~ 21 ~

368 40 21
                                    

In stilte lopen we door de coupé's heen, richting de andere. "Dus..." Zeg ik, om het ijs een beetje te breken. "Wat wil je zo graag van Aphrodite?" "Wat gaat jou dat aan?" Snauwt ze. "Stom Apollo kind". Ik word een beetje rood, maar houd me in. Wat heeft ze? Is het een typisch Romeins dingetje? Hebben we een Ocatvian 2.0? Ik stap de coupé binnen waar de rest zit. "Ava!" Roept Leo blij uit. "Waar bleef je?" "Ik, eh... Heb een godin ontmoet", zeg ik triomfantelijk. "Wow, wie?" Vraagt Lauren. "Aphrodite. En ze heeft ons al wat opweg geholpen..." Ik stap opzij, en Jezzabell word zichtbaar voor de rest. "Hey", zegt ze, een stuk vriendelijker dan normaal. "Ik ben Jezzabell, maar noem me maar Jezz. Ik ben een Romeinse halfgod, dochter van Ceres, of voor jullie Demeter. Ik ga jullie helpen die fluit te vinden". Mijn mond valt open. Sinds wanneer doet ze zo lief? Het is even stil, maar dan barst het los. Dingen als "Awesome!" en "Welkom bij de groep!" word er geroepen. Waarom doet dat kind zo raar? Eerst zo truttig doen, en nu het 'lieve meisje' uithangen? "Perfect!" Zegt Finn. "Ik wist wel dat we op de hulp van de goden konden rekenen!" "Kom maar hier zitten", zegt Lauren, en ze wijst naar de lege plek naast haar. "Daar zat ik!" Roep ik van verbazing. "Jij kan ook naast Leo zitten", zegt Lauren een beetje streng. Zonder iets te zeggen plof ik naast hem. Ik vind het niet erg of zo, Leo is mijn beste vriend. Maar ik zat daar. En Lauren geeft het gewoon weg aan dat stomme kind. "Dus, Jezz", zegt Lauren. "Vertel eens wat over jezelf". "Eh, oké... Ik heet Jezzabell Gregory, ben veertien. Toen ik negen was werd ik in Kamp Jupiter geplaatst, en sindsdien, tja... Ik ben er niet erg vaak. Zo weinig mogelijk. Want..." Haar adem stokt. Ik kijk haar bedenkelijk aan. Het lijkt alsof ze in huilen uit wilt barsten, maar... Ze vermant zich. "Iedereen in het kamp flipt 'm", zegt ze. "Mensen verdwijnen. Goden antwoorden bijna niet meer". "Dat komt omdat..." "Ik weet waarom het komt!" Snauwt ze me af. Weer zo'n reactie! Lauren en Leo besteden er geen aandacht aan. "Aphrodite is gevlucht. Mijn moeder zit vast. Iemand moet Olympus gaan redden..." "En dat doen wij", zegt Leo. "Ons orakel deed een profetie naar Ava. Één held, zij aan zij met vier andere, gaat Olympus redden". "Zo iets zei Aphrodite al", zegt Jezz. "Ze hebben een held gekozen, een Griekse". "En nu moeten wij weten wie het is..." Zegt Finn. "Maar Aphrodite zei dat alleen Zeus en de goddelijke moeder of vader van de held weten wie het is..." Zeg ik beteuterd. "Dat is wel balen", zegt Finn. "Dat maakt het een stuk moeilijker". "We moeten hopen dat de ouder van de held dan nog vrij is, en niet gevangen," zegt Lauren. Ik knik. "Nou, jongens, neem me maar mee naar het midden van het land, en dan ga ik luisteren", zegt Jezz. "Komt helemaal goed", zegt Cat. Ik kijk naar buiten. Dubbele gevoelens vechten in mijn hoofd. Ik kan echt niet wachten tot we die fluit hebben, maar ik ben doodsbang voor de onderwereld. Bang voor de monsters daar, voor de gevaren, voor Hades... En voor Nico's reactie. Ik zucht vermoeid. De trein verminderd al vaart. "We zijn er", zegt Finn. "Oh, en Jezz?" Het meisje kijkt op. "Niet zo slim om een bloemetje in je handen te creëeren. De mensen kijken er een beetje vreemd van op", zegt Finn, en hij wijst naar Jezz haar open handen, waarin ze een bloem heeft gecreëerd. "Sorry", zegt ze, en ze laat het verdwijnen. "Dus", zegt Leo. "Heb je een hekel aan die Octavian? Die irritante zoon van Apollo?" "Octavian? De Romeinse Octavian? Zoon van Apollo?" Jezz barst in lachen uit. "Hij is geen zoon van Apollo. Hij is een nazaat". "Nazaat?" Vraag ik. "Ja, nazaat", snauwt ze. "Wat is dat?" Vraagt Lauren. "Dat betekend dat waarschijnlijk zijn vader, moeder, opa of oma een halfbloed was. Hij vindt zichzelf helemaal speciaal, en offert knuffels aan de goden. Dan kan hij een voorspelling doen, zegt hij. Stom jochie. Een maand geleden was hij ineens weg op een Quest. Hij moest halfbloeden gaan opsporen in Europa". "En wij zijn hem net tegen gekomen", zegt Leo met een zuur gezicht. "Gelukkig ben je nu van hem af", zegt Jezz met een glimlach. "Jongens, kom nou", zegt Cat. We stan op, en rennen de trein uit. Op zoek naar de fluit.

We wandelen gehaast over het station. "Waar gaan we heen?" Vraag ik aan Finn. "Een hoog punt..." Zegt hij bedenkelijk. "Ik zoek het wel even op". Hij pakt zijn mobiel uit zijn zak. "Hey, Ava, kijk", zegt Leo. "Een piano". Hij wijst naar het ding, wat ergens een beetje aan de rand van het station staat. "Show your talent staat erbij. Ga je spelen?" Vraagt hij. "Ik, eh..." Stamel ik. "Natuurlijk gaat ze spelen", zegt Jezz met rollende ogen. "Want dat kan ze natuurlijk super goed! Ha, wat hebben Apollo kinderen toch een geluk!" Haar ogen staan duister. Leo kijkt een beetje verbaasd, maar besteed er voor de rest geen aandacht aan. "Of durf je toch niet?" Gaat ze verder. Ik kijk haar alleen maar verbaasd en een tikkeltje angstig aan. "Speel wat!" Zegt Lauren met een glimlach. Gestrest zoek ik met mijn ogen Cat en Finn, naar een uitweg, maar die zijn druk aan het overleggen samen, een eindje verderop. "Kom", zegt ze, en ze pakt mijn pols. Vrolijk huppelt ze naar het ding, en voor ik het weet zit ik er achter. Drie paar ogen staren me aan, een triomfantelijk, een verwachtingsvol en een vernietigend. "Oké, dan, denk ik..." Ik leg mijn vingers op een toets. Pling. Dat is de Cis. Nu maak ik een akkoord. "Nou?" Zegt Jezz geniepig. Ik begin. Zachtjes zing ik, ahoewel het meer fluisteren is.

"I don't know where I'm at,
I'm standing at the back

And I'm tired of waiting...

Waiting here in line,
hoping that I'll find,

what I've been chasing..."

"Harder!" Roept Leo. Ik zucht. Om ons heen staan er een paar mensen al te kijken.

"I shot for the sky,
I'm stuck on the ground.

So why do I try,
I know I'm gonna to fall down.

I thought I could fly,
so why did I drown?

Never know why it's coming down, down, down..."

Langzaam speel ik het einde. En dan is het stil. "Oké, klaar, weg nu!" Sis ik, en zo snel ik kan ren ik richting Finn en Cat. "Dat was echt super!" Roept Leo. Lauren tilt me ineens op. "Go Ava!" "Nou, super hoor. Weten we gelijk dat je echt een typisch Apollo kind bent", sist Jezz in mijn oor. "Alleen jammer dat je zo'n depressief lied moest zingen. Ik had wel verwacht dat je iets beters kon. Beetje teleurstellend". Iets in me zegt dat het niet slim is om er tegenin te gaan, maar toch doe ik het. "Wat wil je dan, hè?" Snauw ik. "Go the distance. Van de Disneyfilm gebasseerd op de goden van Olympus, Hercules. Jammer genoeg Grieks, maar mooi lied". "Wat je wilt", zeg ik koeltjes. Ik loop terug naar de piano, en ga zitten. Dit lied ken ik perfect. Vroeger luisterde ik dit altijd. Gelijk zet ik een woeste pianosolo in, en zie hoe de meeste mensen stoppen.

"I will find my way,
I can go the distance!

I'll be there someday,
If I can be strong.

I know every mile,
Will be worth my while..."

Ik werp een korte blik naar Jezz, die verbaasd naar me staart.

"I will go most anywhere and feel like I belong!"

De mensen beginnen te klappen. Iemand loopt naar me toe en zegt wat in hun vreemde taal, maar Ik zeg kort dat ik hun niet versta en ren terug naar Leo, Lauren, en Finn en Cat, die er ook weer bij staan. "Vanwaar dat plotse concert?" Grinnikt Lauren. "Jezz hier vond me een beetje te depressief", zeg ik koud. "Nou, goed gedaan hoor. Nu haat ik je net een stukje meer", zegt ze plots achter me. Mijn mond valt open, en ik kijk de rest aan voor hulp, maar die zijn te verbaasd om te reageren. "Waar kwam dat vandaan?" Zegt Leo als eerste. "Niks hoor", zegt Jezz. "Laten we nou maar gaan. Ik moet die tonen op gaan vangen". Ze kijkt dwingend naar Finn. "Eh, ja..." Stamelt hij. "Domtoren heet het of zo, erg dichtbij, dus perfect". "Mooi", zegt Jezz met een zoete glimlach, en we lopen richting de uitgang van dit station.

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Where stories live. Discover now