Hoofdstuk 22

14 7 2
                                    

'Houd je mes altijd recht naast je of voor je. Bij een verkeerde beweging ligt je hand of arm eraf of erger,' zegt Dexster die mijn hand op de juiste manier op het mes legt. 'Je moet je mes altijd juist vast hebben. Dat is heel belangrijk. Er was vorig jaar een jongen die het mes fout vast had en er mee begon te vechten en dat kwam niet zo heel goed.'

Ik knik en neem het mes in een sterke houvast greep. 'Hoe oud was hij?'

Hij kijkt nadenkend voor zich. 'Een jaar of dertien.'

Ik knik en kijk naar de plastic poppen voor mij. 'Waar moet je iemand raken om hem te doden? In zijn hart?'

Hij schudt zijn hoofd. 'In het hart gaat maar je kunt ook in zijn hoofd, in zijn buik of hem ergens anders raken.'

Ik knik. 'Heb jij al iemand gedood?'

Ik zie dat haar schrikt van mijn vraag. 'Waarom wil je dat weten?'

Ik houd mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik vroeg het me gewoon af.'

Dexster knikt en pakt mijn mes over die hij midden in het hoofd van de plastic pop gooit. 'Ik heb vroeger in een piraten leger gezeten. We gingen van land naar land om de mannen aan te vallen. Ik heb er al zo'n honderde vermoord.'

Ik kijk hem geschrokken aan. 'Heb je er ooit spijt van gehad?'

Ik kijk naar zijn gezicht en zie een mengeling van emoties. 'Ik. Wij hebben er altijd al wel eens spijt van gehad maar we hadden niet echt een keuze.'

Ik kijk hem vragend aan. 'Wij?'

Hij knikt. 'Mijn vrienden en familie moesten ook mee in het piraten leger.'

'Waarom?' vraag ik door. 'Waarom moesten jullie in het piraten leger?'

Hij slikt. 'We woonde in een niet zo rijke wijk. We woonde hier een beetje verderop waar je verplicht werd om mee te gaan. Gezinnen en vrienden werden uit elkaar gehaald. Ik werd gelukkig niet weggehaald van mijn jongere zusje maar wel van mijn ouders.'

'Leeft je zusje nog en je ouders?' vraag ik voorzichtig waardoor hij zijn hoofd schudt.

'Mijn ouders zijn dood gegaan waar ik nooit afscheid van kon nemen en mijn zusje...' Hij slikt. 'Mijn zusje was niet meer te redden.'

Ik kijk naar Dexster en zie een traan over zijn wang rollen. 'Ik denk nog elke dag aan ze. Ik hoop dat ze trots op me zijn.'

'Ze zijn trots op je, dat weet ik zeker.'

Dexster kijkt mij aan met een vriendelijke glimlach. 'Weet je dat zeker?'

Ik knik. 'Honderd procent zeker.'

Ik trek hem in een knuffel waar hij even van schrikt, maar even later doet hij zijn armen ook om mij heen. 'Het is heel lang geleden dat iemand mij geknuffeld heeft,' fluistert hij zachtjes waardoor ik glimlach. 'Voor elke lange tijd geleden is er weer een eerste keer.'

~•~•~•~

Ik trek mijn schoenen uit en ga in een beekje met koud stromend water staan. Zal ik wel klaar zijn om over een paar dagen te gaan vechten tegen De Bloed Piraten? Kan ik het niet gewoon uitpraten zonder geweld?

'Hey,' zegt een stem achter mij, waardoor ik mij omdraai. Chris.

'Hey,' glimlach ik slap terug en zie hoe Chris zijn schoenen uit doet en mee in het beekje komt staan. 'Het is een mooie dag, vind je niet?'

Ik knik. 'Zeker.'

Hij kijkt mij met een schuin hoofd aan. 'Hoe gaat het leren vechten bij Dexster?'

Ik haal mijn schouders op. 'Het gaat wel. Dex is een goede leraar.'

'Maar?'

Ik zucht. Hij kent me te goed. 'Ik weet niet of ik wel een goede vechter ga worden.'

Chris glimlacht. 'Als je het echt wilt lukt het zeker.'

'Dat is het probleem juist: ik wil het niet. Ik wil geen goede vechter zijn. Ik wil mensen niet doden ik wil.' Ik slik. 'Ik wil het gewoon niet. Ik wil een piraat zijn die door de zee vaart en geen mensen dood. Ik weet nu hoe mijn ouders dood zijn gegaan en ik wil niet zo worden als de moordenaars van mijn ouders. Ik wil dat ze trots op mij zijn.'

Ik zie Chris glimlachen. 'Denk je echt dat je ouders niet trots op je zijn?'

Ik kijk naar beneden; naar het water dat langs mijn benen stroomt. 'Ik weet het niet. Ik kan het moeilijk aan ze vragen.'

Ik voel hoe Chris een hand op mijn schouder legt. 'Ik weet dat het zwaar is maar ik weet honderd procent zeker dat ze trots op je zijn. Ze houden van je en kijken van boven naar beneden; naar jou.'

Ik kijk van het stromend water terug naar Chris en zie dat hij zijn woorden meent.

Alice, je hart maakt altijd de juiste keuzes. Jij beslist wat het lot tegen 'jou' gaat zeggen.'

Ik voel hoe een grote glimalch op mijn gezicht tevoorschijn komt. 'Dankje, Chris. Je bent de beste.'

Hij grinnikt. 'Dat weet ik wel. Hup ga nu maar terug voort leren vechten. Over een paar dagen ga je zien wat het lot voor jou te betekenen heeft.'

Ik glimlach naar Chris en geef hem een korte knuffel, waarna ik het water uitloop en mijn schoenen terug aandoe. 'Chris. Ik ga je laten zien dat ik het kan.'

Ik steek mijn vuist in de lucht -zoals mijn mama deed voor haar dood- wat hij nadoet.

Glimlachend loop ik weg. Hij is echt fantastisch! Hij kan me altijd weer blij maken.

PiratenbloedWhere stories live. Discover now