Light in the darkness ~ Jily~ (gestopt)

Hoofdstuk 30

Vandaag was de zwerkbalwedstrijd Griffoendor tegen Huffelpuf. James liep samen met Lily naar de tribunes. Het weer was uitermate slecht. Het stormde en de regen viel met bakken uit de lucht.

'Jammer dat ik niet mag spelen.' zei James sipjes terwijl hij samen met Lily plaats nam op de tribunes.

'Als we terug zijn kun je heus wel weer een zwerkbalwedstrijd spelen hoor James.' lachte ze en gaf hem een speelse stomp met haar vuist.

De spelers kwamen op het veld en hun namen werden omgeroepen. 'Potter!' riep een jongen die Leo Jordaan heette. Harry kwam het veld opgevlogen. James begon enthousiast te klappen. 'Hij is zoeker!'

De wedstrijd begon. Je kon bijna niets zien door de wind en regen. '10-00 voor griffoendor!' riep Leo Jordaan even later. Er klonk geklap van de tribunes.

Na een tijdje stond het 80-30 en floot madame Hooch op haar fluitje. Waarschijnlijk had de team captain een pauze ingelast. Ze zagen Hermelien haastig de tribune verlaten en naar Harry toe rennen, maar daarna verdween ze in de regen.

'Het team is wel goed.' zei James goedkeurend tegen Lily. Lily knikte.

'En ik kan ook niet ontkennen dat hij dat zwerkbal talent van jou heeft.' zei Lily en James begon licht te blozen.

3 minuten later ging de wedstrijd weer verder. Het weer sloeg om in onweer. James zag Harry achter de zoeker van Huffelpuf vliegen. Die had waarschijnlijk de snaai gezien. Opeens viel er een akelige stilte in het stadion. James keek verward om zich heen en keek naar het zwerkbalveld. Zowat 100 dementors stonden er en Lily kreeg een akelige rilling over haar rug. James keek wat verder en zag opeens een zwarte hond staan.

'Flower kijk!' zei hij en wees op Sirius.

'Wat doet hij nou weer hier?! Wat als hij gezien wordt?'

Opeens viel Harry uit de lucht en Lily snakte naar adem. Ze zagen dat Perkamentus zijn toverstok gepakt had zodat Harry minder hard het veld raakte en Remus had de dementors weggejaagd.

Snel verlieten Lily en James de tribunes en renden achter Sirius aan die op weg was naar de beukwilg. 'Wacht!' riep Lily en de zwarte hond bleef staan.

'Wij gaan met je mee!' riep James koppig naar hem. De hond keek hen even aan en rende daarna verder. 'Kom mee Lily.' zuchtte James en ze renden samen achter Sirius aan.

Toen ze bij de beukwilg aan waren gekomen kwam de rode kat aangehuppeld en zette zijn pootjes op de knoest. Vlug volgden ze Sirius naar het krijsende krot waar ze na een halfuurtje lopen kwamen. Sirius veranderde snel in een mens.

'Wat was dat?' vroeg Lily. 'Die dementors?' Sirius zweeg.

'Ik denk dat ze door hadden dat ik er was.' zei hij na een tijdje. 'Ik wilde kijken hoe Harry's zwerkbalwedstrijd zou verlopen.'

'Hoezo?' vroeg Lily. 'Waarom bleef je niet in je schuilplaats?' Sirius begon te ijsberen.

'Vanwege dat ze zeiden dat Harry het talent had geërfd van James, ik wilde kijken of het echt zo was.' zei Sirius. 'En.... ik ben zijn peetvader.'

James' ogen begonnen te glinsteren. 'Heb ik je tot peetvader benoemd?' vroeg hij blij en Sirius knikte.

'Hij weet het alleen niet,' Sirius zuchtte. 'en als hij het te horen krijgt, ziet hij me als een gestoorde crimineel die zijn beste vriend heeft verraden.'

James klopte hem op zijn schouder. 'Kom op padfoot,' zei James opbeurend. 'wij zijn er nog! James en Lily! Misschien moet je hem gewoon een briefje sturen ofzo.'

Sirius lachte. 'Ja, laat ik een briefje sturen met: "Ik heb je ouders niet verraden Harry, groetjes Sirius Black de massa moordenaar."' zei Sirius sarcastisch.

Lily grinnikte. 'Misschien gewoon een pak ofzo en dat je die opstuurt.'

Sirius stond zuchtend op. 'Ik heb geen galjoen op zak, hoe moet ik in godsnaam aan een cadeautje komen?'

'Je kunt toch in een hond veranderen?' vroeg Lily en Sirius knikte. 'Verschijnsel naar de wegisweg in de nacht, breek in in je hondenvorm en steel een cadeautje. Ze zullen denken dat er dooddoeners achter zitten.'

James keek Lily even met open mond aan. 'Wacht- wat?' stamelde hij en deed zijn mond weer dicht. 'Sinds wanneer laat jij dit toe?'

Lily begon te lachen. 'Soms ben je echt dom Potter.'