26

54 5 0
                                    

Pov. Mila

Dana en ik zijn allebei naar een aparte kamer gebracht, om even met onze ouders te kunnen praten.
We zijn er al 5 minuten, en niemand heeft nog wat gezegd. Waar moet ik dan ook beginnen? Er is zo veel gebeurd. Moet ik het ze vertellen? Alles waar ik al maanden meezit? Zoveel gedachtes schieten met sneltreinvaart door mijn hoofd heen.

"Waarom laten jullie me altijd alleen."
Is het enige wat ik tussen mijn lippen vandaan geperst krijg.
Mijn ouders kijken me geschrokken aan.
"Wat bedoel je?", vraagt mijn vader. Zijn toon is emotieloos. Als een soort robot.
"Wat ik bedoel? Jullie gaan zo vaak weg voor het werk, en laten mij gerust een week alleen thuis."
"Maar lieverd, als je het vervelend vindt om alleen thuis te zijn, kan je toch naar tante Karolina. Dat hebben we al een paar keer eerder gezegd."
Woede borrelt in me op. Willen ze het niet snappen, of kunnen ze het niet snappen?
"Snappen jullie het niet? Ik wil niet naar tante Karolina. Op zich vind ik alleen thuis zijn niet zo erg. Ik vind het gewoon vervelend dat jullie er nooit voor me zijn!"
Mijn moeder kijkt me fronsend aan.
"Nu niet gaan schreeuwen. Omdat wij er toevallig niet waren, toen jij besloot om op nachtelijke trip te gaan!"
Mijn moeder verheft haar stem.
Tranen woelen op in mijn ogen van verdriet en woede. Ik bal mijn vuisten en bijt op mijn lip.
"Het gaat niet om nu! Het gaat om altijd. Al veel eerder had ik er last van dat jullie er niet waren. Jullie zijn er nooit voor mij!"
De tranen stromen nu over mijn wangen.
"En als jullie er wel zijn hebben jullie geen tijd. Eigenlijk merk ik het verschil geen eens, of jullie er nou wel of niet zijn."
Mijn moeders ogen vullen zich nu ook met tranen.
"Waarom heb je dat dan nooit gezegd?", zegt ze terwijl ze op haar lip bijt.
"Hoe dan? Als ik met jullie wilde praten hadden jullie geen tijd."
Het lijkt alsof de woorden die uitspreek, voor mijn ouders gelijk is aan gif dat hun toegediend wordt. Gif dat je door je aderen voelt branden. Waardoor je elke cel in je lichaam voelt tintelen.
Plots staat mijn moeder op. Met haar handpalmen veegt ze haar tranen weg. "Ga maar even slapen. Ik heb even tijd nodig om na te denken."
Voordat ik kan antwoorden beent ze snel de kamer uit.
Ik kijk geschrokken richting mijn vader, die er de hele tijd maar wat beduusd bij stond.
Hij pakt een stoel en komt naast mijn bed zitten.
"Neem het haar niet kwalijk, het is nog al veel waar je haar mee overvalt. Mij ook eigenlijk. Het was nog al een hectische nacht. Maar dat slapen was geen slecht idee. Je ziet er moe uit."
Ik kijk hem bang aan.
"Je blijft toch wel bij me pap?"
Hij glimlacht, en strijkt liefkozend een lok haar uit mijn gezicht.
"Terwijl jij slaapt, blijf ik hier om over je te waken. Belooft."
Hij drukt teder een kus op mijn voorhoofd en pakt mijn hand vast.
Ik voel me klein, gebroken en hulpeloos. En op dit moment heb ik niets liever dan dat mijn vader me beschermt.
Voorzichtig leg ik mijn hoofd op het kussen, en sluit ik mijn ogen. Ik focus me op mijn vaders regelmatige ademhaling. Langzaam zak ik weg in een diepe slaap.

Als ik mijn ogen open, zit ik in de grote metalen stoel. Pijn brandt door mijn aderen heen. Alsof elke cel in mijn lichaam in brand staat. Voor me zit Lize in een zelfde stoel. Ze gilt het uit, en kronkelt alle kanten op.
"Mila help mij!"
Ik probeer me los te rukken uit de stoel maar het lukt niet. De pijn wordt ondragelijk. De lucht in mijn longen voelt aan als lood. Ik moet haar helpen!
Pijnscheuten door mijn botten, alsof er een bak met kokend zoutzuur over heen is gegooid.
"MILA HELP ME!!!" De hysterische klanken van Lizes stem galmen nu door de ruimte.
De tranen stromen over mijn wangen.
"Ik probeer het!"
Ik probeer me los te wringen uit de stoel. Schrammen verschijnen op mijn lichaam door de boeien die mijn zachte vlees doorboren. Ik probeer ze met mijn nagels los te wringen. Mijn huid wordt doordrenkt met het warme kleverige bloed. Ik begin om me heen te spartelen. Ik moet los komen.
"Mila!", hoor ik een mannenstem roepen. "Mila stop!"
Lizes doodsbange gezicht lost op.

Als ik mijn ogen open, duurt het even voor ik weer weet waar ik ben. Het ziekenhuis. Mijn ouders staan dicht over me heen gebogen en kijken me geschrokken aan. Snel drukt mijn vader zich stevig tegen me aan.
De tranen stromen over mijn wangen. "Papa ik kon haar niet redden!"
Ik probeer mijn snikken te smoren in zijn T- Shirt.
Opeens vliegen er pijnscheuten door mijn onderarmen. Geschrokken kijk ik richting de pijn. Mijn onderarmen zijn bedekt met sneeën en bloed.
Ik kijk mijn ouders geschrokken aan.
"Hoe kan dit?"
"Liefje, je was jezelf aan het verwonden in je slaap...", stamelt mijn moeder.
"Het was zo angstaanjagend. Je schreeuwde, en spartelde. Het zweet stond op je voorhoofd. Wat droomde je, en wie heb je niet kunnen redden."

Ik vertel mijn ouders over mijn droom, halverwege wordt ik onderbroken doordat een zuster binnenkomt.
"U had mij geroepeee... Jezus wat is hier gebeurd?", roept ze geschrokken uit zodra ze mijn armen en dekbed ziet die helemaal onder het bloed zitten. Ze pakt een soort raar machientje uit haar zak en drukt op een geel knopje.
"Dit vraagt om versterking", mompelt ze voor zich uit.
"Het valt wel mee", mompel ik. "Het zijn maar oppervlakkige schrammen."
De zuster schudt vastberaden haar hoofd.
"Nee, je moet echt geholpen worden lieverd."

Even later komen er nog twee zusters en een arts binnen lopen. Mijn ouders hebben onder tussen het hele verhaal aan de zuster verteld. Terwijl de zusters mijn armen schoonmaken en inpakken met verband kijkt de arts fronsend toe.
Diep in zichzelf aan het peinzen. Zodra de zusters klaar zijn met mijn armen en bezig zijn het beddengoed te vervangen begint hij met praten.
"Dit is een zorgelijke situatie. De dromen en hallucinaties hebben te maken met een heel zwaar trauma."
Mijn moeder schiet uit haar plaat.
"Nee dat is ook , ó zó gek, als ze net uit een moordlustig pretpark komt."
Snel slaat ze haar hand voor haar mond.
"Sorry dat bedoelde ik niet zo", corrigeert ze zichzelf.
De arts knikt.
"Ik snap dat dit allemaal heftig voor u is. Maar we moeten zo snel mogelijk een traumaverwerkingsdeskundige voor haar laten komen."
Ze praten alsof ik er niet bij ben.
"Hallo? Mag ik daar ook over meepraten? En ik heb echt geen psycholoog nodig hoor!"
Mokkend sla ik mijn armen over elkaar.
"Liefje", begint mijn moeder. "Het is helemaal niet gek, dat je na alles een trauma hebt opgelopen. Het zo juist raar zijn als je er geen had. Maar daarom moet je geholpen worden."
"Mama ik ben niet gek. Geloof me."
Ze zucht.
"Ik weet het lieverd. Maar dat je met zo'n ervaringsdeskundige gaat praten. Betekent niet dat je gek bent. Dit is gewoon op dit moment het beste voor je."
Ik wil me verzetten maar ik heb de kracht er niet meer voor. Dus ik knik maar. En laat mezelf in mijn moeders armen zakken.
"Houd me vast", fluister ik. Mijn moeders lichaamswarmte overspoelt me
"Ik laat je nooit meer los."

Pov. Jacob

Eigenlijk wil ik geluidloos naar de tent sluipen. Maar het lukt niet. Ik kan me niet meer inhouden. Ik moet naar mijn zusje toe.
Zo snel als ik kan, sprint ik op haar af. Ruw duw ik de vergane stof van het tentdoek aan de kant.
"Grietje!", ik roep de longen uit mijn lijf.
Plots hoor ik geritsel. Abrupt draai ik me om richting het geluid. Een grote schim komt achter het tentdoek vandaan.
Ik trek lijkbleek weg. Dit kan mijn zusje niet zijn. Een grote gedaante doemt voor me op. Ik kijk recht in de ogen van een soort grote clown.
Ik probeer niet te kijken naar zijn half opengereten gezicht. Toch dwalen mijn ogen af naar de diepe vleeswonden. Het verrotte vlees, de zweren, en maden...
Snel wend ik mijn blik af.
De clown kijkt me bloeddorstig aan.
"Kijk nou Willy, een pottenkijker." Achter hem komt een tweede gestalte binnen.
Ook een clown. Druppels bloed druppen uit zijn traanbuizen. Hij grijnst breed, omdat zijn bovenlip met hechtingen is vast gemaakt. Zijn ogen staan hongerig.
"Voor ons een snelle snack", hij lacht zijn vieze bruingele tanden bloot. Zijn huid rondom zijn mond staat strak door de hechtingen die aan het vlees trekken. De clowns lopen dreigend op me af. De een haalt zijn hand met vlijmscherpe nagels naar me uit, ik val achterover en...
"Genoeg!", hoor ik een meisjesstem roepen. Geschrokken draai ik me om. Daar midden in de tent staat Grietje...

Heee sorry dat het zo lang duurde tot een nieuw hoofdstuk, druk met school je kent het wel. Maar ik zat te denken. Wat zouden jullie er van vinden als ik een vervolg op 'Lach je Dood' ga publiceren? Let me know 👇🏼.
En hebben jullie vragen aan mij, over het boek, of over mijzelf? Stel ze hieronder. Dan beantwoord ik ze volgend hoofdstuk.

Lach je doodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu