49 - Donkere dreigementen

16 2 0
                                    

'Ik had niet anders verwacht dan dat jullie hierachter zaten.' De Grimm greep haar pols vast. Zijn nagels boorden zich in haar vlees en drukten druppels bloed naar buiten. 'Maar eindelijk heb ik je waar ik je hebben wil. Breng me naar het hart.' Hij duwde haar bij het kamp vandaan en zwaaide met haar tas. 'Als je dat niet doet, zal ik je Wensdiertje levend verbranden.' Hij ontblootte zijn lange tanden. 'En geloof me, het gekrijs van zo'n ding zal je je hele leven blijven achtervolgen.'

Tranen hoopten zich op in Alesana's ogen. Wat moest ze nu? Er kwamen al piepende geluiden uit haar tas vandaan, het beestje moest hebben begrepen welk dreigement er werd geuit. Maar ze kon het Hart niet in gevaar brengen. Dan zou het niet bij één stervend Wensdiertje blijven, dan zou alles worden verwoest. Alle jaren van eenzaamheid die haar moeder had doorstaan, zouden voor niets zijn geweest. Haar leven betekenisloos.

Alesana keek in zijn duistere ogen. [i]Kon ik hem maar in glas veranderen![/i]

Hij lachte spottend. 'Ik zie wat je probeert. Maar je betovering werkt niet op mij. Ik ben geen indringer in de Moren.' De greep op haar arm werd steviger. 'Kom op. Wees nu maar een gehoorzaam meisje.'

'Ik zal je niet naar het Hart brengen. Wat je ook doet,' snauwde ze hem toe. Ze wierp een schichtige blik over haar schouder. Roran en Diaval waren in geen velden of wegen te bekennen.

'Ze zijn te druk bezig met het zoeken naar je vader.' Zijn zwarte irissen schitterden kwaadaardig. 'Maar die heb ik zo zwaar toegetakeld dat ze daar het komende uur nog wel mee bezig zijn.'

Radeloos probeerde Alesana zich los te trekken. Ze mocht de toegang naar het Hart niet verraden, maar ze wist heus wel waar dit naartoe zou leiden. De andere Grimm zouden Diaval en Roran te pakken krijgen en hen voor haar ogen martelen. Dan kon ze de informatie niet voor zich houden, dat kón ze gewoon niet. Ging ze tot dat moment wachten? Liet ze de Grimm eerst al hun vingers breken en ogen uitsteken voordat ze brak en de wezens gaf wat ze wilden?

Haar lippen beefden toen ze een verloren zucht uitblies. Met haar pols wreef ze langs haar vochtige ogen.

'Goed dan,' fluisterde ze.

Hoe verder ze de Grimm bij haar vrienden vandaan leidde, hoe veiliger ze waren. Ze wist niet waar ze hem naartoe zou leiden. Bij het Hart vandaan, dat wel. Misschien kwam er onderweg een mogelijkheid waarop ze de Grimm van zich af kon schudden.

'Goed dan?' herhaalde hij sceptisch, zijn donkere wenkbrauwen optrekkend.

Voordat Alesana met haar ogen kon knipperen, schoot de hand van de Grimm naar haar keel en kneep die dicht. 'Ik vertel je dat je vader ligt dood te bloeden en al wat jij zegt, is goed dan?' Hij spuwde in haar gezicht, zijn harde gelaatstrekken werden nog harder.

Alesana zoog zwetend zuurstof naar binnen.

'Ik weet ongeveer waar het Hart zich bevindt. Als ik merk dat je me om de tuin probeert te leiden, zullen je vrienden er spijt van krijgen. Ik zal iedere staartpen uit je ravenvriendje vandaan rukken en...'

'Genoeg,' onderbrak een standvastige stem zijn dreigementen. 'Ik vervloek jou, dienaar van Gorghlar.'

Er was een flits, en toen kromp de Grimm tot het formaat van een regenworm. 

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu