Hoofdstuk 26

63 7 3
                                    

Zodra James de kamer in stapte sprong er een grote zwarte hond op hem af die hem hard tegen de muur slingerde. Eventjes zag hij sterretjes en hij knipperde een paar keer met zijn ogen. De hond had zijn voorpoten op zijn borst gedrukt en zag er uitgemergeld uit. Lily staarde met grote ogen naar de hond.

'Wat- Wie...' zei ze verward en probeerde de hond van James af te halen. De hond werkte verassend genoeg mee. Hij leek zelfs in shock te zijn.

Snel stond James op en liep naar de hond toe. Hij aaide hem over zijn kop. 'Hoi Padfoot.' zei hij. De hond veranderde in een man en James deed snel een stap achteruit. De man had vuil, klitterig zwart haar en een gehavend gewaad aan. Hij staarde James aan en James staarde terug. Het bleef even stil.

'James...?' vroeg Sirius ongelovig. 'En.. Lily?' Hij staarde het tweetal vol ongeloof aan.

James grijnsde. 'Hoi Sirius.'

'Maar hoe- Hallucineer ik?' vroeg Sirius en lachte nerveus. 'Nee, dit kan niet waar zijn.'

'Oh kom op Padfoot! We staan voor je neus en we zijn echt! Raak mijn arm maar aan.' zei James en strekte zijn arm uit. Sirius schudde zijn hoofd.

'Maar.. je bent zo jong.' Zei hij. 'Je ziet er als een 16 jarige uit.' James lachte.

'Ik ben ook een 16 jarige Sirius.' zei James. 'Maar jij niet- Hoe oud ben je ooit?'

'33.' Antwoordde Sirius. 'Ik hoorde dat Remus ook op Zweinstein is. Gaat het goed met hem?'

Lily knikte. 'Hij ziet er alleen een beetje vermoeid en sjofel uit.' Sirius zuchtte opgelucht en begon te ijsberen door de kamer.

'Nu mogen jullie me uitleggen waarom jullie in godsnaam als 16 jarigen voor me staan terwijl jullie eigenlijk...' Hij maakte zijn zin niet af en keek zwijgend naar de houten vloer en deed zijn handen in zijn broekzakken. James wist precies wat hij wilde zeggen.

'Lang verhaal kort verteld, we werden geraakt door een spreuk en naar de toekomst gestuurd.' zei Lily. 'Maar gaat het wel goed met jou? Je ziet er echt ongezond uit.'

Sirius stopte met lopen en ging in een stoel zitten die nog niet kapot gemaakt was. 'Met mij gaat alles goed hoor, ik leef in Zweinsveld van voedselrestjes die de bewoners mij geven. Ik hoop dat jullie het verhaal al van Remus hebben gehoord..'

James knikte. 'Hij heeft ons alles verteld.'

'Tot in het diepste detail.' voegde Lily er aan toe en er verscheen een verdrietige waas in haar ogen.

James voelde zich verdrietig. Lily en hij zouden dood gaan en hun zoon zou opgroeien zonder ouders, zijn beste vriend heeft in Azkaban gezeten voor iets wat hij niet gedaan heeft, Remus had wel gelukkig een baan gekregen, maar moet nu elke nacht in zijn eentje transformeren in een weerwolf en Peter heeft ze verraden. Hij had nooit verwacht dat Peter dat zou doen...

'Waarom probeerde je Zweinstein in te komen?' vroeg James. Sirius keek even zwijgend naar zijn uitgemergelde handen.

'Peter.' zei hij. 'Peter is op Zweinstein. Ik heb hem in de ochtendprofeet gezien.' Hij haalde een stuk krant uit de binnenzak van zijn gehavende gewaad en gaf het aan James en Lily. Het was een foto van een gezin die op vakantie was in Egypte. Op de schouder van een roodharige jongen die James herkende als de beste vriend van Harry, zat een rat. James wist dat het Peter was. De rat miste een teen.

'Wacht even-.' zei Lily en keek James en Sirius aan alsof ze gek waren geworden. 'Dus Peter is een rat?' James en Sirius knikten. 'En hij heeft ervoor gezorgd dat James en ik dood gingen?' Sirius knikte.

'Het was ook deels mijn schuld.' zei hij zuchtend. 'Ik had jullie op het laatste moment overgehaald om Peter als geheimhouder te maken, want dat leek minder verdacht.' Hij zuchtte. 'En Remus was het er niet helemaal mee eens dat ik het zou worden. Hij dacht dat ik de spion was.'

'Ik wist het!' zei James. 'Ik wist dat er een spion was! Al vanaf het moment dat ik je in de ochtend profeet zag staan!'

Sirius keek James verrast aan. 'Waarom zou ik jullie in godsnaam verraden?' zei hij bedachtzaam en stond op. 'Ik zou eerder mijn leven geven dan dat een heel gezin het leven wordt afgenomen.'

Lily keek nog steeds ongelovig naar Sirius. 'Als James je gelooft zal ik je ook maar moeten geloven.' zei ze zuchtend. 'Alhoewel ik er nog steeds geen ene bal van snap.'

Sirius keek de gehavende kamer rond en lachte. James begon nerveus met zijn voet op de grond te tikken.

'Het zit zo.' begon Sirius toen hij besefte dat hij de volwassenen hier was. 'Remus had wat problemen, wij noemen het zijn harige probleempje maar goed, hij zou elke maand naar het verboden bos moeten of hier.' Hij keek de kamer rond. 'Wij vonden het zielig voor hem dat hij er helemaal alleen heen moest, dus besloten we om faunaten te worden.'

'Zijn jullie gestoord?' zei Lily en keek James even aan.

'Wat?' zei hij verontwaardigd. 'We helpen Remus alleen maar!' Nadat James dat had gezegd deed ze er het zwijgen toe.

'Ja, we zijn ongeregistreerde faunaten.' Ging Sirius verder. 'Na 3 jaar lukte het ons. In ons 5e jaar konden we ons allemaal in een dier veranderen.'

Lily keek naar James. 'Dus je kunt nu al een jaar in een dier veranderen?' James knikte. 'Dit is gestoord!'

'Ik kan het nu laten zien hoor!' zei James met een grijns op zijn gezicht. 'Padfoot ook.' Hij knikte naar Sirius die grijnzend terug keek.

'Oké,' zei Lily. 'laat zien als je dat zo graag wilt.' Ze deed haar armen over elkaar en verwachtte dat er iemand uit een hoek zou springen en "Grapje!" zou roepen. James ging echter klaar staan en minder dan een seconde later stond er een hert voor haar neus die vrolijk door de kamer huppelde en met zijn kopje Lily's arm aaide. Verward aaide ze over het hoofd van het hert, maar trok snel haar hand weer terug toen James weer veranderde in zichzelf. Daarna veranderde Sirius in de hond die daarnet tegen James aan was gesprongen. Een paar seconden bleef hij staan en veranderde weer terug.

'Maar, hoe.' Stamelde Lily. James ging met zijn hand door zijn haar. 'We hebben er lang over gedaan om het uit te zoeken, maar het is ons gelukt.' antwoordde hij.

'James, Lily,' Ging Sirius ernstig verder. 'hoe gezellig ik het ook vind dat jullie me zijn komen opzoeken, jullie moeten weer terug naar Zweinstein voordat iemand erachter komt dat jullie weg zijn geweest.' James en Lily keken elkaar aan. Eigenlijk werden de griffoendors naar de grote zaal gebracht die waarschijnlijk streng bewaakt zou worden door de professors. James had zijn onzichtbaarheids mantel ook niet. 'Probeer om via Zacharinus naar Zweinstein te komen.' Gaf Sirius als tip bij het zien van hun blik.

'Is goed.' zei James en keek even naar Sirius en omhelsde hem vervolgens.

'Doei.' zei Sirius en zwaaide ze na.

'We komen later nog wel een keer hier langs!' riep James snel voordat ze de kamer verlieten.

'Helemaal niet!' riep Lily nog verontwaardigd tegen James en Sirius grinnikte. Ze waren nog precies zoals toen ze 16 waren bij hun op Zweinstein...

Light in the darkness ~ Jily~ (gestopt)Where stories live. Discover now