~ 14 ~

1.2K 52 362
                                    

Hoofdstuk 14

____________________

...Ik wil niet de volgende zijn...

---

Ik duw mijn boeken van Frans naar de rand van mijn bureau en staar naar buiten, een diepe zucht slakend. Tweeëneenhalf uur leren werkt zwaar in op mijn humeur. Gelukkig moet ik nog slechts drie dagen de toetsweek volhouden, daarna mag ik weer heerlijk lange schooldagen overleven. Gadverdamme, was het nou nog maar vakantie. De herfstvakantie voelt aan als de middeleeuwen – in werkelijkheid sliep ik twee weken geleden gewoon nog uit tot kwart voor elf...

Maar goed, ik ben klaar voor vandaag, dus kan ik eindelijk doen wat ik wil. Ik heb al plannen gemaakt terwijl ik me concentreerde op wat teksten over een of andere man die al eeuwen dood is: dat meer dat de jongens, Ella, Leya en ik weken geleden op die bergtop zagen, klinkt nog steeds heel erg aanlokkelijk. En ik heb echt even tijd voor mezelf nodig, dus wat houdt me tegen?

Inderdaad – helemaal niets. Let's go. Ik sta op van mijn bureaustoel – schuif die netjes aan – gris mijn telefoon en oortjes van de hoek van de tafel en trek mijn spijkerjasje aan dat over de rugleuning van m'n stoel hangt. Terwijl ik dat aandoe, mijn oortjes in mijn telefoon steek en ook alvast naar beneden loop, roep ik naar papa dat ik even een eindje ga wandelen.

'Prima, veel plezier,' antwoordt hij. 'Ging het leren goed?'

'Ja hoor. Was vervelend als altijd, maar boeien. Wanneer eten we?' Ik kom de huiskamer in en draai me naar papa toe.

'Over' – vanaf de bank kijkt hij op de klok – 'twee uur, ongeveer. Waar ga je wandelen?'

'In dat park en bij dat meer hierachter.' Ik gebaar met mijn telefoon in mijn hand naar de muur van de keuken waarachter het park zich moet bevinden.

'Oh, daar. Prima. Veel plezier, hè?'

Ik draai me om en been naar de voordeur. 'Thanks.'

---

Ik heb wel driekwartier naar dat meer gewandeld – mede omdat ik een keer verkeerd liep, maar dat is niet belangrijk. Nu is het dan toch eindelijk in zicht. Als de klanken van Some Nights – ik krijg gewoon geen genoeg van dat nummer – dan ook nog in mijn oren klinken, is het plaatje perfect. Ik wandel met een stevige tred naar het meer toe, dat achter de bomen van het bos verscholen ligt. Op het eerste oog lijkt het verlaten, wat erg goed uitkomt.

Een vaag bospaadje leidt me de weg en na nog een paar stappen kom ik bij het meer uit. Het is serieus net een zee, zo groot en mooi is het hier. Geen zilte lucht, enkel boomgeur, dat wel.

Even blijf ik zo staan – starend naar het prachtige uitzicht. Hier kan ik prima wandelen, zitten op strand, luisteren naar muziek, misschien zelfs in de zomer wel zwemmen.

"But I still wake up, I still see your ghost. Oh Lord, I'm still not sure what I stand for, oh," klinkt het in mijn oren. Ik begin mee te neuriën en wandel ietsjes verder over het strand, mijn blik naar de grond gericht. Na een paar passen kom ik tot stilstand en keer ik me naar het meer om de golven in de verte te kunnen bewonderen, om de vogels in de bomen rondom mij te horen, terwijl de muziek – wacht even.

Ik voel vijf vingers – twee aan mijn rechterkant, drie aan mijn linker- – die mijn oortjes voorzichtig uit mijn oren halen. Een ademhaling ruist over mijn schouder en nek en plots merk ik de warmte van een lichaam vlak achter het mijne. Met een ruk draai ik me om en met grote ogen staar ik in de mintgroene van niemand minder dan Jax van der Velde. Mijn blik wordt direct naar zijn ontblote borstkas getrokken. Damn... Damn. Hij staat hier gewoon enkel in een broek tot op zijn knieën. Meer niet. Oh, mijn god. 'Wát dóé je?' breng ik dan stomverbaasd uit, weer nadenkend over zijn abrupte actie.

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu