~ 26 ~

301 34 1
                                    

Na een nog langere treinreis dan net stappen we eindelijk uit. "En nu?" Vraagt Leo. "Ik hoor het sterker", zegt Jezz geconcentreert. "We zitten goed". Ik kijk de rest vragend aan. "Hoe..." "Ik hoor het gewoon!" Snauwt ze. "Oké, oké... Mijn fout", zeg ik met rollende ogen. Ik snuif de lucht op. Zoutig... Als de zee. Vreemd genoeg voelt het vertrouwt... En ik woonde in Arizona. Geen strand te bekennen, alleen maar woestijn. "Ik heb honger", zucht Leo. "Same", zegt Lauren. "Daar kunnen we eten halen", zeg ik, en ik wijs naar een kraampje. "Ik ga al", zegt Finn vluchtig, en hij rent naar het kraampje. "Wat doet hij nou?" Zeg ik. "Geen idee", zegt Lauren geniepig. "Maar plotseling heeft hij heel veel geld". "Vreemd", zeg ik. "Kan mij een worst wezen. Het boeit me niet". Ik zeg niks terug, en plof neer op een stoeprandje. Hier schijnt de zon wel lekker, en de warmte voelt prettig aan. In de verte hoor en ruik ik de zee. Het is best toeristisch hier, want overal lopen er mensen rond. Zo worden wij ook gezien. Toeristen. Ze moesten eens weten wat we hier echt doen. Na een tijdje komt Finn aanlopen met een paar bakjes friet. "Hier", zegt hij, en hij geeft er aan iedereen een. "Thanks", zeg ik stilletjes. Ik kijk naar de groep. Leo, Jezz, Cat en Finn kletsen wat samen. Volgens mij ziet Jezz Leo wel zitten... Pech voor haar, hij is al bezet. Lauren en ik eten stilletjes onze friet. "Ik had een vervelende droom net in de trein", zeg ik zachtjes. Niet iedereen hoeft het te horen. "Vertel", zegt Lauren. Ik vertel haar in detail wat er gebeurde. Jezz met haar uitspraken, Octavian's opmerking en uiteindelijk Nico, die de pijnlijke woorden luid en duidelijk herhaalde. "Ava, beloof je me dat je daar niks van geloofd?" Vraagt Lauren. "Wat bedoel je?" Vraag ik. "Al dat gepraat over dat je het niet waard bent... Kijk eens naar jezelf. Een paar dagen terug was je nog een normaal meisje. Nu weet je dat je een freaking halfgod bent. Je vader is Apollo. En om Nico en Olympus te redden ben je zelfs nu aan de andere kant van de wereld!" Ik glimlach verlegen. "Niet zo hard voor jezelf zijn!" "Thanks", zeg ik. Ik kijk voor me uit. Een nieuwsgierige meeuw loopt steeds dichterbij. "Volgens mij wilt die je frietje", grinnikt Lauren. Ik gooi één van mijn frietjes naar het beestje, die hem gelijk opeet. Ineens begint het een luide krijs te luiden, en binnen no-time zit het vol met meeuwen. "Goed zo", lacht Lauren. Ze ligt in een deuk. "Je hebt ze allemaal opgeroepen". Ik glimlach, en geef de vogels wat stukjes. "Hey Ava, je hebt wat volgers", lacht Leo. Ik grinnik. "Voer nooit een dier in het wild, dan komen ze allemaal", zegt Jezz droogjes. "Te laat", zeg ik triomfantelijk. Ik eet zelf wat laatste frietjes op, en dan is het leeg. De meeuwen kijken me met hun kraaloogjes aan, vragend naar meer. "Het is op, jongens", grinnik ik. "Ze kunnen je niet verstaan hoor", zegt Jezz. "Zo veel geweldige krachten hebben Apollo kinderen ook weer niet". Ik staar haar ongelovig aan. "Wat heb je tegen mij?" Val ik uit. Een paar mensen staren me aan, en Lauren seint naar me dat ik het beter niet kan doen, maar dat boeit me niet. "Al vanaf dag één dan je me kent heb je een bloedhekel aan me, maar tegen de rest kan je wel aardig doen!" Iedereen is sprakeloos, niet verwachtend dat ik zo kwaad kon worden. "Nou? Wat is het? Mag je me niet omdat deze missie naar de onderwereld om mij draait? Of omdat ik goed ben in muziek? Is dat het, dat Apollo mijn vader is?" "Houd gewoon je mond!" Roept ze. Ze slaat demonstratief haar armen over elkaar, en draait haar hoofd weg. Ik blijf verbijstert achter. "Dan niet", zeg ik koel. "Jongens, kappen. Laten we verder gaan. Met een beetje geluk kunnen we de fluit misschien vanavond halen", zegt Finn. "No way", zegt Leo. "Ik ben kapot". "Same", zegt Jezz stilletjes. "Laten we een hotelletje zoeken voor de nacht", stelt Lauren voor. "Agree", zeg ik abrupt. "Wat wil jij, Cat?" Vraagt Finn. Tuurlijk. Haar mening is het belangrijkste. "Maakt mij niet uit", zegt ze. "Geregeld", zeg ik snel. "We zoeken een goedkope overnachting. En een beetje snel, het word al avond", en ik wijs naar de lucht, die al een beetje oranje kleurt. "Oké, laten we maar gaan dan", zegt Leo. "Hoe sneller we slapen, hoe sneller we die verdomde fluit hebben en hoe sneller we weg kunnen uit dit vreemde land".

We strompelen een gebouwtje binnen, een hotel. Finn loopt gelijk naar de balie, en begint een gesprek. Hij knikt, zegt wat, en geeft dan heel veel briefjes. "Hoe veel was het?" Vraag ik, als hij terug komt. "Tweehonderd per kamer. We hebben er drie", zegt hij. "Wat? Hoe kom je aan dat geld?" Roept Cat. "Zeshonderd euro, Finn!" "Dat weet ik!" Zegt hij. "Ik... Ik ben gewoon even langs huis gegaan, die nacht in New York bij Calypso". "Wat?" Nu is het Lauren die verbaasd roept. "Je huis?" "Ja", zegt hij, een beetje terugvallend., waarschijnlijk omdat Lauren na een lange tijd weer tegen hem praat. "Mijn vader en stiefmoeder hebben veel geld, remember? Ik slipte het huis in, nam wat geld mee en zei hallo tegen mijn vader. Sorry dat ik het niet vertelde, maar ik heb ongeveer tweeduizend dollar meegenomen". Niemand zegt wat. "Dankje", zeg ik dan. "Dat je dat voor ons doet". Hij knikt vriendelijk. "Oké, drie kamers. Leo komt bij mij. Lauren, Cat, Ava en Jezz, jullie moeten het zelf uitzoeken". "Middeleeuws", zegt Lauren met rollende ogen, maar ze legt haar hand op mijn schouder. "Ava gaat bij mij". "Agree", zeg ik. "Lauren en ik zijn een perfect vechtteam". "Prima", zegt Cat. "Dan ga ik bij Jezz". "Hier is jullie sleutel", zegt Finn, en hij geeft ons een pasje. "Morgen acht uur in de lobby. Met een beetje geluk hebben we die fluit morgen en kunnen we weg hier", zegt Finn. "Truste", zeg ik, en samen met Lauren loop ik naar onze kamer, nummer 183. Ik open de deur en plof neer op een van de twee bedden. "Ik ga gelijk slapen", zucht ik. Dit is een iets betere slaapplek dan Mayla's en Daan's huis. "Same here", zegt Lauren vermoeid. Lauren knipt een van de lichten uit, en zo zak ik weg in een diepe slaap...

"Ava!"

"Huh?"

"Ava, wakker worden!"

Mijn ogen schieten open. "Wat is er?" Steun ik. Het is diep in de nacht, want het is hartstikke donker. Lauren hangt over me heen. "Hoe laat is het?" "We moeten nu weg!" Is alles wat ze zegt. "Wat is er?" Dan ineens merk ik een vreemde geur. De geur van vuur. Ik schiet overeind. "Wat is er aan de hand?" "Leo had een nachtmerrie", zegt Lauren. "Bedoel je dat..." Stamel ik. "Hij heeft de boel in de fik ge..." Ineens klinkt het luidruchtige brandalarm door het hele gebouw. "Goed gedaan", zeg ik, half chagerijnig, half lachend. Ik spring uit bed en ruk de deur open. "Waar sliepen Leo en Finn?" Vraag ik. "195", zegt Lauren. "Finn rende net langs. Ze zijn al naar beneden". "Let's go", zeg ik. Ik ren de gang op. Hier en daar zijn wat walmen rook, maar geen teken van vuur. "Kom!" Zeg ik tegen Lauren, die aarzelend in de deuropening staat. "Er is hier geen vuur!" "Oké..." Zegt ze zachtjes, en ze haalt haar neus op. Dan rent ze zo snel ze kan richting mij. "We moeten de trap gebruiken", zeg ik. Lauren knikt alleen maar. Ik ren de trap op en storm naar beneden. Bijna struikel ik, maar ik kan me nog net herstellen waardoor ik niet keihard naar beneden stort. "Finn! Leo!" Hoest ik, als ik de lobby in kom rennen. "Ava en Lauren!" Roept Finn. Leo zit met een rood hoofd en handen in zijn gezicht op een stoeltje. "Jullie zijn veilig!" Zegt Finn. "Waar is de rest?" Vraag ik. "Cat is er, alleen Jezz..." "Ik ben Jezz kwijtgeraakt, ergens op de bovenste verdieping", zegt Cat, half huilend. "Shit", fluistert Lauren. "Ik ga haar halen", zeg ik. "Ben je gek?" Roepen Lauren, Finn en Cat in koor. "Dat is zelfmoord!" "We hebben Jezz nodig, en ik ga haar niet laten zitten, zelfs niet nadat ze zo lullig tegen me deed!" Protesteer ik. Dan draai ik me naar Leo. "Leo, het is niet jou schuld". "Is het wel", stamelt hij. "En trouwens, ik ga Jezz halen. Ik kan tegen vuur". Dat klopt. "Zeker weten?" Vraag ik. "Ben zo terug". Hij staat op. Ik zie aan zijn rode ogen dat hij gehuild heeft. Hij rent richting een trappenhuis. Meerdere mensen roepen na terug te komen, maar hij luistert niet. "Wat een catastrophe", zegt Cat zuchtend. "Laten we maar hopen dat Jezz nog leeft", stamel ik. Ik plof neer op Leo's stoel, en het aftellen begint...

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu