12

77 7 0
                                    

POV. LIZE

Mijn adem stokt in mijn keel. Dit kan niet. Ik knipper met mijn ogen. En jawel hoor, de enorme ,versleten circustent staat er nog. De tent zit vol scheuren en gaten. Waarschijnlijk was de tent ooit rood en wit. Zeker weet ik het niet, want de tent is zo vervaagd dat het net zo goed een andere kleur had kunnen zijn. We staan een tijdje aan de grond genageld. Niemand zegt wat. Niemand durft wat te zeggen. Na een paar minuten onderbreekt Dana de stilte, "We moeten Julia redden!" Iedereen is stil. "Wat?", vraagt Dana duidelijk geïrriteerd. Ze snuift. "Willen jullie haar niet redden? Zijn jullie bang? Het enige wat jullie boeit is jullie eigen leven, hè?" Ze balt haar vuisten. Heel even ben ik bang dat ze iemand een mep verkoopt. Maar ze lijkt weer rustig te worden. Opeens zakt ze door haar knieën. Ze lijkt hou vast te zoeken aan de grond. Haar onderlip begint te trillen. "Daan?", vraagt Cara zachtjes. Ze gaat naast haar zitten. Opeens hoor ik gesnik. Dana huilt. "Wat is dit klote", hoor ik Dana snikken. Cara houdt haar troostend vast. "Ik wilde dat we thuis waren gebleven, dit is mijn schuld." Wacht, hoorde ik dat nou goed? Dana die een fout toegeeft? "Nee Daan, dit is niet jouw schuld", troost Cara haar. Opeens wordt hun gesprek onderbroken door een gil. "Julia!", roepen we in koor. Het kwam uit de versleten circustent. Het kippenvel staat op mijn armen. Dana springt op. "We moeten haar helpen!", gilt Dana hysterisch. "Hoe dan?", vraagt Mila. "We weten niet wat daar binnen zit!"
"Het kan me niet schelen wat daar zit!", Dana rent richting de circustent. Mila en Cara rennen haar achterna. Ik blijf als versteend staan. "Daan het is te gevaarlijk", hoor ik Cara roepen. Als ik ze ook achterna wil rennen, voel ik opeens een hand voor mijn mond. Ik probeer te gillen maar een andere hand grijpt me bij de keel. Het geluid wat gegil had moeten zijn, verandert in een zacht gegorgel. Ik begin te spartelen, maar tevergeefs. Ik voel een tweede paar handen om mijn middel. Er wordt een klap gegeven tegen mijn hoofd. Alles wordt wazig en ik val neer. Ik voel de harde vloer. Ik zie twee schimmen die me op tillen. Pijnscheuten door mijn hele lichaam. Dan wordt alles zwart...

Ik word wakker op een vreemde plek. Het is donker. Ik kijk rond. Blijkbaar zit ik een soort hok. Links van me een rij stalen spijlen. Ik rammel eraan. Muurvast. Ik kijk naar buiten. Tegenover mij staat een woonwagon, met zo'n zelfde hek van spijlen, waar de verf van afbladdert. Ik kan nog net lezen wat er op de wagon staat: 'Circus Houdini'. Waarschijnlijk is dit een verzameling van de hokken waar vroeger bij het circus de wilde dieren in zaten, en zit ik ook in zo'n hok. In de wagon is iets, er hangt iets. Ik kan het niet goed zien, want daar is het te donker voor. Opeens hoor ik gestommel. Mijn adem stokt in mijn keel. Er komt een gestalte binnen. Drie gestaltes. Terwijl een schim op me afkomt, blijven de andere 2 in de schaduw. De gestalte is niet zo groot. Het komt voor de spijlen staan. Er knipt een licht aan. Voor me staat een meisje. Het meisje zit onder het bloed. Ze grijnst. "Hoe bevalt onze suite je , Lize?" Mijn gezicht trekt samen van verafschuwen. Nu zie ik ook wat er in de wagon voor me hangt. Het is het lijk van Julia aan een strop...

Lach je doodWhere stories live. Discover now