22 - Een heet waas

25 3 0
                                    

Alesana was nog niet eens van de eerste verbijstering bekomen toen de volgende haar overviel. Voordat ze een verschrikte kreet kon slaken om Raaf te waarschuwen, die zich in onbegrijpelijke heldhaft op de vreemdeling had gestort, was het alsof er een mini-tornado uit de grond opsteeg die Raaf uit het zicht ontnam. Stof kolkte rond. Eerst rees het omhoog tot kniehoogte, daarna schoot het omhoog tot heup- en daarna schouderhoogte.

En toen stond Diaval daar opeens. In een vloeiende beweging trok hij de dolk uit de gordel van de paardenman en zette die tegen zijn keel. Zijn stem was vastberaden en ijskoud.

Alesana kon alleen maar naar hem staren. Waren Raaf en Diaval hetzelfde wezen? Waren ze continu bij haar geweest, zij het steeds in een andere gedaante? Wankelend deed ze een stap naar achteren. Het was te veel om te behappen. Zelfs in de Moren, waar wel meer onverklaarbare dingen gebeurden. Maar Raaf en Diaval... zij waren haar houvast geweest. De enige elementen die ze enigszins kende, die vertrouwd voelden. Op hun plotse verschijnen en verdwijnen na waren ze voorspelbaar geweest.

De jongen draaide zijn hoofd opzij. Zijn ogen straalden verwarring uit. In eerste instantie dacht ze dat haar eigen emoties erin weerspiegeld werden, maar toen begreep ze dat hij bang was voor haar reactie. Er was een reden geweest dat hij zijn geheim niet had durven te vertellen. Hij sprak echter geen woord tegen haar en richtte zich tot de paardenman.

'Wie heeft je gestuurd?'

De ander snoof laatdunkend, en luider dan gewoon was voor een mens. 'Niemand stuurt een Grimm. Wij kiezen ons eigen pad.'

'Wat doe je dan hier?'

Alesana bleef vertwijfeld staan. Wilde ze het wel horen? Als de Grimm toegaf haar te willen doden wist ze niet hoe ze dat nieuws zou ontvangen.

'Mensen zijn hier niet welkom. Zij brengen alleen verderf met zich mee.'

'Oh, en jullie niet?' Diavals wenkbrauwen schoten verontwaardigd omhoog. 'Jullie staan bekend als strijders van het onheil.'

'Wij behouden de balans. We kunnen niet allemaal week van hart zijn.' Zijn mondhoek krulde iets omhoog. 'Maar toegegeven, ik houd van mensenvlees.'

Hij likte zijn lippen af. Een huivering trok door Alesana heen. Ze wist niet of hij haar zat te treiteren of het meende.

'Zij is geen mens.'

'Wat?' vroeg Alesana verbluft.

De blik van de Grimm gleed vol verwondering over haar heen. 'Kan ze ook in een vogel veranderen?'

'Nee,' antwoordde Diaval kortaf. De punt van de dolk rustte nog steeds tegen de hals van de Grimm. Hoewel Diaval zijn arm al een tijdje omhoog hield, trilde hij niet.

'Wat is ze dan wel?'

De donkere toon van de Grimm was verdwenen. Zijn ogen glommen nu van nieuwsgierigheid.

'Dat weet ik nog niet,' mompelde Diaval. 'Maar ik ben vastberaden daarachter te komen.'

De Grimm knikte langzaam. 'Ik zal haar niet doden.'

Alesana huiverde opnieuw toen Diaval het wapen weghaalde. 'Geloof je hem op zijn woord?' fluisterde ze ongelovig.

De jongen haalde zijn schouders op. 'Een Grimm liegt niet.'

Alesana wist niet of ze dat kon geloven. Waren er wezens die konden spreken maar nooit logen? Kon dat? En dan was de Grimm nog wel een wezen dat een doodskop op zijn hoofd droeg alsof het een tiara was... Ze probeerde Diaval te geloven, maar het vertrouwen in hem was minder dan het ooit geweest was. Al die tijd was hij bij haar geweest. Bij iedere traan die ze gelaten had. Bij ieder woord dat ze gesproken had, in de veronderstelling dat er toch niemand was die het hoorde. Ze had zich zelfs onbekommerd ontkleed, iedere nacht. Had hij haar toen ook begluurd? Of had hij haar toen de rug toe gekeerd? Nooit had ze er aandacht aan besteed.

Ze beet op haar lip. Tranen hoopten zich in haar ogen op. Hij had al zoveel meer voor haar kunnen doen als hij eerlijk was geweest! Hij had haar vader kunnen zoeken! Konden alle raven een menselijke vorm aannemen? Dan had hij er al lang een hele zoektocht naar kunnen opzetten!

Diaval zette een stap naar haar toe. Door een heet waas van tranen zag ze zijn bezorgde gezicht.

'Gaat het?' vroeg hij zacht.

Alesana draaide haar gezicht van hem af. Ze wilde niet dat hij nóg eens zag huilen.

'Ik wil dat je weggaat,' fluisterde ze. 'Als je er werkelijk van overtuigd ben dat die Grimm me niets zal doen.'

Hunters ✔ [Nederlandse versie]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu