~ 43 ~

669 35 145
                                    

Hoofdstuk 43

____________________

...Foute boel...

---

Dit is foute boel. Als Jax me nodig heeft of met me wil praten en ik op dat moment niet online ben, dan belt hij me meestal één keer of appt hij me iets. Hij stuurt me vrijwel nooit een reeks berichtjes, hij belt bijna nooit vaker dan één keer... en hij spreekt al helemaal nóóit de voicemail in. Jax is niet opdringerig, hij wacht af.

Dus dit is foute boel.

'Mogen we nou weten wat er aan de hand is?' vraagt Ella, en ze trekt haar wenkbrauwen naar me op. 'Wat heb je in hemelsnaam ontvangen?'

'Vijf nieuwe berichten, twee gemiste oproepen en één voicemail... Van Jax,' fluister ik. 'Dat doet hij nooit.'

Leya fronst. 'Ik wilde al zeggen; dat is niets voor hem... Wanneer kwamen ze binnen?'

Ik kijk naar de tijden die bij de meldingen staan. 'Anderhalf uur geleden ongeveer, iets meer.'

'Ga 'm maar beluisteren, zou ik zeggen. Op de gang is het stil genoeg, denk ik.' Leya's gezicht staat nog steeds fronsend.

'Ik hóóp voor je dat het niets klootzakkerigs is, want dát kunnen we er vandaag niet bij gebruiken,' zegt Ella op sceptische toon. 'Nou, hup, ga luisteren naar wat je vriendje je te zeggen heeft.'

Een zware, drukkende brok onrust heeft zich in mijn buik genesteld en ik voel me hier helemaal niet fijn bij. Toch loop ik vlug naar de gang toe, waarna ik de tussendeur sluit en een diepe, diepe zucht slaak.

Het komt wel goed, het is vast niets. Misschien wil hij gewoon alleen mijn stem horen, of zo. Zoals in al die liefdesfilms.

Met een bonzend hart dat ineens naar mijn keel gevlogen is en irritante zenuwen die in mijn binnenste alle kanten op schieten, ontgrendel ik mijn telefoon en bel ik Voicemail terug. De standaard opmerkingen van de vrouwelijke robotstem verdrievoudigen die stomme zenuwen. Dit duurt naar mijn mening echt veel te lang. Oh, mijn god – oh, mijn god – oh, mijn god.

Dan valt ze stil. En klinkt Jax' zachte, ietwat blikkerige stem door. Het is de stille, gepijnigde, chagrijnige, gesloten Jax weer. Weer. Wat is er in godsnaam aan de hand?

Ik zie hem daar al zitten, op de bank bij hen thuis of zo, met zijn elleboog op zijn knie en in zijn andere hand zijn telefoon tegen zijn oor. Dan haalt hij een hand door zijn haren, dan zucht hij een keer, dan fronst hij zo. Oh, verdomme. Geweldig. Mijn maag draait in de rondte.

'Anna...' Mijn naam klinkt als een serieuze begroeting, als de aanhef van een brief, als een opening van een reeks vervelende mededelingen. 'Je... Je nam je telefoon niet op, dus doe ik het zo. Volgens mij ben je met Ella en Leya vandaag, dus dan snap ik dat je je telefoon niet checkt. In ieder geval... ik doe het even zo, en ik hoop dat je alles zal beluisteren.'

Zijn stem klinkt zo... zo... zo gepijnigd, mat, afwezig. Verdomme, wat heeft hij me toch te zeggen?

'Ik weet niet of dit gaat werken,' vervolgt hij dan. Langzaam, alsof zijn emoties hem in de weg zitten.

Het voelt alsof de grond wegvalt onder mijn voeten, maar ik sta nog in de gang. Op zoek naar steun laat ik mijn schouder tegen de paal van de trap vallen.

'We moeten met elkaar praten. Want ik weet niet of dit gaat werken...' Stilte. Hij slikt. 'Er zijn... er zijn verdomme zo veel moeilijkheden en... En ik ben niet zeker dat ik het aankan. Dus we moeten praten, Anna.' Een diepe, trage zucht gevuld met allerlei emoties klinkt in de telefoon. 'Ik zit in te veel shit momenteel en jij maakt je te veel... zorgen... Om mij.'

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu