeuwig over te gaan.
Er wordt opgenomen.
"Julia? Waar ben je?"
Mila klikt geïrriteerd met haar tong.
"Hallo?!"
Julia's stem aan de andere lijn klinkt angstig.
Mila kijkt ons vragend aan.
Vanuit de speaker hoor ik zwaar gehijg.
"Julia?", vraagt Mila nog een keer vragend.
Gegil.
"Help...."
"Wat?!", vraagt Cara die ook haar telefoon pakt. Waarop Dana en ik ook volgen. Niemand heeft bereik. Het huilen staat iedereen nader dan het lachen. Dana schopt gefrustreerd tegen de grond. "We zijn zowat nog niet eens binnen of we zijn nu al iemand kwijt!" Ik zucht, ik wist gewoon dat dit geen goed idee zal zijn. "Waarschijnlijk is ze gewoon toen de bewaker kwam het terrein opgerend", zegt Cara sussend. "We gaan haar gewoon even zoeken." Aarzelend lopen we het terrein op. Voor ons doemt een mega grote stalen ding op uit de mist. Het is een grote achtbaan. Ik zie een schim staan achter een van de grote stalen palen waar de achtbaan op leunt. "Meiden", zeg ik in paniek. Dana kijkt me geïrriteerd aan. Ik probeer een geluid uit mijn keel te krijgen, maar het lukt niet. "Wat is er?!", sist Dana me toe. Ik wijs bibberend naar de schim. Die langzaam op ons af komt. Langzaam lopen we achteruit. "Maak geen beweging", zegt Cara zachtjes. De schim begint te schreeuwen waar op wij beginnen te schreeuwen. Iedereen rent zo snel weg zoals haar benen zich kunnen dragen. Ik voel dat iemand me van achter vastgrijpt en ik zet het op het gillen. Ik val languit in het natte vieze gras. Bahh gras in mijn mond en aarde over mijn gezicht. De schim buigt zich over me heen. Ik probeer naar achteren te kruipen maar ze heeft me vast. Een lichtstraal. Ik zie haar gezicht.....

Lach je doodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu