23

49 7 1
                                    

Dit hoofdstuk draag ik op aan lauravandeven2003 omdat zij altijd trouw stemt op ieder hoofdstuk dat ik publiceer xD.

Ik schrik wakker. Schichtig kijk ik om me heen. Waar ben ik? Ik lig in een groot wit bed met brede grijze stangen aan de zijkanten en aan het voeteneinde. Alles om me heen is wit. Grote TL-buizen boven mijn hoofd schijnen fel in mijn ogen. Na een tijdje ben ik gewend aan het licht en begin ik de kamer te bekijken. Naast mijn bed staat een nachtkastje met daarop een telefoon en een vaas met bloemen. Roze anjers om precies te zijn, nog iets wat deze kamer een beetje kleur geeft. Verder zie ik nog een klein keukentje en twee deuren. Net als ik me afvraag waar die deuren naar leiden wordt een van de twee geopend. Door de deur komt een vrouw in ziekenhuiskleding gelopen. Opeens herinner ik het me weer. Het pretpark, de ambulance, Lize en Julia die dood zijn. En Cara en Dana die daar nog zitten. Ik ben dus in het ziekenhuis. "Je bent wakker", zegt de vrouw met een vriendelijke stem. Ik knik zachtjes. Als ik op wil staan merk ik een siliconen buisje in mijn pols op. Een infuus? De vrouw beantwoordt mijn verbaasde blik. "Dat is voor de pijnstillers."
"Pijnstillers waarvoor dan?", vraag ik verbaasd. De vrouw lacht zachtjes. "Meisje toch, je hebt een gebroken rib en je schouder..." Ze wijst met haar slanke vinger naar mijn schouder. Ik kijk verbaasd opzij . Mijn schouder zit helemaal in het verband en mijn arm zit in een mitella.
"Je had diepe vleeswonden en op je gewrichten en botten zaten een soort rare schrammen die de dokter nog nooit eerder had gezien." Ze schudt heel even kort met haar hoofd.
"Er zijn hechtingen geplaatst en je moet je schouder voorlopig rust houden." Als ik recht op wil gaan zitten voel ik een brandende pijn in mijn ribbenkast, snel ga ik weer liggen. De verpleegster loopt richting het bed en klopt mijn kussen even op.
"Je moet rust houden en niet recht op gaan zitten", begint ze streng. "Als je rechtop wil gaan zitten moet je deze gebruiken." Ze geeft me een soort kleine afstandsbediening aan. "Hiermee kan je de rugleuning van het bed omhoog en omlaag doen, en kijk gerust wat TV." Ze wijst richting een andere witte afstandbediening op het nachtkastje. Ik knik. "Ik stuur de dokter zo langs, als er iets is moet je aan het rode draadje langs je bed trekken. Ik kijk naast me, er hangt inderdaad een rood draadje. De verpleegster lacht me vriendelijk toe en draait zich dan om richting de deur. Als ze de deur wil openen, bedenkt ze zich en wendt zich nog een keer tot mij.
"O ja Mila, je ouders zijn ingelicht. Ze zijn nu onderweg naar Nederland." Na dat gezegd te hebben loopt ze de kamer uit. Mijn ouders? Ik zie het gezicht van mijn moeder voor me. Tranen komen op in mijn ogen. Snel knipper ik ze weg. Ik pak de twee afstandsbedieningen. Met de ene zet ik eerst mijn rugleuning omhoog, en met de andere zet ik de TV aan. Ik houd mijn ogen strak op het scherm. Het enige wat ik probeer is niet te denken. Te denken aan dit alles. Opeens hoor ik gestommel. Mijn ogen glijden schichtig van het scherm naar de deur die langzaam opengaat. Als ik zie wie het is, trekt al het bloed uit mijn gezicht. Het enige wat in me opkomt is gillen. Ik schreeuw de longen uit mijn lijf. In de deuropening staat Grietje...

Pov. Cara

"Alsjeblieft!", gil ik. Mijn stem slaat over van angst. Hardhandig wordt ik aan mijn enkels over de harde grond meegesleurd. Takken en stenen snijden door mijn huid. Maar ik voel er niks meer van. Door alle eerdere pijnen voelt mijn lichaam als verdoofd.
"Laat me leven!" De tranen stromen over mijn wangen. Ik probeer zo hard mogelijk te schreeuwen.
"Help alsjeblieft!"
Ik wil verder schreeuwen maar er komt niets meer uit mijn keel ik heb de kracht er niet voor. Alle moed zinkt me in de schoenen. Niemand kan me horen. Dit wordt mijn einde. Ik slaak een luide snik. Maar het is zinloos. Niks helpt. Het lijkt alsof al mijn gevoel verdwijnt. Zowel fysiek als mentaal. Geen verdriet, angst of woede maar leegte. Alsof alle menselijkheid beetje voor beetje uit mijn lichaam sijpelt. Alsof er een knop is omgedraaid. Ik voel me een lege huls. Er is geen sprankje hoop meer in mij. Het laatste vlammetje wat er was, is bruut uitgedoofd. En het rare is dat de leegheid me een soort rust geeft die ik niet kan plaatsen. Het idee dat dit alles spoedig voorbij zal zijn. Geen geren meer, geen angst of pijn. Ik voel mijn spieren langzaam verslappen, mijn oogleden worden zwaar. Met de laatste kracht in mij lichaam til ik mijn hoofd omhoog naar de hemel. Het laatste wat ik zie is de oranje gloed van de ochtendschemer van de opkomende zon. Met de gedachten dat ik het licht voor het laatst heb gezien sluit ik mijn ogen. Dan wordt ik opgeslokt door een eeuwige duisternis.

Hallo lieve lezers! Vonden jullie dit hoofdstuk leuk laat dan zeker even een stem achter of een leuke comment (<- daar wordt ik altijd blij van :] ). Tot het volgende hoofdstuk!

-X Anouk

Lach je doodWhere stories live. Discover now