~ 44 ~

714 33 242
                                    

Hoofdstuk 44

____________________

...We komen steeds meer te weten over hem...

---

'Jij hebt zo veel geluk, jongedame,' zegt Sophia wanneer zij, Ella, Leya en ik naar papa's auto lopen. 'Als papa niet naar een feestje was gegaan met het openbaar vervoer, had ik dit dus echt niet mogen en kúnnen doen.'

'Ik weet het. Dank je wel dat je ons ernaartoe wil rijden.' Mijn stem klinkt een beetje afwezig, een beetje bedrukt.

Ella, Leya en ik zijn direct na Austins telefoontje van Leya's huis naar mijn huis vertrokken, terwijl ik tijdens het lopen – het is inmiddels al hartstikke donker, dus best wel griezelig – Sophia opbelde om te vragen of zij ons naar Jax zou willen rijden. Gelukkig zijn mijn emoties nagenoeg tot rust gekomen en ga ik weer richting de categorie "helder nadenken – nou ja, zo ongeveer". Mijn hoofd klopt echter nog steeds van het vele nadenken.

'Goed, stap maar in. Ik voel me nu net zo'n moeder van middelbare leeftijd die je altijd op het schoolplein ziet staan.' Sophia slaakt lachend een zucht en gaat achter het stuur zitten, terwijl wij drieën vlug plaatsnemen en onze gordels vastklikken. 'Waar moeten we heen?' vraagt ze dan, en ze kijkt opzij naar mij.

'Ik wijs je wel de weg. Eerst gewoon onze straat uitrijden.'

Terwijl Sophia nét tegen de snelheidslimiet zit en over verkeersdrempels vliegt – ze mag dan wel luchtig doen, als grote zus merkt ze toch echt dat ik me zorgen maak en dit serieus is – krioelen de zenuwen als kleine vonkjes door mijn hele lichaam. Mijn gedachten worden langzaamaan weer troebel en vaag en alleen maar angstig.

Wat moet ik in hemelsnaam aantreffen bij Jax thuis? Wat kan er zó foutlopen? Oh, mijn god, dadelijk kom ik zijn stiefvader weer tegen... Zonder Jax om me te beschermen? Misschien wil hij dat niet eens meer voor me doen... Een vlaag misselijkheid vloeit omhoog en knijpt mijn keel dicht. Mijn ademhaling gaat oppervlakkig en snel. Er trekt een kleine huivering over mijn ruggengraat. Ik heb afleiding nodig, maar in een sfeer als deze is het moeilijk om op goeie gespreksonderwerpen te komen, zelfs voor Ella of Sophia, die allebei nogal kletsgrage personen zijn.

'Oké, ik weet niet wat er aan de hand is bij hem thuis,' zegt Ella dan, gewoon om de stilte te verbreken, 'maar het komt vast wel goed. Jax overkomt heus niet zomaar iets.'

Daar ben ik niet meer zo zeker van. Ik ken hem langer dan vandaag en ik weet inmiddels hoeveel wonden en littekens hij draagt – óók mentaal.

'Eerst zien, dan stressen,' zegt Leya op een zo nuchter mogelijke toon, maar haar stem is onvast.

Ella kijkt opzij en ik voel iets van de spanning afnemen. 'Nee; eerst zien, dan gelóven.'

'Nou, wij geloven Austin toch hopelijk wel? Het is volgende maand pas 1 april, dus...'

'Die straat moet je in en dan voorbij het plein waar de kermis staat en dan even blijven doorrijden,' instrueer ik Sophia, wijzend naar een straat aan mijn linkerkant.

Ze knikt en rijdt weer met een flinke snelheid door. Twee minuten later komt het steegje in zicht en inderdaad, daar ligt Jax' kast van een huis.

'We hebben echt al zó veel gedaan vandaag, jezus,' mompelt Ella als Sophia nog maar enkele meters moet afleggen. 'Maar Jax is immers ook een vriend van ons, dus we moeten hem wel helpen.' Volgens mij kletst ze nu meer omdat ze de snijdende stilte niet kan verdragen óf omdat ze haar eigen gedachten niet kan verdragen. Ik kan dat laatste in ieder geval niet meer.

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu