7 - Schoonheid en vuiligheid

29 3 0
                                    

Diaval was blij toen zijn voeten de grond raakten en zijn vleugels in armen veranderden. In het begin had hij er erg aan moeten wennen, maar inmiddels was hij wel gesteld geraakt op die menselijke kracht. Hij kon niet lang in deze vorm blijven, want Alesana was niet meer in zicht en dat maakte hem onrustig. Het liefst had hij bij haar willen blijven, maar ze had haar privacy nodig, zeker als ze zich wilde omkleden. Er zou waarschijnlijk een moment komen waarop ze zou ontdekken dat hij deels menselijk was en hij wilde op zijn minst de indruk wekken dat hij haar respectvol behandeld had.

Hoe zou ze reageren? Ze leek respect op te brengen voor ieder levend wezen, maar toch durfde hij zich nog niet volledig aan haar te laten zien. Hij wist niet waarom ze hier in haar eentje was. Hadden mensen haar teleurgesteld? Zou ze ervoor terugschrikken als hij ineens menselijk bleek te zijn? Of zou ze zich later verraden voelen, als ze er bij toeval achter kwam?

Hij slaakte een diepe zucht. Hij wist het niet en besloot uiteindelijk de dingen op hun beloop te laten. Hij was pas een paar uur bij haar geweest. Wellicht verwachtte ze niet eens dat hij terug zou komen.

'Is je al iets vreemds aan haar opgevallen?' klonk een plotselinge fluisterstem naast hem.

Diaval keek opzij, maar Maleficents ogen waren in de verte gericht. Haar gezicht stond zorgelijk, realiseerde hij zich tot zijn verbazing. Waarom trok ze zich het lot van het meisje zo aan? Had ze niet gezegd dat ze haar geen hulp kon bieden?

Hij dacht over Maleficents vraag na. Alles aan Alesana was bijzonder. Ze zette slakken aan de kant van de weg. Ze sprak tegen dieren. Ze kon urenlang naar het water staren, met een lieflijke glimlach rond haar lippen. Bloemen ontlokten wanneer zij voorbijliep, zonnestralen piepten tussen bladeren door en bereikten plaatsen die al jaren geen zonlicht hadden gezien.

'Het woud knapt van haar aanwezigheid op.'

De woorden verlieten aarzelend haar lippen. Hij wist niet zeker of dat de realiteit was of dat hij gewoon zo onder de indruk van haar schoonheid was dat hij dat erbij fantaseerde. Hij schaamde zich een beetje voor die gedachte, want ze was een prachtige jongedame en haar schoonheid was geen uiterlijke schijn. Dat wist hij zeker. Toch moest hij ervoor waken geen hoopvolle gedachten toe te staan. Hij was haar beschermer. Dat was alles.

'Is ze werkelijk op zoek naar haar vader?'

De vraag kwam onverwacht. Hij had daar geen moment aan getwijfeld, maar hij kon niet zeggen dat haar plan van aanpak erg veel indruk op hem had gemaakt. Hij wist niet wat er in haar hoofd omging.

'Ik weet het niet. Ik geloof niet dat ze liegt.'

Maleficent was een tijdje stil. 'Raak niet bedwelmd door de pracht die ze langzaam maar zeker terug zal brengen in de Moren. Schoonheid trekt altijd vuiligheid aan. Er is beweging aan de grenzen. Vergeten paden worden weer bewandeld, fluisterende stemmen brengen onheilbrengende samenzweringen tot stand. Ze heeft iets in werking gezet zonder zich daar waarschijnlijk bewust van te zijn en hun macht doet niet onder voor die van mij.'

Haar woorden deden hem vol vrees opkijken. Hij had altijd gedacht dat Maleficent de meest machtige vrouw was van de Moren.

'Wie zijn het?'

'Ze zijn al lang geleden vertrokken. Alleen de goden mogen weten waarom ze plotseling weer terugkeren.' Maleficent keek opzij. 'Ze hebben jagers bij zich, Diaval. Misschien is hun komst en die van het meisje een speling van het lot, maar ik heb zo mijn twijfels.'

Diaval overdacht een tijdje in stilte haar woorden, maar veranderde toen weer in een raaf en vloog terug naar Alesana. Opluchting overspoelde hem toen ze nog steeds onder de overhangende rots lag, in de greep van een diepe slaap.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu