Hoofdstuk 4

40 11 11
                                    

'Als je iets heel graag wilt zijn dan moet je ervoor gaan. Dromen kunnen uitkomen, alleen moet je er zelf voor zorgen.'

Ik doe mijn ogen zachtjes open waarna er een paar tranen mijn ogen verlaten, die ik snel weg veeg. Mama heeft gelijk, ik moet mijn dromen volgen. Mijn droom is al vanaf dat ik het me kon herinneren net zo zijn als mijn ouders. Ik wilde ook piraat zijn.

Ik sta op en trek mijn piratenkleding aan die ik van James heb gekregen. Het is eigenlijk piratenkleding voor jongens maar dat maakt mij niet uit, ik wil niet zo'n kleding aan doen voor meisjes, dat is euhm... niet mijn smaak.

Ik borstel mijn blonde haren nog snel en loop dan mijn cabine uit richting de eetzaal waar ik James en Lisa zie. Bij wie moet ik gaan zitten?

Ik loop eerst maar naar James. 'Hey James, wil je bij mij en Lisa gaan zitten?'

James kijkt mij glimlachend aan en knikt. 'Als zij dat ook wilt is het voor mij goed.'

Ik knik. 'Ik denk dat ze dat wel leuk vindt.'

Samen met James ga ik naar Lisa. 'Mogen we erbij komen zitten?'

Lisa kijkt van mij naar James en knikt glimlachend. 'Ja, natuurlijk.'

Ik neem naast haar plaats en James naast mij. 'Ik ga even eten halen. Ik ben zo terug,' zeg ik en laat de twee alleen achter. Hopelijk mogen ze elkaar, want ik wil niet dat ik tussen die twee moet kiezen en anders kies ik James, denk ik. Hij is al vanaf dat mijn ouders... er niet meer waren mijn beste vriend geworden, hij hielp mij bij alles; zeker als ik het moeilijk had. Maar toen ik hem nog niet kende was hij piraat. Zijn kapitein had een ongeluk gehad met een paar bemanningsleden waardoor ze allemaal bij een andere kapitein aansloten behalve James, hij kwam op het land leven en ontmoette toen mij, en nu zitten we samen op een schip. Wat zou hij toch blij zijn om terug piraat te zijn.

Glimlachend loop ik naar een tafel waar allemaal eten op staat.

Er staan eitjes, frambozen, aardbeien, appels, boterhammen, belegde broodjes, croissants, sandwiches en nog allemaal andere lekkere dingetjes op het tafeltje met eten.

Ik pak een belegd broodje met kaas. Dat vind ik heel lekker.

Als ik terug loop naar James en Lisa zitten ze wat ongemakkelijk naar hun bord te staren. Oké misschien was hun alleen laten toch niet zo'n goed idee.

Ik ga terug tussen hen in zitten en direct kijken ze op en glimlachen.

Ik neem een hap van mijn belegd broodje en begin direct met mijn vrienden te praten.
 
~•~•~•~

'Alice, ik moet nu het schip sturen wil je mee?' vraagt Lisa nadat we gegeten hebben vrolijk.

Ik kijk naar Lisa en knik ook vrolijk. 'Ja, heel graag. James ik zie je straks weer, goed?'

James knikt waardoor ik met Lisa naar het achterdek loop.

'Heb jij al is gestuurd?' vraagt Lisa waardoor ik knik. 'Ja, James heeft me het geleerd. Het is echt leuk.'

Lisa knikt instemmend. 'Vind ik ook, wil jij nog is?'

Ik knik blij en neem het stuur over. Direct kijk ik goed om mij heen. James heeft gisteren avond nog tegen mij gezegt dat er best veel rotsblokken in het water zijn.

Ik wil niet dat we ergens tegen aan botsen, want dan is het mijn schuld en niet die van de kapitein of de bemanningsleden. Ben ik eigenlijk een bemanningslid? Laat ik het anders aan Lisa vragen, zij kent er meer van dan ik.

'Lisa ben ik eigenlijk een bemanningslid?'

Lisa houdt haar schouders op. 'Dit is een goede vraag die ik niet beantwoorden kan. Ik weet eigenlijk niet eens of ik een bemanningslid ben.'

Ik knik begrijpend. 'Laten we het straks anders aan Chris vragen?'

Lisa bijt nerveus op haar lip. 'Ik weet niet hoor, wat nou als-'

'Wat nou als? Wat zou hij kunnen zeggen?' onderbreek ik haar.

Lisa houdt haar schouders terug op. 'Ik weet het gewoon niet. Chris is niet de makkelijkste als je dat al gemerkt hebt.'

Ik knik. 'Ik weet het. Dat heb ik zeker gemerkt, maar we kunnen het toch wel proberen?'

'Je weet echt niet van ophouden hé,' lacht ze waardoor ik ook lach. 'Zo ben ik altijd al geweest: koppig en eigenwijs.'

Lisa schudt lachend haar hoofd. 'Oké, we zullen het vragen na dat ik afgelost word.'

Ik knik en kijk om mij heen en stuur een beetje naar links. 'Door wie word je afgelost?'

Lisa zucht. 'Door Bram, die irritante eikel.'

Ik begin te lachen. 'Die ken ik niet. Is hij echt zo'n irritante eikel?'

Ik zie in mijn ooghoek Lisa knikken. 'Ja, hij probeerd altijd een meisje te krijgen. Hij probeerde het de hele tijd bij mij omdat ik het enigste meisje op het schip was.'

Ik zucht. 'En nu dat ik er ben?'

Lisa grinnikt en neemt het stuur over. 'Nu zal jij ook van hem last krijgen. Kijk daar zul je hem hebben.'

Ik kijk achter mij en zie een jongen van rond de achttien jaar met bruin haar en bruine ogen naar mij en Lisa lopen.

'Hey Lisatje, wie is dat?' vraagt hij aan Lisa en kijkt naar mij.

Lisa zucht. 'Dat is Alice, ze is hier nieuw.'

Bram glimlacht naar mij en trekt mij in een knuffel. 'Hallo Alice,' fluistert hij in mijn oor waardoor ik de rillingen krijg.

Snel duw ik hem van mij af en kijk naar Lisa die naar mij knikt. Dat bedoelde ze dus. En ja ze heeft gelijk hij lijkt mij nu al een eikel maar dan een eikel zonder hersenen. Hebben eikels dat wel überhaupt?

'Kom Alice, laat Bram maar alleen.'

Lisa duwt Bram naar het stuur en komt naast mij staan.

'Je mag wel blijven hoor,' zegt Bram tegen mij waardoor ik mijn ogen rol.
'Nee bedankt, doei.'

Ik draai me om en loop met Lisa van hem weg. Wat een raar mens is dat nou weer, zijn alle bemanningsleden zo? Laten we maar hopen van niet.

PiratenbloedWhere stories live. Discover now