Light in the darkness ~ Jily~ (gestopt)

Hoofdstuk 34

Het was avond toen James door de gangen liep met zijn pyjama nog aan. Hij scheen een beetje licht met een zaklamp op de marauders map die hij eerder op de dag uit Harry's tas had 'geleend'. Hij zag het wel goed. Daar stond de naam: Peter Pettigrew. Wat deed die lapzak in de school. Snel liep hij richting de plek waar Peter volgens de kaart zou moeten zijn, maar toen hij bij die gang aankwam hoorde hij 2 fluisterende stemmen.

'Nee, dit is een serieus probleem Albus.' zei McGonnagall.

'Ik weet het Minerva-.'

'Jeweetwel is erachter gekomen! Dat ze hier zijn- ik kan ze nier voor een 2e keer verliezen.'

'Minerva als je nou eens kalm blijft-.'

'En dat betekent dat er ook nog eens een spion op school is...'

Ze klonk alsof ze zo zou kunnen flauwvallen. James verstopte zich achter een pilaar en luisterde verder naar het gesprek.

Hij hoorde Dumbledore zuchten. 'Het beste wat we kunnen doen is om ze veilig te houden.'

'En erachter komen wie die spion is....' mompelde McGonnagall. Daarna liep het tweetal weg en James had al een groot vermoeden wie die spion zou zijn.

———————————————

'Weet je het zeker?' vroeg Lily en James knikte zelfverzekerd. 'Heel zeker. Ik ben misschien blind, maar mijn gehoor werkt uitstekend.' Hij had liever gehoopt dat het niet waar was. Dat het allemaal een gekke droom was. 'We moeten hem vinden.' zei Lily en James knikte. 'Ik weet hoe.' Hij zwaaide met de marauders map en grijnsde. Lily keek hem vragend aan. 'Wat is dat.'

'Een kaart. Van hogwarts.' zei James grijnzend. 'Maar niet zomaar een kaart, deze kaart laat je ook zien wie zich in het kasteel bevinden en waar.'

Lily pakte de kaart uit zijn handen, maar die was blanco. 'Heel grappig Potter.'

'Wacht flower.' zei hij en pakte de kaart terug. 'Er is een wachtwoord.'

'Oh haha, er is een wachtwoord. Wat dom dat ik daar niet op was gekomen.'

James schraapte zijn keel. 'I solemnly swear that I am up to no good.' Hij tikte met zijn toverstok op de kaart en die onthulde zich.  Lily keek verbaasd naar de kaart. 'Jij hebt dit gemaakt?' James knikte. 'I'm impressed Potter.' 

'Ik zweer je ik kan mijn kaart nergens vinden! Hij zat gisteren nog in mijn tas.'

James moest een gil onderdrukken en duwde de kaart snel in zijn tas. Daar kwamen Ron, Harry en Hermelien aangelopen. Harry keek James even raar aan toen hij zag dat hij snel iets in zijn tas stopte. James probeerde nog even subtiel nonchalant te doen, maar hij hoorde Harry zeggen: 'Volgens mij weet ik waar hij is.'