~ 36 ~

924 35 80
                                    

Hoofdstuk 36

____________________

...Drie, vier, vijf keer te veel...

---

Jax appte me eerder dat de voordeur gewoon open was en ik zo naar binnen kon stappen. Dus dat is wat ik deze vrijdagavond doe. Ik open de grote, mooie voordeur en kom uit in de hal, die relatief klein is vergeleken met de rest van het huis. Ik hang mijn jas op aan een kleerhanger en loop naar de tussendeur.

We hebben het rijk voor ons alleen. Dat had Jax me ook verteld. Gelukkig is dat niet altijd het geval geweest en heb ik Jax' moeder ook eindelijk ontmoet. Ze is blond, net zoals Gaby en Jax, en slank en hartstikke knap. De gelijkenis tussen haar en haar kinderen is duidelijk te ontdekken. Maar bovendien: ze is ontzettend aardig. Een beetje gereserveerd en misschien wat zwijgzamer dan de gemiddelde enthousiaste moeder die de vriendin van haar zoon ontmoet, maar haar glimlach is zo oprecht! Ik kan me niet voorstellen dat zij ooit boos wordt op haar kinderen. Ik ben heel blij dat ik haar eindelijk heb mogen ontmoeten. Jax' stiefvader heb ik min of meer al een keer gezien en ik weet niet of ik zin heb om hem nog een keer onder ogen te moeten komen, als ik heel eerlijk ben...

Wanneer ik de tussendeur opendoe, moeten mijn ogen even de enorme, chique ruimte afzoeken voordat ze Jax op een barkruk aan het blinkende keukeneiland aantreffen. Hij heeft een dik leesboek voor zijn neus en fronst ietsjes ten teken dat hij zich concentreert, maar kijkt op als hij het kraken van de scharnieren in de deur hoort en glimlacht naar me. Ik kan me niet herinneren dat ik hem ooit eerder vrijwillig heb zien lezen.

'Hé,' zegt hij zacht, maar door de stilte in het huis kan ik hem verstaan. 'Je bent er.'

'Ja,' glimlach ik, en ik sluit de deur. 'Hé.'

Jax sluit zijn boek en legt het op de rand van het aanrecht op het moment dat ik het trapje naar de woonkamer afloop en me rustig naar de grote, open keuken begeef.

Mijn ogen vliegen open, maar mijn wenkbrauwen fronsen zich wanneer ik Jax beter kan zien naarmate ik dichterbij kom.

Hij heeft een dunne, vage snee boven zijn wenkbrauw zitten, de huid eromheen is rood en gevoelig. Zijn knokkels en delen van zijn vingers zijn wederom geschaafd. Ik wil niet weten hoe de huid er onder zijn grijze hoodie nu uit moet zien.

'Jax...' stamel ik. 'Wat is er aan de hand?' Ik loop naar hem toe en kom bij het keukeneiland staan, een zucht slakend als ik zijn vermoeide blik zie. Niet opnieuw. Niet opnieuw. Dit is nu al de derde keer dat ik hem zo zie. Vierde keer als je ook de blauwe plekken van laatst meetelt. Vijfde keer als je het vechten op Phoenix' feestje meetelt. Vijf keer te veel. 'Wat is er gebeurd?' dring ik op vriendelijke maar bezorgde toon aan.

'Niks.' Hij schudt zijn hoofd om zijn woorden kracht bij te zetten. 'Die wonden trekken over een dag of twee wel weer weg. Ik ben oké.' Hij probeert een glimlach te produceren, maar zijn ogen weigeren daaraan mee te werken.

Ik heb gemerkt dat Jax meerdere kanten van zichzelf heeft. Dit is de stille, gepijnigde, chagrijnige Jax. En die Jax betekent altijd foute boel, want hij doet alleen zo als het niet goed met hem gaat en als iets hem bezighoudt in zijn hoofd.

Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, want al mijn woorden kunnen ofwel verkeerd vallen, ofwel helemaal niets uithalen. Ik dring niet goed tot hem door als hij zich in deze staat verkeert. Of alles wat ik zeg, komt te heftig bij hem aan en dát wil ik absoluut niet.

Dus slaak ik een lange zucht.

Jax staat op van de kruk en trekt de gigantische koelkast open om vervolgens een blik over zijn schouder naar mij te werpen. 'Wat wil je drinken?'

de wolk uit de zevende hemel 1.0Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu