36 - De tol van de liefde

22 3 0
                                    

Alesana voelde zich draaierig. Van alles raasde door haar hoofd, zo veel dat ze de gedachten niet eens kon definiëren. Haar moeder leefde nog. Haar hele leven had ze zonder moeten leven, en al die tijd zat ze in een grot op Wensdiertjes te passen? Ze probeerde het te begrijpen, maar ergens voelde ze zich verraden. Haar benen trilden en ze leunde zwaar op Diaval.

'Je moet even zitten.' Hij voelde haar al haarfijn aan. Misschien zou dat haar moeten verontrusten, maar op dit moment kon ze hem alleen maar dankbaar zijn.

Hij bracht haar naar een platte, kniehoge kei en zakte daar met haar neer. Haar moeder ging in kleermakerszit voor hen in het gras zitten.

'Je hebt vast veel vragen.'

Alesana knikte. Dat was nogal zacht uitgedrukt.

'Ik woon hier al eeuwen. In eenzaamheid. Indertijd waren er nog drie andere beschermers van de Moren, die ik eens per vijf jaar zag. Dan bespraken we hoe de zaken ervoor stonden. Ik moest het hart beschermen, en niemand wist waar deze plaats was. Ook de andere Beschermers niet. De eenzaamheid was zwaar, maar ik hield vol.' Ze zweeg even. 'Gorghlar, een van de andere beschermers, wilde mijn gave. Hij wilde dingen in goud kunnen veranderen, om ze daarna te verkopen.' Ze zuchtte. 'Voordat hij een plan kon uitvoeren, dwarsboomde Zavis zijn plan. Het was zijn gave om de intenties van andere te kunnen peilen. Er brak een gevecht uit, en Zavis werd door Gorghlars sneeuwwitte tijgers aan flarden gescheurd.' Er lag een glans van verdriet in haar ogen. Alesana voelde de neiging om haar hand vast te pakken, maar ze zat te ver weg. 'Veel van Gorghlars tijgers waren gestorven. Hij verliet de Moren, maar Maleficent en ik wisten dat hij eens terug zou komen.' Een droevige glimlach verscheen op haar gezicht. 'Maleficent ontmoette een man, en werd verliefd. Ik was jaloers, ik snakte ook naar liefde. Dus ik verliet deze plaats steeds vaker, zwierf bij de grens rond en ontmoette uiteindelijk je vader. Ik voelde me zo gelukkig en ik dacht niet meer aan de Moren. Dwaas was het, maar mijn hart sleurde me mee. Je vader en ik waren drie jaar samen, maar er waren mensen die vermoedens hadden. Die me vreemd vonden. Geruchten verspreidden zich dat mijn ogen dingen in goud konden veranderen en ik voelde me bedreigd. Ik besloot terug te gaan. Het was het zwaarste wat ik ooit had gedaan, maar ik had mijn taak verzaakt en bracht nu mijn geliefde en mijn jonge dochter in gevaar. Ergens voelde ik dat jij ook krachten had, en ik wilde niet dat jij je net zo opgesloten zou voelen als ik had gedaan. Ik gunde jou een vrij leven, waarin je je eigen keuzes kon maken. Je vader verspreidde de leugen dat ik bij een jachtongeval was omgekomen. Sommigen geloofden hem vast niet, maar ik was verdwenen en men durfde me niet te zoeken. Ik keerde terug naar het hart, dat gelukkig nog steeds verborgen was gebleven. En hier ben ik gebleven sinds die dag.'

Alesana slikte. Het was een aangrijpend verhaal en ze moest het even laten bezinken.

'En je weet niet wat er met papa is gebeurd?'

Haar moeder schudde haar hoofd. 'Ik heb hem jaren niet gezien, maar als hij net zo onbezonnen is gebleven als vroeger, dan denk ik dat hij me te erg miste en dat hij me is gaan zoeken. Hij dacht dat jij nu oud genoeg was om voor jezelf te zorgen.'

'En toen de klopjacht op Maleficent werd geopend had hij een kans om de Moren binnen te gaan, zonder dat hij argwaan zou wekken,' begreep Alesana. 'Maar waar is hij nu dan?'

Diaval kneep in haar hand. 'Ik weet het. De Grimm hebben hem. Dat moet de reden zijn geweest dat hij me de rivier heeft geduwd.'

Alesana bekeek het gezicht van haar moeder, dat bleek werd. 

'Oh nee,' fluisterde ze.

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu