46 - Als de avond valt

18 2 0
                                    

Een fractie van een seconden staarde hij hen aan, vooraleer hij zijn hoofd wegdraaide. Wat ging er in hem om? Was hij ergens diep vanbinnen blij dat zij haar geluk had gevonden? Of was het jaloezie die de boventoon voerde en een hem een diep, ongelukkig dal in zou sleuren?

Alesana zocht naar woorden om zijn pijn te verzachten, maar wat ze hem net verteld had, meende ze echt en ze wist niet wat ze daar nog aan toe kon voegen.

'Ik begrijp het als je terug wilt gaan,' zei ze uiteindelijk zacht. 'Maar ik moet nu verder, mijn vader bevrijden.'

'En hoe ga je dat dan doen?' Rorans stem klonk fel, maar niet honend. 'Je hebt mij nodig. En dat zal niet genoeg zijn.'

Alesana sloeg haar ogen neer. Tot nu toe had ze alles samen met Diaval gedaan. Maar Roran had wel gelijk. Ze konden met zijn tweeën geen kamp met Grimm aanvallen.

'Hoeveel heb je er gezien?'

'Het zijn geen wezens die in grote groepen leven,' vertelde Diaval. 'De meeste kuddes bestaan uit ongeveer een dozijn Grimm en zelfs dan is er veel onderlinge strijd.'

'We moeten ze dus tegen elkaar opzetten,' begreep Alesana. 'Maar hoe?'

'Misschien hoeft het niet eens zo ver te gaan.' Er verscheen een bedachtzame frons op Diavals voorhoofd. 'Misschien is het genoeg om chaos te creëren.'

'Hoe?' herhaalde Alesana. De Grimm die zij had ontmoet, had haast onbevreesd geleken. Hoe moesten ze een heel kamp dan angst aanjagen? Geen van drieën hadden ze een angstaanjagend uiterlijk.

'De Grimm zijn voor weinig bang, maar een oude voorspelling luidt dat hun ras ten onder zal gaan als de hemel bloedt.'

Alesana zag er nog steeds geen plan in. 'Hoe kunnen we ooit de hemel laten bloeden. Kán dat überhaupt?'

'De hemel hoeft natuurlijk niet echt te bloeden. Als het die indruk maar wekt. In de chaos die daarop volgt, kunnen we je vader hopelijk bevrijden.'

Alesana keek hem indringend aan, in de hoop dat hij eindelijk losliet wat zijn plan was.

'Het is beter als we hier niet te lang over spreken. Wie weet wie onze woorden opvangen. Ik zal gaan, jullie hoeven niets te doen. Bij het vallen van de avond zal ik terugkeren.'

Diaval legde een hand tegen haar wang en kuste kort haar lippen. Er gonsden nog te veel vragen door haar heen om er bewust bij stil te zijn, en zijn lippen weken alweer van de hare voordat ze het door had. Hij transformeerde naar zijn ravengedaante en vloog weg.

Met gemengde gevoelens keek Alesana hem na. Ze vond het moeilijk om volledig op Diaval te vertrouwen, ook met de wetenschap dat hij alles voor haar over had. Toch had ze altijd zelf de touwtjes in handen gehad. Deze zoektocht was haar idee geweest en Diaval had toch altijd gevoeld als iemand die haar daarbij assisteerde, niet als iemand die leiding nam. Ze had gewenst dat hij wat meer met haar overlegd had. Straks bracht hij zichzelf onnodig in gevaar.

'Je moet het loslaten. Hij weet wat hij doet.' Roran raakte even haar hand aan, maar trok zijn vingers onmiddellijk terug en prevelende een verontschuldiging.

'Het geeft niet,' mompelde Alesana. Ze begreep heus wel dat hij moest wennen. 'En je hebt vast gelijk.'

Wachten was echter niet haar grootste talent en ze voelde zich opgelaten bij Roran in de buurt. 'Hoe voel je je?' vroeg ze na een tijdje. 'Ik bedoel – heb je behalve het verlies van je geheugen nog andere klachten?'

Het waren niet zijn gekwetste gevoelens waar ze over wilde spreken, maar helemaal fit vond ze hem er niet uitzien.

'Mijn spieren voelen nog wat stram en ik heb een lichte hoofdpijn, maar verder gaat het wel.'

Alesana knikte zwijgend en tuurde naar de boomkruinen. De avond valt nog lang niet, Alesana.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu