25

74 9 4
                                    

Pov. Dana

"Dana!", roept Mila verrukt uit. Ik frons verbaasd mijn wenkbrauwen. Is ze blij om me te zien? Kom op, ze haat me. En eerlijk gezegd kan ik het haar niet kwalijk nemen.
"Waar is Cara?", vraagt ze hoopvol. Mijn adem blijft in mijn keel stokken, en een lichte vlaag van paniek komt in me op. Wat moet ik zeggen? Dat ik haar gewoon heb laten liggen? Haar de dood in heb gejaagd?
"Ik...", stamel ik. Er wordt op de deur geklopt. Mijn moeder stapt de kamer binnen. Ze snelt naar me toe en drukt een kus op mijn haar.
"Jij ben toch Mila?", vraagt ze zachtjes terwijl ze in de richting van Mila knikt. Haar stem is schor en gebroken van al het huilen. Mila knikt zachtjes.
"Hoe gaat het?"
Er volgt een lange stilte. Mijn moeder weet zelf ook wel dat het een domme vraag is.
Ik wend mijn blik tot Mila. Haar donkere haar ziet er klitterig en dof uit. Haar gezicht is lijkbleek, en zwarte schaduwen omringen haar ogen. Ik verbaas me erover hoe iemand binnen zo'n korte tijd zo erg kan veranderen. Het lijkt alsof er naast me een heel ander persoon ligt.
Zelf heb ik ook het gevoel of ik in een nacht, een jaar of vijf ouder ben geworden. Kom op, hoe kinderachtig kan je zijn om s'nachts een verlaten pretpark binnen te dringen? Mila doorbreekt de stilte.
"Is Cara hier ook?"
Opeens zie ik het weer voor me. Cara's grote ogen gevuld met angst. De zweetdruppeltjes op haar voorhoofd. Haar gejammer om hulp. Haar geschreeuw als ze door de clown bruut mee wordt gesleurd. Het laat iets in mij breken. De tranen stromen over mijn wangen.
"Ik heb haar achter gelaten."
Mijn moeder en Mila kijken me geschrokken aan.
"Wat?" Mila's ogen vullen zich met tranen.
"We werden achtervolgd, en ze zat vast. Ik heb haar laten liggen. Ze hebben haar meegenomen."
Mila kijkt strak voor zich uit.
"Egoïst", zegt ze zachtjes. De manier waarop ze het uitspreekt is koud en emotieloos. De rillingen lopen over mijn rug. Alsof ze in een soort trance is.
"Ik...ik", begin ik te stamelen.
Ik probeer het goed te praten. Maar dat kan ik niet. Ik was een egoïst. Maar als ik het terug zou kunnen draaien, zou ik alsnog hetzelfde doen. Niemand weet in wat voor doodsnood ik daar verkeerde.
"Je vermoorde haar", fluistert Mila.
"Nee, dat wilde ik niet. En misschien leeft ze nog..."
Het lijkt alsof ze uit haar trance ontwaakt. Haar ogen vullen zich met tranen. Ze bijt op haar lip en balt haar vuisten.
"Je vermoorde haar! Egoïstisch kreng! Hoe kon je?! Door jou heb ik straks geen beste vriendin meer!", ze schreeuwt het door haar tranen heen uit van woede.
"Wat had ik dan moeten verdomme!", begin ik hysterisch te schreeuwen.
"Terug moeten gaan, en zelf ook gepakt worden?!"
Mila kijkt me met een intense blik vol haat aan.
"Dat was inderdaad beter geweest, ja!"
Tranen springen in mijn ogen van woede. Hoe kan ze dat nou zeggen?
Mijn moeder die voorheen aan de grond genageld stond, grijpt nu in.
"Meiden kappen nou, het was een lange nacht jullie moeten rusten." Dat is het enige wat ze door haar lippen geperst krijgt.
Mila barst uit in een hartverscheurend gesnik.
"Ze was de enige die ik nog had", brengt ze snikkend uit.
Ik kijk haar met een vragende blik aan.
Met haar handpalm veegt ze haar tranen af.
"Mijn ouders zijn er bijna nooit. Ik ben altijd alleen. Cara was mijn enige vriendin. De enige bij wie ik alles kwijt kon. En toen ontmoette ik Lize. In een nacht hadden we zo'n hechte band gekregen. En toen stierf ze voor mijn ogen."
Ik ben verstomd, en heb geen idee wat ik moet zeggen.
"Wat vreselijk", probeer ik troostend te zeggen.
"Weet je?", brengt ze snotterend uit.
"Soms heb ik het gevoel dat mijn ouders volslagen vreemden zijn."
Ons gesprek wordt onderbroken door een stem die ik nog niet eerder heb gehoord. "Wat, Mila?"
Ik wend mijn hoofd richting het geluid. In de deuropening staat een vrouw met achter haar een man. De vrouw is van middelbare leeftijd, en ik kan haar meteen herkennen als Mila's moeder. Mila en haar moeder lijken sprekend op elkaar. Dezelfde grote bruine ogen, dezelfde gezichtsvorm en dezelfde gelaatstrekken. De man achter haar kan ik niet goed zien, maar ik neem aan dat het de vader van Mila is.
"Mam", brengt Mila stamelend uit. Er volgt een lange stilte. Dan kijken ze elkaar aan, en beginnen tegelijk te huilen. Mila's moeder drukt haar stevig tegen zich aan.
Ook Mila's vader stapt nu de kamer binnen, en legt een hand op de schouder van zijn dochter.
"Zullen we de dokter vragen, of jullie allebei even wat privacy mogen?", vraagt mijn moeder mager glimlachend
Ik knik zachtjes. Mila en haar ouders hebben nog veel te bespreken.

Pov. Jacob

"Grietje?!", ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Verdomme, waar is ze?
Ik moet haar zien. Ik moet mijn zusje vasthouden. Tenminste, als de maniak wat er nu van haar is geworden dat toelaat. Ik heb besloten om vanaf nu verder te lopen. Rennen gaat niet meer. Ik had toch die conditietrainingen in December moeten doen. Ik kijk rond om te zien waar ik ben. Allemaal kraampjes doemen rondom mij op. Alles lijkt hier ook wel hetzelfde. Plotseling valt een kraampje me op. Als je goed kijkt zie je in de afgebladderde verf twee suikerspinnen.

"O mama, een kraampje met suikerspinnen. Mag ik er een?", vraagt Grietje smekend.
"Tuurlijk, lieverd. We moeten de eerste keer dat je naar het circus gaat immers speciaal maken", zegt mama lachend. "Wil jij er ook een Jacob?"
Ik schud mijn hoofd.
"Jacob, moet er ook een nemen!", roept Grietje beslist.
Ik lach. "Als Grietje er op staat."
We lopen naar de houten toonbank van het kraampje waarop sierlijk twee reusachtige suikerspinnen zijn afgebeeld. "Optillen", Grietje grijpt met twee handjes naar mijn schouders. Ik pak haar lachend op. "Mag ik bestellen mama?", vraagt Grietje lachend.
"Tuurlijk, lieverd."
Grietje giechelt aandoenlijk.
"Zeg het maar moppie", zegt de man achter de toonbank die gekleed is in een zuurstokroze pak.
"Twee suikerspinnen, meneer."
"En wat zeg je dan?", vraagt mijn moeder streng.
"Alsjeblieft", brengt Grietje blozend uit.
De man loopt naar de enorme machine achter hem, en komt terug met twee enorme suikerspinnen.
Grietje pakt lachend de twee stokjes aan.
"Dankjewel, meneer." Grietje zwaait een enorme suikerspin in mijn gezicht.
Ik zet haar snel even neer.
"Houdt jij mijn suikerspin goed in de gaten?", vraag ik haar terwijl ik een serieuze blik probeer aan te kijken.
"Heel goed", zegt ze haar melktandjes bloot lachend.
Ik loop richting mijn moeder. Die haar portemonnee aan het bestuderen is.
"Wat is er?", vraag ik.
"O, even 4 gulden aan het zoeken. De meneer wil het precies."
Ik pak een zakje uit mijn broek en pak er 4, één-gulden-munten uit. En geef ze met een knikje aan de man die ongeduldig achter de toonbank stond te wachten. Mijn moeder kijkt me verbaasd aan. "Die krijgt ze van mij", lach ik.
"Had ik nog van het werken bij boer Harms."
Mijn moeder glimlacht.
"Soms ben je wel een verantwoordelijke grote broer. Ik ben trots op je."
Ze geeft me een aai door mijn haren terwijl we richting Grietje lopen.
Haar hele gezicht zit onder de suikerspin. Mijn moeder en ik barsten in gelach uit. Langzaam sterft het gelach weg de donkere nacht in.

Ik schud de gedachte weg. Tranen woelen op in mijn ogen als ik de stralende lach van Grietje weer voor me zie. Haar rode wangetjes met kuiltjes, die altijd zichtbaar werden als ze lachte.
Als ik verder wil lopen. Hoor ik opeens gestommel, fluisterende stemmen en zie ik zwakke lichtstralen verschijnen.
Langzaam loop ik in de richting van het licht en het geluid. Als ik om de hoek kijk zie ik een grote circustent voor me opdoemen. De tent herken ik. Dat is waar het allemaal heeft plaats gevonden. Daar moet ze zijn. Daar moet Grietje zijn. Ik neem een grote hap lucht en loop richting de tent. Richting de tent waar mijn zusje zich bevind.

Heee, allemaal. Sorry dat het zo lang duurde tot het nieuwe hoofdstuk. Maar school is weer begonnen en ik heb het echt heel druk. Dus heel erg sorry daarvoor. Ik probeer zo snel mogelijk weer te uploaden en ik hoop dat jullie dit hoofdstuk leuk vonden. Zo ja? Laat een reactie en/of stem achter. See you later!

X- Anouk

Lach je doodWhere stories live. Discover now