Hoofdstuk 39

1.8K 96 25
                                    

Ik open langzaam mijn ogen.
Alles om mij heen draait. Ik blijf liggen totdat er maagzuur omhoog komt.
Ik  begin over te geven in de emmer die naast mijn bed staat. Alles wat er nog in mijn maag  zat - Wat eigenlijk helemaal niks qua eten is-  komt er nu uit.
Een hand glijd over mijn rug en ik sla het van me af. Ik hoor een vrouwelijke zucht.
Nadat ik alles eruit heb gekotst, ga ik tegen de muur aan zitten.
Ik neem de omgeving in me op. Een bureau, een wc, wastafel, kast, mijn moeder en een bed.
Wat? Mijn moeder.
Mijn ogen schieten naar een vrouw die op een krukje naast me zit.
'Zo nachtegaal, eindelijk wakker?' Ze glimlacht naar me.
'Wat doe jij hier.' Vraag ik bot.
'Ik ben hier voor jou, lieverd.' Haar ogen twinkelen.
Ik rol met mijn ogen. 'Ik weet het allang hoor, jij wist ook van papa's bestaan, jij wist ook van dit experiment.' Ik rol mijn knieën op en laat mijn hoofd erop rusten.
Ik hoor aan haar dat ze door d'r  gezicht wrijft.
'Oké, ja het klopt, ik wist van je vaders bestaan en dat er een laboratorium werd gebouwd, maar dit is voor je eigen best wil, tevens ook voor Tyler.'
'Hoezo voor me eigen best wil? ik zit hier niet voor mijn pretje maar dat had je misschien al gemerkt,' Ik werp haar een vuile blik toe.
'Luna, ik wil niet dat je zo doet.' Zegt ze en ze staat op. Dat doet ze alleen om intimiderend over te komen.  Ik ken haar trucjes.
Ik ga voor haar staan. 'Waarom niet? want ik zit hier toch opgesloten. Ondertussen ben ík wel degene die gekozen is voor de simulatie, een training van een week heeft gehad, simulaties heb door moeten staan en zodra ik wakker wordt, is iedereen weg, ben ik alleen achter gelaten moet ik zelf ook nog achter komen wat eraan de hand is - wat ik overigens nog steeds niet weet - Ik word neergeschoten met verdoving pijltjes en wordt vervolgens gevangen gezet terwijl jíj gewoon zometeen weer lekker naar huis kan gaan. Straks ga je me ook nog vertellen dat je helemaal geen drank probleem hebt gehad.' Ze haalt haar wenkbrauw op. Ik weet wat dit betekend.
'Are you fucking kidding me?' Ik begin te vloeken.
'Al die jaren die ik aan Tyler heb besteed, terwijl jij je zat lam te zuipen wat nu dus niet zo blijkt te zijn!' Ik ga tegen haar te keer en het kan me niks schelen. Al die opgepropte gevoelens, al die momenten dat ik haar zo graag iets aan wou doen. We staan met elkaar te ruziën.
'Zo te zien hebben de dames een goed gesprek,' Mijn vader staat voor de tralies.
'Helaas moet ik het gesprek nu verstoren want ik heb Luna even nodig voor wat checks.'
Ik kijk mijn moeder aan. Mijn woede borrelt enorm en ik haal naar haar uit.
Ze valt op de grond neer. 'Ho! Luna kom jij maar even met mij mee.' Twee bewakers rennen op me af en slepen me mee uit mijn cel. Ik laat mijn moeder achter op de grond.

〰➰〰

De checks die bij me worden uitgevoerd zijn normaal.
Lengte, gewicht, bloeddruk, enzovoort.
Als ik klaar ben blijf ik nog even op de stoel zitten.
Mijn woede van mijn moeder is gezakt en vragen borrelen door mijn hoofd.
Ik weet alleen niet hoe ik het moet zeggen.
'Waarom ben ik hier eigenlijk?'
Ik hoor mijn vader zuchten. Waarschijnlijk gaat hij toch niks zeggen.
Het blijft inderdaad stil.
'Pap, alsjeblieft vertel het me.' Hij draait zich om en we kijken elkaar aan.
'Heb je de laatste tijd last gehad van licht flitsen?' Ik haal mijn wenkbrauw op.
'Ja, 1 keer maar dat was in de simulatie,'
'Dat is al één keer teveel.' Hij slaat zijn ogen naar de grond.
'Ik snap het niet, wat is er aan de hand?'
'Je hoeft het niet te snappen, daar zijn wij voor, het enige wat ik je nu kan vertellen is dat je er steeds vaker last van gaat krijgen.' Hij draait zich weer om naar zijn computer.
'Maar het is mijn lichaam, ik heb het recht om het te weten!'
'Daar geef ik je groot gelijk in, maar nu nog even niet, snel, ik beloof het je.'
Ik sta op. 'Mag ik dan op zijn minst weten hoelang ik in die vervallen kooi moet blijven zitten? En wanneer mag ik Tyler zien?'
'We blijven hier zolang we kunnen, wat waarschijnlijk niet lang is, de anderen zijn vast en zeker al naar je opzoek,'
'Wie zijn de anderen?' Hij draait zich om.
'Ik hoef het zeker niet te weten hè?' Zeg ik voor dat hij het kan zeggen.
Hij knikt langzaam. 'Het spijt me, het is nu nog te gevaarlijk. Ook mag je snel je broer zien, maar nu nog niet.'
Boos gooi ik een vuist op tafel.
'Ik wil één ding duidelijk maken,' zeg ik, 'dit is míjn leven en dat kan niemand hier beïnvloeden. Zelfs jij niet. Zodra het kan ben ik hier weg.' Ik kijk hem met een strak gezicht aan en loop dan de kamer uit.

〰➰〰

De avond is gevallen en ik lig in bed te woelen.
Ik weet niet wat ik hier allemaal van moet denken. Het gaat zo snel.
Waar zou de rest zijn? En wat zou er met de stad zijn gebeurt?
Ik doezel steeds verder in en val uiteindelijk in slaap.

Ik schrik wakker wanneer ik een hand op mijn mond voel. Ik kijk omhoog en ik zie een bekend gezicht boven me hangen.
Maya. Ik haal haar hand van mijn mond af en ik kijk haar aan.
'Wat doe jij hier?' Fluister ik zacht.
'Ik kom je redden,' fluistert ze terug met een glimlach.
We schrikken allebei op als we voetstappen horen in de gang. Ik gebaar snel dat ze onder het bed moet gaan liggen.
Ze kruipt er zo snel mogelijk onder en ik doe net alsof ik slaap.
Ik hoor de voetstappen steeds dichterbij komen en mijn hart begint sneller te kloppen.
De voetstappen blijven stilstaan bij mijn cel. Ik draai me nog een keer om zodat het net lijkt alsof ik slaap.
Dan vagen de voetstappen langzaam weg. Maya kruipt onder het bed vandaan.
'We moeten snel gaan voordat er weer een bewaker komt,' ze loopt vluchtig naar de hoek waar ze een stukje hout uit de vloer trekt. Onder het hout zit een gat met een ladder naar beneden. Vluchtig haalt ze er iets uit wat lijkt op een pop.
'Stop dit onder de dekens, dan hebben we tenminste nog een voorsprong voordat ze erachter komen.' Snel leg ik de pop goed neer onder de dekens.
Ik draai me om en loop snel naar het gat. Ik klim voorzichtig naar beneden en laat me vallen in het laagje water.
Maya komt achter me aan. Ze schuift het stukje hout weer over de put heen en klimt dan naar beneden.
'Dit is een riool uit de 1900, let alsjeblieft niet op de stank.' Zegt ze en ze begint te lopen.
Ik blijf stilstaan. 'Maya, we kunnen Tyler hier niet zomaar achterlaten, we moeten hem ook redden.' Maya loopt naar me toe. 'Matteo is naar hem toe,' glimlacht ze.
Mijn hart begint sneller te kloppen bij zijn naam.
Ik pak haar beet en geef haar een stevige maar oprechte knuffel. 'Bedankt.'
Ze glimlacht. 'Kom op, we moeten echt verder.' En we beginnen door het riool te rennen.

The SimulationsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu