20

78 5 0
                                    

Pov. Mila

Ik word gek. De schelle kreten en harde schreeuwen van Lize galmen door de ruimte. De tranen stromen over mijn wangen. Ik probeer te schreeuwen maar ik krijg de klanken niet uit mijn keel. Het enige wat hoorbaar is, is een raar gegorgel. "Stop alsjeblieft", fluister ik naar Grietje. Maar zelf weet ik ook wel dat het niets helpt. Een meisje wiens ziel is overgenomen door de duivel kent geen genade. Voor niemand. "Waarom dood je ons allemaal niet gelijk?", vraagt Cara zachtjes snikkend. Grietjes grote blauwe ogen schieten naar Cara. Langzaam loopt ze op haar af. Ik hoor elke stap op de vloer tikken, met op de achtergrond de schreeuwen van Lize. Tik...tik... Mijn adem stokt in mijn keel. De duivelse blik van Grietje jaagt me een angst aan die met geen boek te beschrijven valt. De stappen die langzaam op Cara afkomen. Je weet nooit wat Grietje van plan is. Het zal me niets verbazen als ze opeens een mes onder haar jurkje vandaan haalt en een van ons opeens neersteekt. Eenmaal aangekomen bij Cara pakt ze haar kin vast. "Dan is het toch niet leuk meer", ze laat de kin van Cara los en loopt weer terug. Weer een ijselijke gil van Lize. Ik kijk naar haar. Ze heeft haar handen gebald tot vuisten en bijt op haar lip. Hopend dat de pijn minder wordt. Ik weet niet wat er erger is, zo'n bloederige martelscène uit een horrorfilm of dit. Niet wetende wat er gebeurd. "Hou vol!" De zoute smaak van de tranen brandt op mijn tong.
"Ze kan je niet horen of zien", giechelt Grietje. Monster. "Ze is helemaal alleen. Niemand die haar kan beschermen. Net zoals bij mij." Ik bal mijn vuisten.
"Milaaaaa", hoor ik Lize nu gillen. "Mila, ik weet niet of je dit hoort, maar zo wel zoek Jacob. Hij kan helpen!"
"Nee", schreeuw ik. "Niet opgeven!" Bij het horen van de naam Jacob spuwen Grietje haar ogen vuur. Ze loopt woedend op Lize af die vastgeketend zit in de stoel en geeft haar een klap in haar gezicht. Onmiddellijk ontspannen de spieren in Lize haar lichaam zich. Haar rechtermondhoek hangt naar beneden, waar een straaltje bloed tot haar kin loopt. Haar ogen wijdopen gesperd. Haar lichaam slapjes in de stoel. Ze is dood. Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. "Miel?", fluistert Cara snikkend. "Gaat het?" Ik probeer te antwoorden maar er komt alleen maar een schor gepiep uit mijn keel. Dit kan niet waar zijn. Dit mag niet waar zijn. Ik wil huilen, schreeuwen en gillen. Maar ik kan het niet. De vermoeidheid slaat toe en lijkt een verlammende werking op mijn lichaam te hebben. Ik ben kapot, gebroken en moe. Het laatste sprankje hoop dat ik had is weg. Plotseling springen de boeien en kettingen open. Met moeite til ik mijn hoofd richting Grietje. Ik kijk haar vragend aan. Ze lacht. "De vossenjacht is geopend." Ik probeer te begrijpen wat ze bedoelt maar mijn hersenen lijken niet te werken.
"Dus je laat ons gaan?", stamelt Dana. Wat bedoelt ze. Ze laat ons gaan. Maar waarom? Alsof er telepathie plaats vind, beantwoordt Grietje mijn vraag. "Waarom? Awgh, nu zijn jullie zo weerloos en zou het makkelijk zijn om jullie te doden. Te gemakkelijk. Dan is er voor mij ook geen lol meer aan." Nu pas dringt het tot me door. Ze laat ons gaan. Tijdelijk. Maar we hebben nog een kans. Langzaam voel ik het straaltje hoop weer opborrelen. Maar toch heb ik het gevoel dat er iets niet klopt. Er zit een addertje onder het gras. "Maar wat als een van ons ontsnapt?", vraagt Cara verward en vol ongeloof.
"Ach", zegt Grietje schouderophalend. "Dat zou alleen maar weer publiciteit voor dit mooie pretpark opleveren. Ik zie de krantenkoppen al voor me. Verward meisje meent dat er een geest rondzwerft in verlaten pretpark." Ze grinnikt. Niemand zal jullie geloven. En net zulke domme leeftijdsgenoten als jullie zullen komen om uit te zoeken wat er hier is. De jeugd van tegenwoordig is zó nieuwsgierig aangelegd." Ik weet niet of ik opgelucht, verward of bang moet zijn. Opgelucht omdat we worden vrij gelaten, tenminste tijdelijk. Verward, om dit alles. En bang.... Ten eerste dat Grietje ons te pakken krijgt. Maar misschien ben ik wel het bangst voor het feit dat als ik uit deze levende nachtmerrie kom, niemand me zal geloven en ik in een psychiatrische inrichting wordt gestopt. Dana is de eerste van ons drie die opstaat. "Kom op! Waar wachten jullie op?" Aarzelend staat Dana ook op. "Kom Mila." Ze probeert me overeind te trekken. Verward probeer ik op te staan. Maar mijn benen voelen als verlamd aan. "Mila kom!", gilt Dana boos. "Dom kind, ze laat ons verdomme gaan!" Ik knik zwakjes en zet me met mijn armen tegen de stoel af om op te staan. Als ik sta, voelen mijn benen als spaghettislierten aan. Mijn benen zakken in elkaar maar Cara vangt me net op tijd op. Snel ondersteunt ze me en sleurt me mee naar de uitgang van de enorme tent. "Kom snel", sist Dana ons toe. We vluchten de tent uit. "Jullie krijgen een voorsprong van 10 minuten!", roept Grietje ons achterna. "Verspil deze niet!" Mijn benen lijken het op magische wijze weer te doen. En ik doe het enige wat op dit moment in me op kan komen. Rennen..

Lach je doodWhere stories live. Discover now