~ 47 ~

715 37 101
                                    

Hoofdstuk 47

____________________

...Wát...

---

'Zíj!' klinkt het dan, en elk lichaam dat zich op het industrieterrein bevindt, verstart, elk hoofd van elke werknemer/vage gast draait zich in de richting van de stem; recht achter Jax en mij. Jax laat zijn hoofd zuchtend hangen en ik kan alleen maar naar zijn rug, armen, nek en blonde plukken staren.

'Waarom is zíj hier?' gaat de stem verder. Ik ken die stem, besef ik nu, en het betekent niets goeds. Vlagen van herinneringen over het steegje teisteren mijn netvlies en gedachten.

Jax laat mijn hand niet los als hij zich dan ook omdraait naar de man, die een heel eind achter ons moet staan, en tenslotte volg ik zijn voorbeeld en kijk ik over mijn schouder.

Ik had gelijk. Die stem ken ik inderdaad. En dat gezicht ook, al is het nu veel beter zichtbaar op dit half verlichte terrein dan in dat pikdonkere steegje. Hij heeft nog altijd diezelfde egale stoppelbaard, diezelfde borstelige wenkbrauwen in dezelfde donkerbruine kleur als zijn plukken haar, die ditmaal niet zo netjes achterovergekamd zijn. Het is alsof er al meerdere keren doorheen is gestreken. Hij draagt op het moment een zwart, strak shirt dat zijn spieren omvat, met daaroverheen een leren jack waaraan zilveren gespen vastgemaakt zijn. De outfit doet me aan Michael Jackson denken, maar dan de kwaadaardige, vreemde versie van hem. Deze keer kan ik de ogen van de man wél onderscheiden, maar ik had liever dat enge steegje weer gehad, waarin alles verhuld werd. Ze bevatten een kille bruine kleur, waarvan ik niet wist dat deze überhaupt kon bestaan, zien er beangstigend moordlustig, verwilderd, rommelig uit en richten zich op...

Mij.

Dit is Jax' stiefvader. Kayne. Dit is de man voor wie Jax vreest. En hij kijkt mij aan.

Maar niet lang daarna verschuift zijn blik met moeite op naar Jax zelf, die nu half achter me is komen staan. Hij laat zijn warme greep op mijn hand gaan en alle restjes veiligheid die zich nog in mij verborgen hielden, vliegen met haast mijn lichaam uit. Krampachtig probeer ik ze terug te halen, maar ik kan het gevoel dat ik hier nu helemaal zonder bescherming, zonder veiligheid en zonder geruststelling sta niet negeren. En ik haat het zo erg.

Langzaam loopt Jax' stiefvader op ons af, en gelukkig moet hij nog heel wat meters... Hij is zo indrukwekkend, dat de hele groep plotsklaps stil is, dat alle woede verwaarloosd wordt, dat ik bijna begin te begrijpen waarom Jax' moeder Nora in godsnaam nog niet van hem gescheiden is.

De lucht tussen Jax en zijn stiefvader in lijkt wel te knetteren van spanning. 'Ik had onderhand wel verwacht dat je nu verdomme niet meer met haar om zou gaan, Jared,' roept hij naar Jax.

Weer die andere naam. Wat is daar toch mee? Ik dacht werkelijk dat ik Jax' naam goed had onthouden, acht maanden geleden.

Jax blijft zwijgen en wacht totdat zijn stiefvader langzaam op ons afloopt.

Mijn gedachten beginnen te ratelen. Eerder deze avond zei die vent die mij treiterde dat Kayne al helemaal niet blij zou zijn om míj aan te treffen. Verder dan dat kom ik niet. Ik zou bij god niet weten waaróm hij niet blij zou zijn mij aan te treffen, maar zo te merken was die gast absoluut juist. Wat de hel? Er gonzen zo veel vragen door mijn hoofd, dat er een bonkende hoofdpijn bij mijn slapen opspeelt. Het enige lichtpuntje in deze situatie is dat Ella en Leya in de auto zijn gestapt – ze staan niet meer bij de gebouwen – en daar ben ik blij om. Zij zijn in ieder geval veilig. Ik ben echt ontzettend jaloers op hen en voel me niet slecht dat toe te geven. Ík sta hier. Inmiddels bijna tegenover Jax' gevreesde stiefvader.

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu