~ 12 ~

408 49 3
                                    

"Zoë is je zusje?" Vraag ik. "Ja", zegt Calypso. "Ken je haar?" "Ze was mijn protector en beste vriendin", zeg ik. "Dat is wel cool", zegt Calypso glimlachend. "Maar waar is Zoë dan?" Vraagt Finn. "Ze is ergens in de stad. Ze probeert haar mede jageressen weer te vinden, nadat het groepje uit elkaar is gegaan vanwege Artemis die nooit terug kwam..." Antwoord Calypso. "Maar deze stad is reusachtig!" Zegt Leo dramatisch. "Daarom moeten we goed gaan zoeken..." Zegt Finn. "Waar wil je dat doen?" Vraag ik. "Hoe vinden wij een jageres in New York?" "Luna!" Roept Leo. "Wie is Luna?" Vraagt Calypso met een jarloerse ondertoon. "Oh, eh, niemand hoor..." Stamelt Leo, en hij word rood. "Luna en Thalia zijn twee jageressen die ons in de trein hebben gered van een zombie", zeg ik vluchtig. Leo trekt een ontschuldige glimlach. "Oh... Maar waar zijn die Luna en Thalia dan?" Vraagt Calypso. "Geen idee", zeg ik. "Maar ze zijn hier, in New York, op zoek naar de andere jageressen". "Oké, dat is ons plan dan..." Zegt Calypso. "Ga je mee?" Vraagt Leo hoopvol. "Ik leid jullie naar Zoë, daar stopt mijn missie..." Leo's gezicht verandert van opgewonden naar beteuterd. "Maar... Moet ik je dan weer kwijt raken?" Vraagt hij met grote ogen. Hij lijkt wel een klein kind die te horen kreeg dat hij geen snoepje meer mag... "We zullen elkaar weer zien, als je klaar bent met je Quest", zegt Calypso. "Maar eerst moet je Olympus gaan redden. Oh, en Ava's vriendje". "Hij is mijn vriendje niet", zeg ik zuchtend. "Praktisch gezien wel", zegt Leo nonchalant. "Hij is mijn vriendje niet!" Roep ik kwaad. De rest deinst een beetje achteruit. "Sorry, ik wou alleen..." Stamelt Leo. "Nee, sorry, ik... Ugh, laat maar!" Roep ik, en ik ren weg. Naar buiten, naar niks. Whatever. Ik moet gewoon even weg hier.

Het is gelijk een stuk kouder als ik over de stoep richting Times Square loop. De frisse wind snijd aan mijn wangen, en ik begraaf mezelf diep in mijn jas. Waarom moeten ze nou over Nico beginnen? Wil ik dat hij mijn vriendje is? Ja, dat wilt mijn gevoel! Maar zal het ooit zo ver komen? Ik heb iets verschrikkelijks gezegd! Ik haat mezelf, ik kan niks goed! "Aghr!" Ik gil het uit van woede, en trap tegen een paal.

"Paaltjes hebben ook gevoel..."

Met een hartslag van vierhonderdtachtig draai ik me om, maar tot mijn teleurstelling is het niet Nico. Een onbekende jongen staat voor mijn neus, met blond haar en groen achtige ogen. Ik kijk hem geïrriteerd aan, en draai me weer om. Hier heb ik geen zin in. "Hey, alles goed? Ik kan je helpen..." "Nee, kan je niet", zeg ik. Hij legt zijn hand op mijn schouder, waar ik van schrik. Ik stop met lopen. "Ik ben Ezra, en jij ziet er een beetje overhit uit". Zuchtend draai ik me om. "Wat doe je hier zo alleen in de grote stad?" Vraagt hij met een knipoog. "Misschien woon ik hier wel?" Vraag ik. "Zo ziet het er anders niet uit", zegt hij. "Wat bedoel je daar nou mee?" Vraag ik geïrriteerd. "Ik wil je gewoon helpen", zegt hij, en hij kijkt me doordringend aan. Shit, hij flirt met me! "Ik heb al een vriendje", zeg ik nors. Niet waar, maar niet boeiend. "Wow, rustig aan", zegt Ezra grinnikend. "Ik probeer je echt alleen maar te helpen..." "Je kan me niet helpen!" Barst ik uit. "Luister, ik ben samen met mijn drie vrienden, waarvan ééntje vuur kan schieten uit zijn handen, opweg naar Hades om zijn zoon terug te halen waar ik een crush op heb, die namelijk nu in de onderwereld is om met mijn gestorven halfbroer te praten, die mijn crush zijn dooie ex-vriendje is... Oh ja, en ik ben een halfgod!" Ik grijp naar de mist in mijn zak, en spuit het in zijn gezicht. "Oh nee..." Fluister ik. Het flesje is leeg... Trillend laat ik het op de grond vallen, en het barst kapot in duizenden stukjes. Ik kijk angstig naar Ezra, die me alleen maar verbaasd en bedenkelijk aankijkt. "Moet gaan, moet nu gaan..." Stamel ik, en ik ren weg. Oh my gods, Ava! Kan je het nog meer verpesten! "Je bent nog steeds kinda cute!" Roept Ezra. "Zoon van Hades!" Gil ik terug. Een paar voorbijgangers kijken me vreemd aan, maar ik ren door, even die Ezra uit het oog verliezen. Als ik zeker weet dat ik hem niet meer zie ga ik langzamer lopen. De zon zit nog steeds achter de wolken. Hoe kan het dat Anthony het licht kan besturen? Of dat hij kan reizen met het licht? Is dat net zo zeldzaam als het vuur geschenk van Hephaestus? Of kan ik het ook? Ik zal het hier willen proberen, maar ik kan het risico niet nemen dat iemand me ziet... Bovendien is die mist op, en dat is een flink probleem... Ik heb alles verspilt aan Anthony en Calypso. Stom, want bij hun werkte het toch niet. Ik kijk eens goed om me heen. Waar zouden die jageressen toch kunnen zijn? Het is echt verschrikkelijk druk hier. Mensen die naar hun werk lopen, groepen toeristen die alles aandachtig bekijken en mensen die echt voor het shoppen komen. Niemand die zich ontfermt of überhaupt aandacht besteed aan een vijftien jarig meisje die alleen tussen de mensenmassa staat. Ik ga zowat elk persoon af, maar ik zie geen enkel tienermeisje die wellicht een jageres zou kunnen zijn... Nee, dit is onmogelijk voor mij. Hier hebben we Calypso voor nodig. Calypso... Ze heeft alles zo perfect! Ze heeft de liefde van haar leven gevonden, ze ziet er prachtig uit... En Lauren en Finn zijn ook zo gelukkig samen. En ik? Ik loop hier maar te hopen dat meneer de vliegtuigjacket me überhaupt nog wilt vergeven... Wat als hij nou niet eens mee wilt? Dat hij in de onderwereld blijft, bij Will? Ik kan het ook echt niet opnemen tegen iemand zo legendarisch als Will Solace... Hij is een held, volgens het hele Apollo gebouw. Wat had hij elke weer gedaan? Ik pijnig mijn hersenen... Oh ja. Hij moest een halfbloed gaan redden. Wat daar uiteindelijk mee gebeurt is weet niemand... Hij kwam alleen nooit verder dan de eerste paar kilometer, nadat een hele groep monsters hem aanviel... Zijn twee mede Quest maatjes en hem hadden het niet overleefd... Wie waren elke weer mee? Uhm... Oh ja, de sater Gregory en Paul Vlacker, een Ares kind. Een echte douchebag, maar hij moest wel mee, omdat Ares kinderen met zo'n bepaalde blik kunnen kijken, waardoor ze alles wat godenbloed of wat er dan maar ook mee te maken heeft in zich hebben, zo kunnen zien.

Wacht.

Dus ook jageressen.

Lauren...

"Lauren!" Ik ren als een speer richting het appartement van Anthony en Calypso. Ik smijt de deur open. "Ook hallo", zegt Leo geïrriteerd. "Fijn dat je weer terug bent". "Lauren", hijg ik, Leo negerend. "Je Ares blik..." "Mijn wat?" Vraagt ze. "Ares kinderen kunnen toch met zo'n speciale blik kijken waardoor je alles wat überhaupt met de goden te maken hebt kan zien?" "Eh, ja..." Zegt ze. "Will Solace nam jou broer mee op zijn Quest toen ze stierven. Hij moest mee omdat ze naar een drukke plek gingen..." "Zoals New York", zegt Calypso ineens met grote ogen. "Jongens..." Stamelt ze. "Wat?" Vraagt Leo gelijk overdreven lief. Ik rol geïrriteerd met mijn ogen. "Wat als Anthony degene was waar Will en de rest naartoe gingen?" "Holy shit..." Zeg ik. "Dat zal nog wel kunnen kloppen... Heb je nog wat van hem gehoord?" Vraag ik. "Nope..." Zegt Calypso. "Ach, het zal wel goed komen met hem..." Zegt Leo. "Je hebt mij nu..." "The heck, Leo?" Zeg ik kwaad. "Wat?" Snauwt hij. "Nou, denk eens even aan andere mensen! Die jongen weet net pas dat hij zo is!" Leo zucht geïrriteerd, en duwt zichzelf in Calypso's armen. Sinds wanneer is hij zo irritant geworden? "Maar werkt het ook op mensen?" Vraag ik verder aan Lauren. "Ik... Ik weet het niet, het kost heel veel moeite om überhaupt zo te kijken... Dat houd ik hoogstens tien minuten vol..." "Dan moeten we het maar proberen", zeg ik. "Morgen. Als we goed zijn uitgerust". "Laten we zo maar gaan slapen, ik ben kapot..." Zegt Finn. "Ik ga bij Calypso op de kamer!" Kraait Leo. Ik werp hem een vernietigende blik. "No way", zegt Calypso. "Je moet goed uitgerust zijn..." "Boeit me niet!" Zegt Leo. "Mij wel!" Schreeuw ik. Het is op slag stil, en Leo kijkt me geschrokken aan. "Leuk voor jou, dat je je vriendinnetje terug hebt, maar ik hier moet me afvragen of Nico me überhaupt nog wilt zien!" Zonder nog een woord te zeggen stamp ik naar de kamer van mij en Lauren en smijt ik de deur met een grote kracht dicht. Hij begrijpt het echt niet! Ik laat mezelf op het bed vallen, zonder nog iets te doen, en val dan in een diepe, droomloze slaap...

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Where stories live. Discover now