~ 25 ~

1.2K 45 230
                                    

Hoofdstuk 25

____________________

...We zijn geen kleine kinderen, hoor...

---

Bad boys. Ze zijn harteloos, onuitstaanbaar knap en hebben altijd privéproblemen. Daar komt het op neer. Ze hebben een ego dat te groot is voor de wereld, roken, doen aan drugs, hebben littekens, vechten, intimideren, plagen, doen lief, doen stom. Deze jongens doen niet aan relaties. En daar hebben ze hun redenen voor.

Maar ze staan vooral bekend om wat ze doen. Ze naaien meiden, hebben elk weekend of zelfs elke nacht een ander. Meisjes – slachtoffers, veroveringen – belanden in hun spelletjes, bad boys weten precies hoe ze hen om hun vinger kunnen winden. De meiden willen altijd meer, hopen dat ze voor hen tóch zullen veranderen. Dat doen bad boys niet. Ze veranderen niet. Ze blijven doorgaan met hun zieke gedoe en hun vreemde spelletjes. Ik ben ontzettend veel over bad boys te weten gekomen de laatste paar maanden. Ik weet dat ze niet zomaar veranderen, ik weet hoe ze zijn, ik weet hoe ik me ervoor kan afsluiten en hoe ik hen kan vertrouwen. Ze veranderen niet zomaar. Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Bad boys doen meiden en zijn gevaarlijk. Ze zijn ertoe in staat levens kapot te maken. Die van henzelf en die van anderen.

Maar waarom heeft Jax dan al twee weken lang het bed met geen enkel meisje gedeeld? Waarom lijkt hij in mijn ogen dan steeds iets minder gevaarlijk te worden? Dat maakt hem geen volwaardige bad boy, wel?

Ik heb nog steeds zijn hoodie op mijn kamer liggen en no way dat ik met hem over dat onderwerp begin. Dat kledingstuk houd ik liever. Zijn geur is overheerlijk, dus daar geniet ik nog even van. Want ik ben verliefd. Op een bad boy. Of wat hij dan ook is.

---

Ik weet ook niet wat ik me op de hals heb gehaald, maar hier loop ik. Op straat. Wederom met de vijf Bad Boys en Ella en Leya. Op weg naar de bioscoop om een avondje los te komen van de sleur genaamd school. We lopen door de straten waar Jax en ik een paar weken geleden ook liepen toen hij mij thuisbracht. Ik kan weer eens niet stoppen met het denken aan momenten die we samen doorbrachten. Mijn gedachten laten weer eens niets anders door dan Jax.

Het is een doordeweekse dag, donderdag, maar we gaan toch echt naar de bioscoop. Ik vind het prima, zolang het maar een gezellige avond wordt.

Ik laat mijn blik over de omgeving dwalen en merk dan ineens dat dit de kerk moet zijn die Jax in het reuzenrad aanwees. Dus deze cafés en restaurants hier moeten de eetgelegenheden zijn waar de jongens weleens eten. Aha, vandaar dat de jongens zo goed wisten waar ze het over hadden toen ze ons drieën appten dat ze een goed restaurant kenden voor naderhand.

'Austin,' begin ik, en ik kom naast hem lopen.

Hij kijkt opzij en glimlacht kleintjes, ten teken dat hij luistert.

'Is dit die plek waar jullie weleens eten?'

'Yep. Meestal na de sportschool of als we uitgaan, of zo. We komen er al jaren.'

'Het is gezellig hier.' Ik kijk het plein rond. In elk beschikbaar stukje gebouw zit een winkel gepropt, met warme lichten en allerlei geroezemoes van mensen. Zachte muziek, reclameborden, menukaarten, rinkelende glazen, geschraap van bestek. Vogels vliegen over en zijn haast onzichtbaar vanwege de donkere hemel. Ik heb wel zin in een kop warme chocolademelk door de gure decemberkou die in het rond woekert.

'Precies. Daarom komen we hier zo vaak.' Hij wijst dan naar een groot gebouw dat achter het plein staat. 'Dat is de bios. Verderop zitten nog meer van dit soort tenten én veel clubs, maar daar zullen we jullie niet mee lastigvallen vanavond.'

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu