Hoofdstuk 30 [Simulaties]

1.9K 119 12
                                    

Ik open mijn ogen. De wereld om mij heen is wit. Ben ik... dood? Is het serum me te zwaar gevallen? Ik knipper een paar keer goed. Al snel merk ik dat de witheid steeds minder wordt tot dat ik weer normaal kan zien. Mijn hoofd bonkt en de kou beknelt me. Ik ga langzaam omhoog. Sterretjes verblinden mijn zicht maar na enkele minuten trekt het weg. Ik merk nu pas dat ik in iets nats lig. Ik kijk om mij heen. Sneeuw. Ik hoef het alleen maar te denken of sneeuw vlokjes vallen naar beneden. Mijn hoofd bonkt nog steeds en ik probeer langzaam overeind te krabbelen. Als ik wankelend op mijn benen sta kijk ik naar de afdruk waar ik heb gelegen. Dan merk ik iets. De afdruk bovenaan ligt iets roods. Bloed. En niet zo'n klein beetje, een hele plas. Ik haal een hand door de achterkant van mijn haren. Ik kijk weer naar mijn hand. Het bloed zit nu ook mijn hand. Duidelijk komt het dus van mijn hoofd. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en open ze dan na enkele secondes. Het bloed op mijn hand is weg, ook bij mijn hoofdafdruk is niks meer te zien. Ik wrijf in mijn ogen en ik begin dan door de sneeuw te lopen. Ik kijk om me heen. Het is één grote witte oppervlakte met geen boom te bekennen. Ik kijk om me heen voor eventuele voetafdrukken van dieren, maar ik zie niks. Ik loop een lange tijd verder. schreeuw wat om me heen, maar niemand hoort mij. Het besef dat ik nu echt in de simulatie zit is er nog niet. De afgelopen dagen waren raar, het voelde niet echt als een verplichting. Meer als een soort zomerkamp. Ik loop verder. Alhoewel, ik dit niet echt zomers vind. Ik grinnik in mezelf. Hoe zou het met Matteo zijn? Zou hij er nog zijn of? Mijn ogen worden groot. Luna, blijf positief denken. Ik stop met lopen. Wat je me positief noemt. Ik zit helemaal alleen in deze wereld vol met sneeuw. Geen eten, geen drinken, alleen mezelf. ik zucht. Mijn blik valt op een reuze voetafdruk. Ik scan het spoor met mijn ogen. Blijkbaar ben ik dus niet alleen. Ik draai me om om te kijken of ik iemand zie. En inderdaad, nog net in mijn zicht kan ik een bruine beer zien, zoekend naar eten. Ik moet maken dat ik weg kom voordat ik zijn voedsel ben. ik begin langzaam te rennen. Na enkele tijd stop ik en kijk ik achterom. Gelukkig heeft de beer me niet gezien en is dus niet achter mij aan gerend. ik neem een diepe zucht en kijk zover als ik kan naar voren. In de verte zie ik een huisje staan. Ik begin te lachen en trek een sprint. Luna, niet teveel van je energie gebruiken! Zeg ik tegen mijzelf, maar het heeft geen zin. Mijn lichaam lijkt wel toegetrokken te worden naar het huisje. Als ik er dan na enige tijd ben, merk ik dat het niet een gewoon huisje is, nee, het is een kabelbaan met maar 1 stoel. Wat toevallig. ik rol met mijn ogen. Nu dit ding eens aan de praat zien te krijgen. Ik loop naar het huisje maar voordat ik de deur open doe vallen mijn ogen op een bordje. Wegens meerdere ongevallen gesloten. Verboden terrein! ik haal mijn hand over het bordje heen. Een normaal persoon zou zich geen enkele waarde aan zo'n raar bordje geven, maar ik wel. Het staat er namelijk met Nederlandse tekst opgeschreven. Ik sluit mijn ogen even en open ze daarna gelijk weer. Maarja, ik ben ook geen normaal persoon. ik lach en loop dan het huisje binnen. Ik kijk naar de verschillende knoppen. De sleutel zit er nog in, de verwarming staat aan en de radio staat erook bij aan. Het lijkt net alsof hier net nog iemand is geweest. Ik zou hier ook nog wel even kunnen blijven.. Nee! dit willen ze graag dat je doet. Ik draai aan de sleutel en druk wat knopjes in. na enkele secondes begint de stoeltjes lift te draaien. ik trek een sprint naar buiten om nog optijd te zijn voor dat ene stoeltjes liftje. Ik spring net optijd op het stoeltjesliftje en klim goed naar binnen tot ik zit. Heel stabiel ziet het er ook niet uit. Please laat het mij houden. Ik kijk naar beneden. Ik zie ondermij de beer lopen zonder enige interesse naar mij te kijken. Waarschijnlijk hebben de spelmakers die gemaakt om mij opgeslonden te zien worden. Dan is dit dus best wel een faal. De sneeuw vlokjes zijn gestopt met dwarrelen en de sneeuw vaagt langzaam weg. Opeens ben ik in het zwart. Nog steeds in het stoeltjesliftje. Het stoeltjes liftje stopt. Als ik achtermij kijk zie ik nog een klein beetje wit en dan is het weg. Ik kijk weer naar voren. THE SIMULATIONS STARTS IN 5, 4, 3, 2, 1! En ik wordt uit mijn stoeltjeslift gegooid. Ik val in het niks terwijl ik het stoeltjesliftje kleiner zie worden.

Ik schrik wakker.

The SimulationsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu