Hoofdstuk 8

19 10 0
                                    

Huilend loop ik mijn cabine in en ga op mijn bed onder de dekens liggen. Mijn hoofd ontploft van de vragen zoals: waarom vertelde ze mij de waarheid niet? Waarom vertelde ze dat ze overleden waren door een grote storm op zee? En waarom logen ze mijn hele leven lang al tegen mij? Zou James het ook weten; zou hij weten dat mijn ouders vermoord waren? Waarom vertelde hij het dan niet?

Ik hoor voetstappen de cabine in lopen. 'Alice?' vraagt iemand zachtjes en gaat naast mij op bed zitten.

Ik ga voorzichtig rechtop zitten en haal de dekens van mij af. Ik kijk met rode ogen naar Chris die bezorgd op mijn bed zit.

'Chris, wil je me alsjeblieft even alleen laten?' fluister ik maar je hoort alleen een klein piepje dat uit mijn mond komt.

Chris schudt zijn hoofd en trekt mij in een knuffel. Ik zou hem weg willen duwen maar... het voelt zo vertrouwbaar.

'Alice, wat is er? Waarom ben je ineens zo verdrietig?'

Ik duw mij nog dichter tegen Chris aan waardoor hij met zijn hand over mijn haar aait. 'Het komt allemaal wel goed, vertel maar wat er is.'

Ik schud mijn hoofd en begin harder te huilen. 'Jax Parker en Jessie Grey waren mijn ouders. Ik ben Alice Parker.'

Ik voel dat Chris schrikt en mij op zijn schoot trekt. 'Wist je niet wat er gebeurd was met hen?'

Ik schud mijn hoofd en veeg een paar tranen weg. 'Ze vertelde mij dat ze waren overleden door een grote storm op zee. Wat is er echt met hen gebeurd? Door wie zijn ze vermoord?'

Chris slikt. 'Ik weet alleen dat ze vermoord zijn. Door wie dat weet ik niet. Ik weet alleen dat Samantha Paine meer weet. Ze was een goede vriendin van Jessie Grey, van je moeder.'

Ik knik snikkend en kijk naar Chris. 'Waar, waar is ze?'

'Ze woont op het land genaamd Simbulayan, dat is hier nog een best groot eindje verderop.'

Ik begin terug meer tranen in mijn ogen te krijgen. 'Ik wil naar haar toe; ik wil weten wie mijn ouders vermoord heeft.'

Chris kijkt mij begrijpend aan en knikt. 'Hoe wil je naar haar toe gaan?'

Ik houd mijn schouders op. 'Ik zou voor mijn ouders alles doen, ook al moet ik in mijn eentje in een klein zeilbootje naar daar varen.'

Chris glimlacht. 'Dat laat ik je niet in je eentje doen, we varen met z'n allen naar daar. We vragen straks aan de bemanningsleden of ze het willen doen voor jou en dan leer je ze ineens kennen.'

Ik glimlach door mijn tranen heen. 'Je bent toch liever dan ik dacht.'

Chris grinnikt. 'Dat neem ik als een compliment aan.'
 
~•~•~•~

Die avond als we in het kleine eetzaaltje gaan zitten om te eten staat Chris op. 'Beste piraten, ik vroeg me iets af. Hebben jullie zin in een nieuw avontuur?'

Iedereen begint te juigen waardoor Chris zijn hand omhoog steekt zodat iedereen terug stil wordt. 'Alice, het meisje dat daar zit.' Hij wijst naar mij waardoor ik naar de grond kijk. 'Ze heeft haar ouders verloren. Jullie weten denk ik wel hoe ze noemen; haar ouders waren Jax Parker en Jessie Grey.'

Ineens kijkt iedereen mij verbaasd aan.
'Dat is hun kind, Alice Parker!' roept een jongen van achttien jaar verbaasd waardoor de andere instemmend knikken.

Chris schraapt zijn keel waardoor iedereen terug naar hem kijkt. Gelukkig. Ik haat het als iedereen naar mij staart.

'Ze wilt weten wat er met haar ouders echt gebeurd is; ze wilt weten wie ze vermoord heeft. Niemand weet wat er echt met hen gebeurd is behalve Samantha Paine. We willen graag naar haar toe gaan: ze woont op het land Simbulayan. Maar eerst moeten we weten wie mee wilt gaan. Als je niet mee wilt gaan kun je dit schip verlaten.'

Ik kijk verbaasd naar Chris. Hij zal voor mij speciaal zijn bemanningsleden zijn schip uit gooien gewoon om mij te helpen?

Iedereen kijkt van mij naar Chris en glimlacht. 'We helpen haar; ze verdient het!' roepen ze behalve drie jongens. Een van de jongens ken ik... Bram.

Ze lopen alle drie naar Chris. 'We gaan ervan door, haar gaan we niet helpen.'

Ze draaien zich om en lopen weg. Als laatste zie ik dat Bram mij met een grijns aan kijkt. 'Dat vind je jammer, hé Alice,' fluistert hij zachtjes en loopt dan met zijn vrienden weg om een bootje te pakken en weg te varen. Ik weet niet of ze dat kunnen overleven, het is in de nacht heel koud.

Chris komt naar mij toe gelopen en gaat naast mij zitten. 'Maak je geen zorgen om Bram, Thijs en Wil, ze zijn toch nooit zo'n goede bemanningsleden geweest.'

Ik glimlach slapjes naar Chris. 'Dank je.'
Hij kijkt mij vragend aan waardoor ik grinnik. 'Dank je voor dit allemaal.'
 

PiratenbloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu