Hoofdstuk 5

30 10 8
                                    

'Laten we naar mijn cabine gaan,' zegt Lisa waardoor ik mijn hoofd koppig schud. 'Nee, we gingen naar Chris.'

Lisa zucht. 'Oké dan, laten we dan eerst naar hem gaan.' Je hoort in haar stem dat ze haar broer echt niet wilt zien.

Ik loop samen met Lisa naar Chris zijn cabine en klop op de deur. 'Kom binnen!' roept de stem van Chris geïrriteerd, waardoor ik de deur open en met Lisa naar binnen stap; de deur achter mij terug sluitend.

Chris kijkt verbaasd van Lisa naar mij. 'Wat komen jullie hier doen?'

Ik kijk hem serieus aan. 'We moeten eens met je praten.'

Chris zucht en kijkt van ons naar de twee stoelen voor zijn tafel waar hij achteraan zit. 'Waar willen jullie het over hebben?'

Lisa wilt opstaan en weggaan maar ik trek haar terug. 'We willen het hebben over hoe stomme eikel je bent.'

Chris kijkt mij en Lisa met opgetrokken wenkbrauwen aan waardoor ik met mijn ogen rol. 'Het is oneerlijk dat wat er met je moeder gebeurd is gevolgen heeft op andere meisjes en vrouwen. Wij kiezen wat we met ons leven willen en wij willen net als de andere op dit schip werken en dingen stelen.'

Chris zijn gezichtsuitdrukking wordt boos en kijkt naar Lisa. 'Waarom heb je dat aan haar verteld? Het zijn haar zaken niet!'

Chris staat op en wilt naar Lisa lopen om haar een klap in haar gezicht te geven, maar ik sta op en ga voor haar staan; ik pak zijn hand vast waar hij haar mee wou slagen en duw hem naar achteren. 'Raak haar met geen één vinger aan of je gaat er spijt van krijgen,' sis ik naar hem en zie hoe Lisa op staat en achter mij gaat staan. 'Laten we gaan, Alice.'

Ik kijk van Lisa naar Chris en knik dan. 'Laten we die eikel maar laten wegrotten,' sis ik tegen Chris en loop dan met Alice zijn cabine uit; een verbaasde Chris achtergelaten.
 
Ik ga samen met Lisa in haar cabine op bed zitten en kijk naar Lisa die zucht. 'Ik wist wel dat hij zo ging reageren. Hij wou mij slagen.' Ze kijkt naar beneden terwijl er een traan over haar wang rolt. 'Ik snap niet wat ik fout doe. Waarom is hij zo? Vroeger was alles anders, toen waren wij onafscheidelijk; toen waren we beste vrienden.'

Ik trek Lisa tegen mij aan. 'Het komt wel goed, ik ben er voor je onthoud dat.'

Lisa knikt zachtjes en zucht. 'Ik ben blij dat je er bent, je bent een goede vriendin.'

Ik glimlach. 'Ik ben blij dat ik naar je toe durfde te gaan.'
 
~•~•~•~

Na een tijdje gepraat te hebben staan we op en lopen haar cabine uit opweg naar het voordek.

'Wat gaan we eigenlijk op het voordek doen?' vraag ik nieuwsgierig als Lisa mij mee trekt. Ze trekt mij letterlijk aan mijn arm mee alsof ik iets misdaan heb.

'Ik wil je iets laten zien.'

Ik knik en volg haar mee het voordek op. 'En wat nu?'

Ze wijst voor haar naar de zee. 'Zie hoe mooi het is. Ik heb altijd al gedroomd om heel de wereld rond te reizen.'

Ik glimlach. 'Je bent niet de enige met die droom.'

Ik kijk voor mij naar de zee met een grote glimlach op mijn gezicht. Zouden mama en papa trots zijn dat ik hier sta, dat ik hier op een schip sta? Zouden ze blij zijn dat ik net als hen wil zijn? Of wilde ze liever dat ik op het land bleef voortleven?
 
'Mama, papa!' roep ik blij als ik mijn ouders zie. Ik loop zo snel als ik kan hun kant op en spring in mijn papa zijn armen. 'Ik heb jullie zo gemist!'

Mijn papa drukt mij dichter tegen zich aan en ik voel ook hoe mama haar armen om mij heen doet. 'We hebben jou heel hard gemist, kleintje.'

Ik grinnik en draai mij om zodat ik mama kan zien. 'Hoelang blijven jullie hier tot jullie terug gaan varen?' Het laatste fluister ik zo zachtjes mogelijk want niemand mag weten dat ze piraten zijn.

Mama kijkt naar mij met een kleine glimlach. 'Het schip vertrekt over twee weken terug.'

Ik kijk verdrietig van mama naar papa. 'Maar... maar dan heb ik maar twee weken tijd met jullie.'

Papa geeft mij een aaitje over mijn haren. 'Sorry kleintje, maar ik ben kapitein en de bemanningsleden willen dan al terug op zee zijn. Ik wil graag kapitein blijven.'

Ik knik zachtjes naar papa. 'Waarom moet ik bij Sirena blijven? Ze is echt een heks. Kan ik niet met jullie mee gaan?' Ik kijk ze met puppy oogjes aan maar ze schudden hun hoofd.

'Sorry kleintje, maar we mogen je niet meenemen je bent nog maar acht jaar.'

Ik zucht en trek mij uit papa zijn armen. 'Ik wil niet bij Sirena blijven. Ze is echt niet aardig. Wanneer kan ik met jullie mee?'

Mama zucht en gaat voor mij op haar knieën zitten. 'Je mag pas van je tien jaar op een schip maar ik heb eigenlijk nog nooit een tien jarige op een schip gezien. De meeste gaan vanaf hun zeventiende op een schip. Als je als tienjarig kind op een schip gaat, ga je dat echt niet kunnen overleven.'

Ik zucht en kijk naar de grond. 'Ik wil mee.'
'Alice, je kunt niet alles krijgen dat je wilt, daar kom je later nog wel achter. En zo erg is Sirena toch niet? Ze zorgt voor je en dat is toch goed?'

Ik knik en kijk naar mama. 'Ik mis jullie gewoon zo hard altijd. Ik heb alleen Sirena. Ik heb niemand anders, geen familie en geen vrienden.'

Mama knikt en trekt mij in een knuffel. 'We gaan deze twee weken veel leuke dingen doen.'

'Beloofd?' vraag ik en houd mijn pink omhoog waardoor mama grinnikend onze pinken verstrengeld. 'Beloofd.'

PiratenbloedWhere stories live. Discover now