11

68 4 0
                                    

POV. CARA

Uit het niets doemen Lize en Mila op. "MILAAAA!!", gil ik terwijl de tranen over mijn wangen stromen. Ik vlieg haar om de hals. "Maar hoe? Jullie gingen toch weg?" Mila's ogen zijn rood en opgezwollen van het huilen. "Dat dachten wij ook.", zegt Mila snotterend. "We werden aan de rand van het pretpark geholpen door een bewaker. Hij belde de hulpdiensten, en we werden door een ambulancebusje naar huis gebracht. We vielen in slaap. En werden wakker in het pretpark. Toen hoorden we gegil van jullie. Wat is er aan de hand?" Ik wijs naar Dana's arm. "Ik weet hoe je dit moet behandelen. Ik heb op school toen toch die EHBO-cursus gevolgd. Die jij nog zo suf en onnodig vond." Ze zegt het verwijtend, en ik heb het gevoel dat ze nog steeds boos op me is. "Dana heeft een open botbreuk", vervolgd ze haar verhaal. "We moeten eerst de wond dicht plakken met iets." Ik kijk rond. Lize schraapt haar keel, "Ik heb het EHBO koffertje meegenomen uit de wagen." Ze kijkt naar haar voeten en haalt het koffertje achter haar rug vandaan. "Lize ik kan je wel zoenen!", gil ik van blijdschap. Mila pakt het koffertje van Lize aan, en gaat naast Dana zitten. Ze legt haar arm recht, en Dana schreeuwt het uit van de pijn. Ze graait wat in het EHBO-kistje en pakt een soort grote witte pleister. "Hiermee plak ik de wond af." Julia wrijft sussend over Dana's haar wiens tranen over het gezicht lopen. Mila spalkt de arm en pakt de arm dik in in het verband. Dan bindt ze de arm in een mitella.

Nadat Mila klaar is met de arm van Dana, helpen Julia en ik om Dana op te laten staan. Dana's ogen zijn rood en gezwollen van het huilen, en ik bedenk me hoe ik er op dit moment uit moet zien. "Wat doen we nu?", vraagt Julia bang. "Ik wil niet weer dat pretpark in."  Mila klakt geërgerd met haar tong. "Dat gaan we ook niet doen! We gaan nu meteen naar de uitgang, voordat er nog meer mensen gewond raken." Mila begint met lopen. De anderen sjokken er achterna. Als ik naast Mila wil gaan lopen, versnelt ze haar pas. Ik moet wat zeggen. "Miell, ik...." Ze onderbreekt me ruw. "Lize!" Lize komt naast haar lopen, en Mila geeft haar een enorme hug. "Ik heb nu in ieder geval een nieuwe beste vriendin", zegt ze lachend. Ik geef haar een duw. "Auww, waar was dat..." , begint ze. "Waarom doe je zo rot tegen me?", schreeuw ik. Ze draait zich om. "Ho is even, ik doe rot tegen jou?", roept ze kwaad. "Ja, je stoot me af, je doet echt gemeen!", roep ik net zo kwaad terug. We stoppen. "Jij bent degene die opeens een nieuwe bestie gaat zoeken, jij bent degene die mij in de steek laat! En nu opeens de rollen omdraaien en staan janken?!", gilt ze nu hysterisch. "Ik een nieuwe bestie...", stamel ik. "Hou je bek maar!", gilt Mila nu huilend. "Je bent geen vriendin meer! Ga maar lekker uithuilen bij Dana." Ik begin te huilen. "Waar ben je mee bezig...", fluister ik snotterend. "Jongens...", onderbreekt Julia. "Hou jij je bek maar!" , sneert Mila haar toe. "Jongens!!", zegt ze nogmaals maar nu iets dringender. "Wat?!", zeg ik geïrriteerd. "Mist..."
Zonder dat wij het door hadden is er een dikke laag mist opgedoemd. Met de seconde lijkt de mist dichter te worden. "Snel pak elkaars hand!", roept Lize. We zien elkaar amper meer dus op de tast pakken we elkaars hand beet. Ik gris naar de handen naast me. "Wie zijn dit?", vraag ik terwijl ik de handen op til. "Dana!" en "Mila!". Opeens springt er een geel licht links van mij aan. Ik voel de verbaasde blikken van iedereen gewoon, ook al kan ik ze niet zien. "Licht", hoor ik Julia zeggen. Nu hoor ik Dana. "Juul waarom laat je mijn hand los?", vraagt ze bang. "Ik moet het licht volgen", zegt ze op een hele enge manier. Ze lijkt wel bezeten, het zal een keer niet. "Ik moet het licht volgen", herhaalt ze kalm. "Julia kom terug!", beginnen we alle vier door elkaar te gillen. Ik hoor een doffe klap, een klein gilletje en het licht dooft weer. Wat was dat? "JULIAAA", begint Dana hysterisch te gillen. "JULIAAA KOM TERUG DIT IS NIET GRAPPIG!" Lize begint te snikken. De mist lost langzaam op. "Wat hoe?", stamel ik. Ik zie de handen die ik vast heb, en later ook de gezichten. De mist lost op, en we staan niet meer bij het grote reuzenrad waar we stonden. De rillingen over mijn rug. We staan voor een grote circustent.

Lach je doodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu