13 - Haunted

784 63 6
                                    

Harry;

Ik kijk verbaasd naar de deur die net voor mijn neus is dichtgegooid door drie jongens. Een met blond haar, lichtbruin haar en zwart haar. Ik sta te trillen op me benen, want ze pakten me nogal hardhandig beet. De woorden die ze zeiden kwamen hard aan en eerlijk gezegd zou ik door mijn benen willen zakken en heel hard huilen. Ik zou willen schreeuwen. Ik ben een vreselijk persoon. Ik zou haast smeken dat hij me mee zou nemen.

Ik slik en sta nog steeds op dezelfde plek. Ik wil terug naar Louis. Ik wil sorry zeggen en dat wel duizend keer. Ik voel me zo vreselijk. Ik heb hem zo hard geslagen dat mijn hand zelfs een beetje blauw is. Zijn oog is blauw en zijn neus gebroken. Hij heeft nog meer dingen, maar ik kon toen al niet luisteren naar de arts. Ik voelde me zo schuldig.. Net was ik in zijn kamer. Hij sliep en ik wou zo graag wat zeggen. Maar opeens kwamen die drie jongens. Niall, Liam en Zayn..

Ik loop wat rond in de kamer en kijk om me heen. Alles is hier zo wit en ik vind het super fijn. Geen duisternis te bekennen. Na een rondje te zijn gelopen ga ik bij Louis zitten. Ik streel voorzichtig door zijn haar en bekijk hem. Het doet me pijn om hem zo te zien. Het is namelijk mijn schuld. Voorzichtig laat ik mijn vingers langs zijn gezicht gaan. Hij trekt een beetje terug dus ik stop. Ik doe hem vast nog meer pijn. "Sorry.." fluister ik zacht. Ik open mijn mond om meer te zeggen tot de deur ineens openvliegt. Drie jongens komen binnen en kijk me verbaasd aan. De jongen met heldere blauwe ogen en blond haar stapt meteen naar voren. Ik had verwacht dat hij een beetje de softie zou zijn eerlijk gezegd. "Ga weg freak! Of wou je hem nog een keer slaan. Nou dacht het niet." Hij pakt me bij mijn schouders en trekt me weg. Verschrikt sta ik op. De jongen met een getinte huid en donker haar houdt de blonde jongen beet. "Dimmen Niall." Zegt hij. Hij pakt mij nu beet. Ik slik en kijk hem aan. "L-laat me los! Ik doe hem niks. Hij is mijn vriendje." Ik snik. Ze beginnen alle drie te lachen. "In je dromen! En wie slaat er zijn vriendje in elkaar? Dat doe je niet freak." Ik krijg een harde duur en sta vervolgens buiten de kamer. De deur wordt dicht gegooid. Ik tril zachtjes. Ik hoor ze nog zachtjes praten. Een stem die ik nog niet gehoord had, waarschijnlijk van de lichtbruin harige jongen met bruine puppy ogen, komt er boven uit. "Waren we niet iets te ruig?" Zayn kapt hem meteen af. "Natuurlijk niet. Hij is een idioot. Een freak. Er is iets met in zijn hoofd. Hij moet in een gesticht."

De woorden galmen nog door mijn hoofd. Dat woord was eerder gevallen. De moeder van Louis zei het ook de hele tijd. "Hij moet in een gesticht!" Er loopt een rilling over mijn rug. Ik tril zachtjes en kijk omlaag. Er is maar een iemand waar ik nu naar toe kan. Ik wankel door de smalle gang. Ik ben een beetje duizelig. Waarom weet ik niet zo goed. Alles lijkt een beetje op me af te komen. Ik staar voor me naar de eindeloze gang. Ik begin te rennen. "Mam!" Een zuster pakt me beet. Ik schrik en kijk haar aan. "Niet rennen!" Ik slik. "S-sorry. Ik moet naar m-mijn moeder.." De zuster knikt. "Ik breng je wel." Ze houdt me stevig bij mijn arm. Het maakt me bang. Waarom houdt ze me zo vast? Alsof ik iets gevaarlijks heb gedaan en ze me naar de gevangenis afvoert. Ik wil niet naar de gevangenis. Ik heb toch niks gedaan? Ik ga toch niks doen?

Ik slik en ze loopt samen met me door de lange gangen. Hoe weet ze eigenlijk waar mijn moeder is. Ik sluit mijn ogen en kijk weer om me heen. In de verte hoor ik geschreeuw. Ik weet niet of het echt is of dat het zich in mijn hoofd afspeelt. "Je zoon is gestoord! Hij is ziek in zijn hoofd! Ik zweer het je, ik zal hem laten opsluiten in een gesticht!" Ik slik. Louis moeder. Meent ze dat? Wil ze me echt laten opsluiten? Ze zegt nog wat dingen. Het is mijn schuld. Alles is mijn schuld. Louis kiest mij boven haar en ze zal er alles aan doen of haar zoon weer terug te krijgen. Louis moet niet omgaan met zo'n freak als ik. Hij moet niet omgaan met een arm iemand. Steeds dichter komen we bij het geluid als de zuster opeens een gang in slaat. Het geluid dempt weer. "W-waar gaan we heen?" Ik slik. "Je moeder." Ik bijt op mijn lip en schud mijn hoofd. "Mijn moeder is daar. Niet hier." De zuster schud haar hoofd. "We gaan goed."

Lunacy - L.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu